13/08/18

Burgerlijke maatschap wordt onderneming: bijkomende administratieve verplichtingen!

Recent werd in het insolventierecht en in het ondernemingsrecht een nieuw en moderner, maar ook ruimer ondernemingsbegrip geïntroduceerd (wet van 11 augustus 2017 inzake insolventie van ondernemingen en wet van 27 april 2018 houdende de hervorming van het ondernemingsrecht). Het ondernemingsbegrip wordt onder meer uitgebreid tot “iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid” waardoor voortaan ook de maatschap als onderneming kwalificeert. Dit gewijzigd wetgevend landschap brengt een aantal belangrijke aandachtspunten voor de maatschap met zich mee, alsook een aantal nieuwe administratieve verplichtingen.    
 

insolventie en aansprakelijkheid   

Ingevolge het wetgevend ingrijpen wordt het thans mogelijk om een maatschap failliet te verklaren en kan een maatschap voortaan het voorwerp van een gerechtelijke reorganisatie uitmaken.    

Daarnaast verdwijnt het onderscheid tussen de burgerlijke maatschap en de commerciële maatschap. Als gevolg hiervan zullen deelgenoten in de maatschap niet langer slechts gedeeltelijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap, maar zal elke deelgenoot, ongeacht de grootte van zijn participatie, voor het geheel van de schulden van de maatschap kunnen worden aangesproken. Indien men deze hoofdelijke aansprakelijkheid wenst te vermijden, zal de overeenkomst met de schuldeiser een uitdrukkelijk bedingmoeten bevatten dat stelt dat afgeweken wordt van de hoofdelijke aansprakelijkheid.   
 

nieuwe administratieve verplichtingen   

Verder brengt het nieuwe ondernemingsbegrip ook een aantal bijkomende administratieve verplichtingenvoor de maatschap met zich mee.    

De burgerlijke maatschap wordt verplicht om zich te laten registeren in de Kruispuntbank voor ondernemingen.   

En voortaan wordt de maatschap verplicht een boekhouding te voeren volgens de wettelijke voorschriften daartoe.    

In zoverre de omzet van de maatschap van het laatste boekjaar de grens van € 500.000,00 niet overschrijdt blijft deze verplichting beperkt tot een vereenvoudigde boekhouding (financieel dagboek, inkoopboek en verkoopboek). Evenzo zal de maatschap in dat geval jaarlijks een inventaris moeten opmaken waarin de bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen en de eigen middelen worden weergegeven en zal de maatschap een jaarrekening moeten opstellen waarin de dagboeken en de inventaris worden gebundeld.    

Indien de omzet hoger is dan € 500.000,00 zal een volledige dubbele boekhouding dienen gevoerd te worden. In elk geval zal de boekhouding gedurende 7 jaar moeten bewaard moeten.   
 

inwerkingtreding   

Reeds sedert 1 mei 2018 kunnen maatschappen failliet verklaard worden en het voorwerp uitmaken van een gerechtelijke reorganisatie. De gewijzigde aansprakelijkheidsregels van de deelgenoten en de nieuwe administratieve verplichtingen gelden vanaf 1 november 2018.    

Bovendien gunt de wetgever de bestaande maatschappen nog wat extra tijd: maatschappen die reeds actief waren vóór 1 november 2018 dienen pas uiterlijk 30 april 2019 ingeschreven te zijn in de Kruispuntbank voor ondernemingen.    

Daarnaast dienen bestaande maatschappen hun eerste boekhouding pas te voeren vanaf het eerste volledig boekjaar dat aanvangt na het verstrijken van 30 april 2019. Uitgaand van een boekjaar dat aanvangt op 1 januari en eindigt op 31 december van het jaar, start de boekhoudplicht voor de bestaande maatschap bijgevolg vanaf 1 januari 2020.

dotted_texture