18/04/14

EINDELIJK RECHTSKADER VOOR GEWESTGRENSOVERSCHRIJDENDE, INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING

Elk gewestgrensoverschrijdend samenwerkingsverband toegewezen aan één Gewest

Belangrijkste onderdeel is de regel dat het op het gewestgrensoverschrijdende intercommunale samenwerkingsverband toepasselijke recht (inclusief de toezichthoudende bevoegdheid) in eerste orde wordt bepaald door de publiekrechtelijke aandeelhouders.

Behoren deze overwegend (het akkoord spreekt over “het grootste deel”) tot bv. het Waals Gewest, zal de Waalse regelgeving toepassing vinden en zal de Waalse gewestregering het bestuurlijk toezicht uitoefenen op dit samenwerkingsverband. Echter, bij wege van uitzondering, indien het samenwerkingsverband distributiediensten verricht én er meer eindverbruikers gevestigd zijn in een ander Gewest, bv. in het Vlaams Gewest, dan zal alsnog de Vlaamse regelgeving toepassing vinden en zal de Vlaamse regering het toezicht uitoefenen.

Om enige verwarring te vermijden, bepaalt het samenwerkingsakkoord uitdrukkelijk dat de intercommunale Sibelgas onder Vlaams toezicht komt, Vivaqua onder Brussels toezicht en Tecteo onder Waals toezicht. De overige gewestgrensoverschrijdende intercommunales waarin Vlaamse gemeenten deelnemen (Brulabo, Gaselwest, IBE, IBG, Intermosane, PBE, Inter-Regies en TMVW) worden niet met naam genoemd en zullen dus a.h.v. bovenstaande regels moeten worden toegewezen.

Wat met de bestaande samenwerkingsverbanden?

Het samenwerkingsakkoord treedt in werking op 1 juli 2014.

De reeds bestaande, gewestgrensoverschrijdende samenwerkingsverbanden krijgen echter één jaar de tijd (d.w.z. t.e.m. 30 juni 2015) om de statuten e.a. regels inzake organisatie en werking aan te passen aan het op hen van toepassing verklaarde recht.

Bovendien moeten de gemeenten-deelgenoten, gelegen in een ander Gewest dan dat waarvan het recht van toepassing is verklaard de mogelijkheid krijgen om uit het samenwerkingsverband te treden. In principe moet dit evenzeer voor 30 juni 2015 geschieden, maar de bevoegde gewestoverheid kan een langere periode voorzien.

Het spreekt voor zich dat de gewestelijke decreet- en ordonnantiegevers de bestaande rechtskaders (In Vlaanderen: Decreet Intergemeentelijke Samenwerking (2001), in Wallonië Code de la démocratie locale et de la décentralisation (decreet 1996) en in Brussel de oude Wet Intercommunales uit 1986) zullen moeten aanpassen aan de vereisten van het samenwerkingsakkoord (en dit per 1 juli 2014).

Het Waals Gewest dit heeft alleszins reeds ten dele gedaan, met het eveneens op 14 april 2014 gepubliceerde Decreten van 27 maart 2014 tot goedkeuring van het samenwerkingsakkoord en tot wijziging van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie (dat ertoe strekt het toepassingsgebied van de bepalingen betreffende de intercommunales uit te breiden naar de interregionale intercommunales waarvoor het Waalse Gewest bevoegd). Op Vlaams niveau is een ontwerpdecreet tot goedkeuring van het samenwerkingsakkoord hangende voor het Vlaams Parlement (stuknr. 2486/1, 2013-2014). Belangrijk hierbij is dat de Wet Intercommunales van 22 december 1986 door de drie Gewestoverheden finaal moet worden opgeheven (met uitzondering van de fiscale bepalingen).

De sanctie in geval van niet-aanpassing van de statuten e.a. organieke teksten aan het van toepassing verklaarde recht is vrij draconisch: de burgerlijke rechtbank kan op vraag van een deelgenoot in het samenwerkingsverband of enige belanghebbende derde (of zelfs de bevoegde gewestminister) de ontbinding uitspreken van de betrokken intercommunale.

Enkele praktische gevolgen

Wat het personeel betreft, betekent deze bevoegdheidsbepaling dat de syndicale afspraken binnen het bevoegde (bijzonder) overlegcomité van toepassing worden/blijven op het personeel. Voor de bv. aan Vlaanderen toegewezen intergewestelijke intercommunales houdt dit de toepassing van de zgn. Krachtlijnen Kelchtermans in.

Wat onteigeningen betreft, zal de onteigeningsmachtiging worden verleend door het Gewest waarin het te onteigenen goed gelegen is. Dit is bijgevolg niet noodzakelijk de overigens bevoegde gewestoverheid. Om problemen met onteigeningen of daarbuiten te vermijden, wordt dan ook een commissie ingericht, bestaande uit vertegenwoordigers van de drie voor de organisatie van het toezicht bevoegde ministers.

Way forward?

In Vlaanderen alleszins, valt dit akkoord samen met de reeds voorgenomen, bredere hervorming van het rechtskader voor intergemeentelijke (en interbestuurlijke?) samenwerking. Hiermee was reeds aanvang genomen in het Decreet van 18 januari 2013, maar een verdere aanpassing van het Decreet Intergemeentelijke Samenwerking wordt in het vooruitzicht gesteld. Richtinggevend hierin is o.m. het resultaat van de regioscreening (peiling naar bestaande interbestuurlijke samenwerkingen, zie de resultaten per provincie alsook het verslag van de werkgroep ABB_VVSG van 5 februari 2014.

dotted_texture