De eerste fiscale en sociale begrotingsmaatrgelen uit het federale regeringsakkoord zijn vervat in de programmawet van 19 december 2014 (B.S. 29.12.2014).
Onderstaand vindt u een bondig overzicht van de nieuwe fiscale en sociale maatregelen.
Fiscale Maatregelen
Personenbelasting
Geen index voor bepaalde vrijstellingen en belastingverminderingen
De automatische indexering van fiscale uitgaven wordt beperkt voor de aanslagjaren 2015-2018. Zo zal bvb. het bedrag van de vrijstelling op spaarboekjes, of het bedrag van de belastingvermindering op vervangingsinkomsten of pensioensparen niet geïndexeerd worden.
Voor het pensioensparen was het indexbedrag (950 EUR i.p.v. 940 EUR) begin dit jaar al bekendgemaakt. Pensioenspaarinstellingen mogen op jaarbasis echter niet meer dan het plafondbedrag (940 EUR bij bevriezing van de indexatie) ontvangen. Om een oplossing te bieden voor degenen die in de loop van 2014 al een bedrag van 950 EUR hebben betaald, mogen pensioenspaarinstellingen uitzonderlijk een maximaal bedrag van 950 EUR in ontvangst nemen. De 10 EUR teveel ontvangen betaling geldt dan als een in 2015 gedane betaling.
Inwerkingtreding:
- aanslagjaar 2015
- De maatregelen in verband met het pensioensparen treden in werking op de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad (29.12.2014)
Hoger forfait voor beroepskosten
Ter compensatie van de indexsprong kunnen werknemers genieten van een verhoging van de forfaitaire aftrek van beroepskosten. Hierdoor stijgt het netto-inkomen na belastingen.
De verhoging van het kostenforfait verloopt in twee fasen:
- Een eerste verhoging voor bezoldigingen die vanaf 1 januari 2015 worden betaald of toegekend: een kostenforfait van maximum 2.676,25 EUR (momenteel is dit 2.592,50 EUR)
- Een tweede verhoging voor bezoldigingen die vanaf 1 januari 2016 worden betaald of toegekend: een kostenforfait van maximum 2.760 EUR.
Daar waar de ontvangers van bezoldigingen en baten in het verleden aan eenzelfde kostenforfait onderworpen werden, gelden de nieuwe percentages enkel voor bezoldigingen (werknemers) en blijven de oude percentages gelden voor baten.
De aanpassing van de schalen voor de forfaitaire beroepskosten wordt onmiddellijk doorgerekend in de bedrijfsvoorheffing.
Inwerkingtreding: aanslagjaar 2016 (bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 1 januari 2015)
Dalende heffing op pensioensparen
Om het pensioensparen aan te moedigen daalt de heffing op het pensioensparen (derde pijler) van 10% naar 8%. Deze heffing wordt vervroegd ingehouden. Zo wordt het openstaande kapitaal op 31 december 2014 gedurende de volgende 5 jaar belast aan 1% en 3% is verschuldigd op de leeftijd van 60 jaar. Zo kan de overheid sneller aanspraak maken op deze inkomsten.
Inwerkingtreding: 1 januari 2015
Vennootschapsbelasting
Intercommunales
In de vorige legislatuur kwam het voorstel al aan bod om de intercommunales te onderwerpen aan de vennootschapsbelasting. De nieuwe regering wil deze maatregel nu ook effectief invoeren.
Concreet wordt de uitdrukkelijke uitsluiting van de vennootschapsbelasting voor intercommunales uit de wet geschrapt. Daarmee zijn intercommunales niet automatisch onderworpen aan de vennootschapsbelasting, maar kan geval per geval onderzocht worden of de criteria voor onderwerping aan de vennootschapsbelasting voldaan zijn, net zoals dat het geval is voor andere rechtspersonen.
Inwerkingtreding: aanslagjaar 2015, voor boekjaren ten vroegste afgesloten op 1 juli 2015
Liquidatiebonus
De liquidatiebonus met een verhoogde roerende voorheffing van 25% kan vermeden worden: de tijdelijke vastklikregeling voor reserves (omzetting in kapitaal met 10% roerende voorheffing) wordt een permanente regeling voor kmo’s. Zij kunnen jaarlijks een deel of het geheel van hun boekhoudkundige winst na belasting overzetten op een passiefrekening. Deze transactie wordt onderworpen aan 10% roerende voorheffing. Bij liquidatie kan de opgebouwde liquidatiereserve belastingvrij worden uitgekeerd aan de aandeelhouders. Bij uitkering van deze reserves na 5 jaar, zal een aanvullende roerende voorheffing van 5% verschuldigd zijn. Maar wanneer deze reserves binnen de 5 jaar worden uitgekeerd als dividend, zal er een aanvullende roerende voorheffing van 15% van toepassing zijn.
Inwerkingtreding: aanslagjaar 2015
Geheimecommissielonenaanslag
De regeling van de geheimecommissielonenaanslag van 309% wijzigt grondig. De nieuwe regeling kan als volgt worden samengevat:
- Het aanknopingspunt voor de bijzondere aanslag is niet langer de naleving van de ficheverplichting: wanneer deze niet nageleefd wordt, zal dit met een administratieve boete gesanctioneerd worden;
- Voortaan wordt de toepassing van de bijzondere aanslag gekoppeld aan het feit dat de identiteit van de genieter niet of niet tijdig bekend is gemaakt aan de Administratie;
- De aanslag voor geheime commissielonen is bedoeld als uitzonderingsmaatregel: hij zal enkel toegepast kunnen worden als het geheime commissieloon niet bij de genieter kan worden belast;
- De geheimecommissielonenaanslag zal enkel nog een vergoedend (en dus geen repressief) karakter vertonen: de aanslag moet het verlies aan Belgische inkomstenbelastingen dekken. Zo daalt het tarief gevoelig, maar verschilt, afhankelijk van wie de genieter is: voor de genieter - natuurlijke persoon, onderworpen aan de Belgische personenbelasting wordt het tarief 103%, inclusief aanvullende crisisbijdrage, voor een vennootschap–genieter die onderworpen is aan de Belgische vennootschapsbelasting daalt het tarief tot 51,5%;
- De bijzondere aanslag blijft aftrekbaar als beroepskost;
- Kleinere kosten die zich in de schemerzone bevinden tussen private en beroepsmatige sfeer zullen niet meer onder toepassingsgebied van de bijzondere aanslag vallen. Restaurant- receptie- bescheiden ICT-kosten ed. die nog afdoende verantwoord zijn, zullen in de nieuwe regeling verworpen worden als aftrekbare beroepskost.
Inwerkingtreding: datum bekendmaking in het B.S.
Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing
Met de wet van 15 mei 2014 werd de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsheffing in ondernemingen waar ploegen- en nachtarbeid worden verricht verhoogd van 15,6% naar 18% op 1 januari 2015 en naar 20,40% op 1 januari 2017.
Deze maatregel wordt nu met 1 jaar uitgesteld, maar zal dan versneld verhogen naar 20,4% op 1 januari 2016.
Btw
Op 1 januari 2015 treedt de ‘Mini One Stop Shop’-regeling (MOSS) in werking. Vanaf dan vinden alle elektronische diensten, telecommunicatiediensten en radio-en televisie-omroepdiensten voor btw plaats daar waar de, al dan niet belastingplichtige, consument gevestigd (of woonachtig of verblijvend) is. EU ondernemers moeten dan in B2C situaties, net zoals nu al het geval is wanneer de dienstverrichter of klant buiten de EU is gevestigd, steeds de btw aanrekenen van de lidstaat van vestiging of verblijf van de consument.
Meer informatie vindt u op de website van BDO: http://www.bdo.be/nl/news/professional-news/2014/moss-registratiemodule/.
Inwerkingtreding: 1 januari 2015
Andere indirecte belastingen
Voor bepaalde belastingen bleek er nog groeipotentieel te zijn. Zo worden de accijnzen op tabak en diesel nogmaals opgetrokken worden. De accijnzen worden bovendien jaarlijks geïndexeerd.
Vanaf 2015 bedraagt de beurstaks op gewone aandelen 2,70 per duizend (momenteel 2,50 per duizend) met een plafond van 800 EUR (momenteel 740 EUR).
De beurstaks op kapitalisatieaandelen wordt opgetrokken naar 1,32% (momenteel 1%) met een plafond van 2.000 EUR (momenteel 1.500 EUR).
Inwerkingtreding: 1 januari 2015
SOCIALE MAATREGELEN
Pensioenen
Grensarbeiderspensioenen
Het complement dat wordt toegekend aan grensarbeiders die nooit bijdragen betaalden in België wordt afgebouwd. Enkel werknemers die voor 1 januari 2015 een tewerkstelling als grensarbeider kunnen bewijzen, kunnen in de toekomst nog aanspraak maken op dit complement. Het recht gaat ook pas ten vroegste in op het moment dat het buitenlandse wettelijke pensioen ingaat.
De pensioenbonus
De pensioenbonus dooft uit vanaf 1 januari 2015. Werknemers die met pensioen gaan vanaf 1 januari 2015, hebben enkel nog recht op een pensioenbonus indien zij voor 1 december 2014 de voorwaarden voor vervroegd pensioen vervulden of de leeftijd van 65 hadden bereikt. Dit is echter enkel van toepassing als zij een loopbaan hadden van minstens 40 jaar.
Voor zelfstandigen geldt een gelijkaardige regeling, waar dezelfde leeftijd- en loopbaanvereisten worden gesteld.
Inwerkingtreding: 1 januari 2015
Structurele vermindering
Er komt een verhoging van de structurele verminderingen van sociale zekerheid voor de eerste 3 aanwervingen. De bedragen worden verhoogd met 50 EUR.
Inwerkingtreding: 1 januari 2015
Gemiddeld dagloon
Er wordt een uniform begrip van het gemiddeld dagloon ingevoerd dat als berekeningsbasis dient voor de verschillende uitkeringen bij ziekte en werkloosheid. De basis hiervoor zal vermoedelijk het loon van de 12 voorafgaande maanden zijn.
De praktische uitvoering moet bij KB worden bepaald.
Inwerkingtreding: 1 januari 2015
Meer informatie en regelmatige updates van de maatregelen uit het regeerakkoord Michel I vindt u op de website van BDO: http://www.bdo.be/nl/news/professional-news/2014/federale-begrotingsmaatregelen-michel-i/