06/09/19

Circulaire van de belastingadministratie over het vrij aanvullend pensioen voor werknemers

De belastingadministratie heeft recent een circulaire[1] gepubliceerd met betrekking tot de nieuwe regelgeving over het vrij aanvullend pensioen voor werknemers (afgekort het “VAPW”).  De circulaire vermeldt geen nieuwigheden of bijzonderheden, maar vat de belangrijkste kenmerken van het VAPW en de fiscale behandeling ervan samen.

Ter herinnering, sinds 27 maart 2019 kunnen werknemers die geen of een beperkt[2] aanvullend pensioen opbouwen het initiatief nemen om een aanvullend pensioen te financieren via inhoudingen door de werkgever op hun nettoloon. In dit kader kunnen ze genieten van het voordelig fiscaal regime van aanvullende pensioenen gefinancierd door persoonlijke bijdragen. Hoewel de werknemer vrij het bedrag van zijn VAPW-bijdragen bepaalt, worden de stortingen beperkt tot een plafondbedrag.

Het VAPW vervangt de vroegere mogelijkheid tot individuele voortzetting van een pensioentoezegging, op grond waarvan een werknemer, onder bepaalde voorwaarden, op eigen initiatief een aanvullend pensioen kon opbouwen.

De belastingadministratie legt in haar circulaire uit dat het VAPW fiscaal op dezelfde manier zal worden behandeld als de voormalige individuele voortzetting van een pensioentoezegging.

Ze vat deze fiscale behandeling als volgt samen:

  • Op vlak van de financiering, wordt een belastingvermindering ten belope van 30% toegepast op de door de werkgever ingehouden bijdragen. De bijdragen en premies die verbonden zijn aan het VAPW zullen slechts in aanmerking worden genomen voor een (federale) belastingvermindering in de mate dat de jaarlijkse betalingen (i) het vastgestelde maximumbedrag niet overschrijden en (ii) de 80 %-grens respecteren.
  • Op het vlak van de prestaties, zijn de uitkeringen belast als pensioen tegen een tarief van 10 % (tenzij globalisatie voordeliger is) wanneer ze plaatsvinden naar aanleiding van de pensionering of het overlijden.
  • Uitkeringen in andere omstandigheden worden in beginsel belast tegen het tarief van 33 %.
  • Het kapitaal of de afkoopwaarde van een aanvullend pensioen waarop voorschotten op prestaties zijn opgenomen of dat heeft gediend voor het waarborgen of het weder samenstellen van een hypothecaire lening voor een woning is, onder bepaalde voorwaarden en binnen een bepaalde grens, belastbaar onder de vorm van fictieve omzettingsrenten.
  • De overdracht van de pensioenreserves naar een soortgelijke overeenkomst bij een in de Europese Economische Ruimte gevestigde verzekeringsonderneming of instelling voor bedrijfspensioenvoorziening wordt niet beschouwd als een betaling of toekenning.

Voor de volledigheid merken we nog op dat de aanvullende pensioenprestaties die volgen uit het VAPW tevens op parafiscaal vlak onderworpen zijn aan de solidariteitsbijdrage en de RIZIV-inhouding. Bovendien int de verzekeringsinstelling een verzekeringstaks van 4,4% om door te storten naar de belastingadministratie.

[1] Circulaire 2019/C/67 over het vrij aanvullend pensioen voor de werknemers (VAPW)
[2] namelijk minder dan 3% van het referentiesalaris of minder dan het forfaitair minimumbedrag van, momenteel, 1.600 EUR

Laetitia Nagels

dotted_texture