14/08/15

Kan een internet nieuwsportaal aansprakelijk gesteld worden voor de reacties van haar lezers?

Volgens een recent arrest van het Europees Hof van  de Rechten van de Mens betekent het feit dat een online nieuwsportaal, dat bezoekers aantrekt uit commerciële overwegingen, aansprakelijk is voor de reacties die deze bezoekers achterlaten op haar website, geen schending  van het recht van vrije meningsuiting.


Op 16 juni 2015 heeft de Grote Kamer van het Europees Hof van de Rechten van de Mens een definitieve uitspraak geveld in de zaak Delfi tegen Estland. Dit arrest bevestigt de eerder beslissing van het  Hof van 10 oktober 2013 en oordeelt dat het gerechtvaardigd is dat online nieuwsplatforms aansprakelijk kunnen gehouden worden voor de reacties die de lezers achterlaten op de hun website.

1.    De achtergrond

De feiten die aan de oorsprong liggen van deze beslissing gaan als volgt. Delfi, een online nieuwsportaal dat dagelijks tot 330 artikels publiceert, voorziet de mogelijkheid voor haar gebruikers om hierop commentaar te leveren.

Deze mogelijkheid wordt ook door verschillende online kranten aangeboden, waar net zoals bij Delfi moet vastgesteld worden dat de meeste mensen onder een pseudoniem commentariëren.

Bovendien wordt door Delfi duidelijk gemaakt dat de reacties van gebruikers niet de mening van Delfi weerspiegelen, en bestaat de mogelijkheid om misbruik te signaleren.

Op 24 januari 2006 werd er een artikel gepubliceerd, getiteld “SLK vernietigt geplande ijsweg”. Ijswegen in Estland zijn publieke wegen die enkel open zijn in de winter en die zich vormen over de bevroren zee tussen het Estse vasteland en verschillende eilanden. SLK is een Estse ferrymaatschappij die verantwoordelijk is voor de overzet tussen het vasteland en de eilanden. Dit artikel heeft ongeveer 185 reacties teweeg gebracht, waarvan 20 boodschappen persoonlijke dreigementen en agressief taalgebruik bevatten aan het adres van de belangrijkste aandeelhouder van de ferrymaatschappij.

Hierop heeft deze aandeelhouder bij een nationale rechtbank in Estland gevorderd dat Delfi de reacties zou verwijderen, en dat zij hem een schadevergoeding van 32.000 euro zou uitbetalen.

Na een procedurestrijd in Estland werd Delfi uiteindelijk aansprakelijk gehouden voor deze reacties en werd zij veroordeeld tot een schadevergoeding van 320 euro, wegens de schending van de persoonlijkheidsrechten van de persoon in kwestie.

Delfi trok vervolgens naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, aangezien zij van oordeel was dat deze beslissing een inbreuk uitmaakt op artikel 10 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op vrijheid van meningsuiting garandeert. Bovendien argumenteerde Delfi dat zij als een tussenpersoon beschouwd moest worden in de zin van de E-Commerce richtlijn, waardoor er geen algemene monitoringplicht op haar rust en waardoor zij niet aansprakelijk kan gehouden worden indien zij de illegale berichten onmiddellijk verwijdert.

2.    De beoordeling van het Hof

De haatdragende en beledigende inhoud van de reacties op de website van Delfi stonden niet ter discussie. Het Hof diende zich te buigen over de vraag of de veroordeling van Delfi een inbreuk betekent op artikel 10 EVRM.

Hierbij moet onmiddellijk opgemerkt worden dat artikel 10 EVRM geen absoluut recht is. De tweede paragraaf geeft mogelijkheid om het recht van vrijheid van meningsuiting in te perken in zover bij wet voorzien is en noodzakelijk is in een democratische samenleving.

In haar beoordeling erkent het Europees Hof van de Rechten van de Mens de tweestrijd die het internet belichaamt. Enerzijds biedt het internet een onevenaarbaar platform, waarop vrijheid van meningsuiting volledig tot uiting kan komen, terwijl dit tezelfdertijd een deur opent voor een snelle verspreiding van haatdragende boodschappen en van aanzetting tot haat en geweld.

Volgens het Hof betreft dit dus een zaak waarin beoordeeld moet worden tot waar de verantwoordelijkheden en verplichtingen van Internet nieuwsportalen reiken. Deze bieden immers voor economische redenen een platform aan waarop gebruikers commentaar kunnen geven op eerder gepubliceerde artikels. Het Hof hecht bijgevolg belang aan het feit dat het aantal reacties op een artikel, een stijging betekent in advertentieopbrengsten.

Gelet op het feit dat Delfi haar bezoekers uitnodigt om commentaar te geven op artikels, is er dus een bepaalde voorzienbaarheid dat reacties negatieve gevolgen kunnen hebben. Hoewel Delfi verschillende maatregelen had genomen om haatdragende reacties te beperken (filtermechanisme, de mogelijkheid om misbruik te rapporteren) bleek dit niet voldoende te zijn.

Ondanks het verweer van Delfi, aanvaardde het Hof dat Delfi geen beroep kan doen op de E-Commerce richtlijn, en dat zij dus niet dezelfde bescherming geniet als Internet Service Providers. Op grond van deze richtlijn kan een Internet Service Provider niet aansprakelijk gehouden worden wanneer zij louter functioneert als doorgeefluik van informatie, wanneer zij de informatie bewaart, of wanneer zij hosting diensten aanbiedt, zonder dat zij hierin een actieve rol heeft of enige invloed uitoefent op de informatie die door haar netwerk stroomt. Dit zijn de zogenaamde safe harbour bepalingen van de E-Commerce richtlijn. Een bijkomende voorwaarde is dat zij geen kennis mag hebben van de illegale inhoud van de informatie, en dat zij de informatie prompt moet verwijderen wanneer zij kennis krijgt van de illegale context van de informatie.

De vraag of een online dienstverlener als Internet Service Provider kan beschouwd worden is niet steeds eenduidig te beantwoorden.

In 2014 heeft het Spaanse Hof van Beroep te Madrid beslist dat Youtube zich kon beroepen op de safe harbour principes van de E-Commerce richtlijn, terwijl het Europees Hof van Justitie in 2011 reeds oordeelde dat dit voor eBay niet het geval was.

Hoewel het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in principe de bepalingen van de E-Commerce richtlijn niet interpreteert, werd er toch aandacht besteed aan het feit dat Delfi door de nationale rechtbank als een uitgever kon beschouwd worden, in plaats van een Internet Service Provider in de zin van de E-Commerce richtlijn.

Een belangrijke overweging hierbij was dat Delfi in grote mate controle uitoefent over de reacties van de lezers. Enkel Delfi had de bevoegdheid om reacties aan te passen of te verwijderen. Dit leidt onder andere tot de vaststelling  dat Delfi niet opereert als een puur technische Internet Service Provider.

Het Hof besluit dat aangezien Delfi een professionele nieuwsportaal is, dat drijft uit commerciële belangen, en dat het onvoldoende maatregelen heeft genomen om de publicatie van haatdragende boodschappen te verhinderen, het hiervoor aansprakelijk kan gehouden worden.

Bovendien was de sanctie die de nationale rechtbank aan Delfi heeft opgelegd vrij beperkt, waardoor er geen sprake is van een schending van de vrijheid van meningsuiting.

3.    Conclusie

Dit arrest bepaalt dus dat een online dienstverlener die een website beheert, en bezoekers aantrekt uit commerciële overwegingen, aansprakelijk kan gehouden worden voor de reacties die deze bezoekers achterlaten op de website.

Het is in dit verband niet steeds voldoende om filters te installeren die reacties op voorhand screenen, of om een “meld misbruik” knop te voorzien.

Ook een disclaimer dat de reacties van lezers geenszins de opinie van de website beheerder weerspiegelen, zal niet volstaan om zich van aansprakelijkheid te ontdoen.

Van deze ondernemingen wordt op grond van dit arrest verwacht dat zij de reacties van hun bezoekers monitoren, en zoveel als mogelijk verhinderen dat boodschappen met een illegale inhoud gepubliceerd worden.

Kortom, indien een online dienstverlener zich niet kan beroepen op de safe harbour principes van de E-Commerce richtlijn, dan is er waakzaamheid geboden voor de activiteiten van bezoekers op diens website.

Het is afwachten of andere internet nieuws portalen zich zullen aangesproken voelen door dit arrest, en welke effecten dit zal hebben op de activiteiten van hun website.

dotted_texture