Een nieuwe mijlpaal werd bereikt met betrekking tot het nieuwe Belgische Burgerlijk Wetboek. Op 20 februari 2025 werd immers het Wetsvoorstel tot invoeging van Boek 7 “Bijzondere contracten” opnieuw ingediend. Dat wetsvoorstel biedt een wettelijk kader van voornamelijk aanvullend recht voor contracten inzake koop, ruil, huur, bruikleen, diensten, sekwester, dading en bepaalde kanscontracten. Het Boek 7 BW zal van toepassing zijn op contracten die na de inwerkingtreding worden gesloten.
Tijdens deze webinar krijgt u van prof. dr. Thijs Tanghe en mr. Tijl Eggers een praktijkgericht overzicht van de laatste stand van zaken van deze nieuwe wetgeving,
U kan deze opleiding live volgen of achteraf bekijken, in beide gevallen ontvangt u een vormingsattest.
DATUM EN UUR
- Dinsdag 21 oktober 2025
- 12u30 – 14u30
DOCENTEN
-
Prof. dr. Thijs Tanghe, Advocaat Eubelius / Titularis vak Verbintenissenrecht VUB
-
Mr. Tijl Eggers, Advocaat Eubelius / Praktijkassistent KULeuven
PROGRAMMA
- Prof. dr. Thijs Tanghe, Advocaat Eubelius / Titularis vak Verbintenissenrecht VUB
- Mr. Tijl Eggers, Advocaat Eubelius / Praktijkassistent KULeuven
PROGRAMMA
12u30 – 14u15: uiteenzetting
Volgende items komen alvast aan bod (het programma zal aangepast worden in functie van de actualiteit):
- Dienstencontracten: een gemeenrechtelijk regime
Het wetsvoorstel voert een gemeenrechtelijk regime van dienstencontracten in.
Er is sprake van een dienstencontract wanneer een materiële of intellectuele opdracht wordt verricht zonder ondergeschikt verband tussen de contractpartijen (bijvoorbeeld aanneming, lastgeving en bewaargeving).
- Veiligheidsplicht voor de opdrachtnemer
Er wordt voorzien in een veiligheidsplicht voor de opdrachtnemer bij een dienstencontract. Houdt de uitvoering van het dienstencontract bepaalde risico’s in voor de opdrachtgever of zijn goederen, voor derden of hun goederen, voor het milieu, enz., dan rust op de opdrachtnemer een veiligheidsplicht: de opdrachtnemer moet – aldus de Toelichting – alle redelijke maatregelen nemen om te vermijden dat die risico’s zich realiseren bij de uitvoering van de opdracht.
- De rechtstreekse vordering van de hulppersoon bij niet-betaling
Er wordt verduidelijkt dat de rechtstreekse vordering van de hulppersoon tegen de opdrachtgever voor alle dienstencontracten geldt in het geval dat de opdrachtnemer de hulppersoon niet betaalt.
- Afschaffing van het duaal aansprakelijkheidsregime voor zichtbare en verborgen gebreken bij koop
Het duaal aansprakelijkheidsregime voor zichtbare en verborgen gebreken bij koop wordt afgeschaft. Beide vallen voortaan onder de verbintenis tot conforme levering en zijn aldus aan dezelfde regels onderworpen. De vrijwaringstermijn voor de verkoper is beperkt tot de gebreken die aan het licht komen binnen de 10 jaar na de levering.
- Bevrijding van aansprakelijkheid voor verborgen gebreken ten aanzien van ondernemingen
Anders dan in het huidige recht, zullen fabrikanten en gespecialiseerde verkopers zich in de toekomst ten aanzien van ondernemingen in principe ook kunnen bevrijden van aansprakelijkheid voor verborgen gebreken (al wordt die laatste term dus niet langer gehanteerd). Die bevrijding is niet mogelijk ten aanzien van consumenten.
- Eigendomsoverdracht zal niet langer resulteren in de overgang van het risico
Tenzij anders bepaald door partijen, zal de eigendomsoverdracht niet langer resulteren in de overgang van het risico. Het risico zal pas overgaan door de levering van het goed. Indien het goed aldus teniet gaat door overmacht voorafgaand aan de levering, kan de koper van het goed niet langer de levering ervan eisen maar is hij op zijn beurt ook wel bevrijd van de verbintenis om de prijs ervan te betalen.
- Buitengerechtelijke ontbinding en buitengerechtelijke nietigverklaring zullen niet meer mogelijk zijn bij onroerende verhuur en bij dadingsovereenkomsten
Buitengerechtelijke ontbinding en buitengerechtelijke nietigverklaring zijn niet mogelijk bij huurovereenkomsten voor een onroerend goed. Hetzelfde geldt voor dadingsovereenkomsten, al kan in dergelijke overeenkomsten, anders dan in huurovereenkomsten voor onroerende goederen, wel een ontbindend beding worden opgenomen.
14u15 – 14u30: vraagstelling en einde