05/06/17

Je partner is beter niet je maat

Stel je voor…

Je onderhandelt met één van je leveranciers.  De verstandhouding is uitstekend en je wil nog meer samenwerken. Je bent zelfs bereid om winst met je leverancier te delen. Je staat wel op je zelfstandigheid. Zo wil je geen gezamenlijke vennootschap oprichten, maar eerder een samenwerkingsovereenkomst afsluiten waarin beider aansprakelijkheid duidelijk is afgelijnd.

Je raadpleegt Legal en die waarschuwt je dat je meer gebonden kan zijn dan je op het eerste gezicht denkt. Zo zou de samenwerkingsovereenkomst die je voor ogen hebt mogelijk toch als een vennootschap worden gezien, doordat je winst met elkaar deelt.  Zo had je het helemaal niet gezien.


Even verduidelijken

Een maatschap is een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid.

Een maatschap vereist van elk van de vennoten een inbreng. Zo moeten zij iets in gemeenschap brengen met de bedoeling om samen winst te maken. De inbreng is bijvoorbeeld dat de ene partij infrastructuur levert en de andere mankracht. Als de samenwerking er bovendien één is waar de partijen op gelijke voet staan (de éne partij staat dus niet onder het gezag van de andere), dan kan een rechter de samenwerking beschouwen als een maatschap.

De vennoten (‘maten’) van een maatschap zijn persoonlijk aansprakelijk voor de handelingen van de maatschap.  Voert deze maatschap handelsactiviteiten, dan is elke vennoot zelfs hoofdelijk aansprakelijk voor de verbintenissen van de maatschap.  Bovendien kan de éne maat de kosten van de bedrijfsactiviteiten verhalen op de andere maat in verhouding tot diens deel in de maatschap. Bij het einde van de samenwerking kunnen er bijvoorbeeld discussies ontstaan over wie eigenaar is van ingebrachte goederen en kan je dus meer moeten afstaan dan je lief is. Dit is zeker zo als je maat failliet is gegaan en jij wordt aangesproken voor de resterende schulden.

Zo oordeelde het hof van beroep te Gent in een recent gepubliceerd arrest dat een overeenkomst waarbij één partij jarenlang gebouwen en bedrijfsuitrusting voor een landbouwbedrijf leverde en twee andere partijen het vee onderhielden, een maatschapscontract is omdat de samenwerkingsovereenkomst een winstverdeling omvatte.  Daarenboven beweerden de partijen die het onderhoud deden dat zij mede-eigenaars waren geworden van de gebouwen waarin het vee werd gehouden.  Met dit laatste was het hof het niet eens.


Concreet

Hoe te vermijden? Doorgaans vermeldt de samenwerkingsovereenkomst dat de partijen door de samenwerking geen maatschap vormen.  Deze oplossing is niet waterdicht. Buitenstaanders zijn immers niet op de hoogte van de inhoud van de samenwerkingsovereenkomst en het valt niet uit te sluiten dat een rechter deze samenwerkingsovereenkomst toch als een maatschap beschouwt.

Als je intensief gaat samenwerken met een andere partij en je bereid bent winst te delen, kan het nuttig zijn om te onderzoeken of het oprichten van een vennootschap met rechtspersoonlijkheid een alternatief is.  Dit laat je toe om niet alleen je aansprakelijkheid te beperken, maar ook om de organisatie, de zeggenschapsrechten en de afwikkeling te regelen binnen een voorgevormd wettelijk kader.


Meer weten?

Gent 5 december 2011, TRV 2015, 748 (PDF)

dotted_texture