19/09/23

Doorlichting van buitenlandse directe investeringen (BDI) verplicht vanaf 1 juli 2023

De Belgische regeling omtrent het doorlichten van buitenlandse directe investeringen is in voege sinds 1 juli 2023. 

Op 30 november 2022 werd een interfederaal samenwerkingsakkoord afgesloten dat kadert in de bepalingen van de Europese Verordening EU 2019/452 tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de EU (Foreign Direct Investment Regulation). Dit samenwerkingsakkoord is nu bevestigd en wordt nu uitgevoerd.

Het doel van de regeling bestaat erin de oorsprong, de omvang en de impact van internationale investeringen te controleren op de nationale veiligheid, de openbare orde en de strategische belangen van België en desgevallend te verhinderen dat ze plaatsvinden. 

Op die manier wenst men te voorkomen dat Europa en meer specifiek ons land de controle verliest over bepaalde gevoelige nationale sectoren zoals kritieke infrastructuren, kritieke technologie, grondstoffen, energie, defensie.

Het samenwerkingsakkoord voorziet in de oprichting van een Interfederale Screeningscommissie (ISC), een aanmeldingsplicht en een screeningsmechanisme van buitenlandse directe investeringen.

1. Welke investeringen?

Onder het begrip “Buitenlandse Directe Investering” wordt verstaan “elke soort investering door een buitenlandse investeerder die gericht is op het vestigen of handhaven van duurzame directe betrekkingen tussen de buitenlandse investeerder en de onderneming, met inbegrip van investeringen die een daadwerkelijke deelname aan het beheer van of de zeggenschap over deze onderneming mogelijk maken”.

Hieronder vallen meer specifiek:

  • Enerzijds investeringen die op rechtstreekse of onrechtstreekse wijze resulteren in het verwerven van minstens 10% van de stemrechten in ondernemingen en entiteiten die gevestigd zijn in België, die in het boekjaar voorafgaand aan de investering  een jaaromzet van meer dan 100 miljoen euro hadden en waarvan de activiteiten raken aan de sectoren van defensie, energie, cyberveiligheid, elektronische communicatie of digitale infrastructuren;

  • Anderzijds investeringen die op rechtstreekse of onrechtstreekse wijze resulteren in het verwerven van minstens 25% van de stemrechten in ondernemingen of entiteiten die gevestigd zijn in België, en waarvan de activiteiten raken aan

    • vitale infrastructuren voor energie, vervoer, water, gezondheid, electronische communicatie en digitale infrastructuur, media, gegevensverwerking of -opslag, luchtvaart, electorale of financiële infrastructuur, satellietnavigatiesystemen;
    • technologieën en grondstoffen van essentieel belang voor de veiligheid (met inbegrip van de gezondheidsveiligheid), landsverdediging of handhaving van openbare orde, militaire uitrusting en producten voor tweeërlei gebruik, technologieën van strategisch belang zoals AI, robotica, halfgeleiders, cyberbeveiliging, lucht- en ruimtevaartdefensie, energieopslag, kwantum- en nucleaire technologieën en nanotechnologieën;
    • de voorziening van kritieke inputs, waaronder energie en voedselzekerheid;
    • toegang tot gevoelige informatie, waaronder persoonsgegevens, of de mogelijkheid om zulke informatie te controleren;
    • de sector van de private veiligheid; en
    • vrijheid en pluriformiteit van de media.

Voor een buitenlandse directe investering ten belope van 25% van de stemrechten waarvan de activiteit te maken heeft met technologieën van strategisch belang in de biotechnologiesector, is daarbovenop nog vereist dat de onderneming waarin geïnvesteerd wordt in het boekjaar voorafgaand aan de investering een jaaromzet van meer dan 25 miljoen euro had.

Green field activiteiten zijn uitgesloten van deze regeling. Dat zijn investeringen die als doel hebben nieuwe economische activiteiten (“green field”) te creëren, zonder hierbij bestaande economische activiteiten over te nemen. 

2. Wie is een “buitenlandse investeerder”?

  • Elke natuurlijke persoon met hoofdverblijfplaats buiten de Europese Unie, en
  • Elke  onderneming uit een derde land, namelijk een onderneming die naar het recht van een derde niet-EU-lidstaat opgericht is en elke anderszins georganiseerde onderneming waarbij de statutaire zetel of hoofdactiviteit zich buiten de EU bevindt, alsook
  • Elke onderneming waarbij één van de uiteindelijke begunstigden (UBO) zijn hoofdverblijfplaats buiten de EU heeft.

Overheden, overheidsinstellingen, overheidsondernemingen en private ondernemingen en instellingen zijn ook onderworpen aan de regelgeving.

3. Hoe verloopt de procedure?

Elke voorgenomen investering die onder het toepassingsgebied van deze wet valt, moet – vóór de effectieve uitvoering – worden aangemeld aan de ISC. 

De ISC moet bepaalde informatie krijgen, onder meer over de eigendomsstructuur en de identiteit van de buitenlandse investeerder en de onderneming waarin deze plant te investeren, de deelneming in het kapitaal en de UBO, de waarde van de investering, de producten, diensten en ondernemingsactiviteiten van beide ondernemingen, de financiering van de investering en de oorsprong ervan. 

Concreet gaat de ISC toetsen of de voorgenomen transactie de openbare orde, nationale veiligheid of strategische belangen kan schaden.

De ISC kan beslissen om de toetsingsprocedure positief af te sluiten, al dan niet met bijkomende corrigerende maatregelen of de transactie te verbieden. De ISC kan ook een bijkomende screeningsprocedure inleiden. 

Op basis van de screeningsprocedure zal de ISC een verslag en een advies opstellen aan de bevoegde minister al dan niet met bijsturende maatregelen. Bijsturende maatregelen moeten nageleefd worden zodat de voorgenomen transactie goedgekeurd kan worden. Worden de bijsturende maatregelen niet nageleefd, dan wordt de procedure met een negatief advies afgesloten en wordt de transactie afgekeurd.

Belangrijk om weten is dat de uitvoering van de investering moet worden opgeschort zolang er geen definitief besluit is genomen.

Beroep is mogelijk tegen het definitieve besluit over de al dan niet toelaatbaarheid van de transactie. Het beroep heeft evenwel geen opschortende werking.

4. Sanctie 

De ISC kan een administratieve boete opleggen indien de aanmeldingsplicht niet wordt nageleefd. Deze boete kan gaan van 10% tot 30% van het bedrag van de investering.

5. Besluit

Deze regeling met betrekking tot buitenlandse directe investeringen is heel recent. Een evaluatie over de werkelijke impact ervan zal pas mogelijk zijn nadat er genoeg praktijkervaring is. 

Niettemin kan men op praktisch vlak al vaststellen dat de timing van transacties die onder de toepassing vallen of kunnen vallen van deze regeling sterk beïnvloed kan worden aangezien ze on hold moeten worden gezet in afwachting van een goedkeuring. 

Er wordt dus sterk aangeraden om bij iedere investering na te gaan of de BDI-regeling van toepassing kan zijn, en indien dit zo is met deze bijkomende termijn rekening te houden in de planning.

Denkt u dat u onderworpen bent aan deze regeling of heeft u bijkomende vragen hierover, aarzel niet om onze specialisten te contacteren: +32 (0)2 747 40 07 of info@seeds.law.

Leo Peeters
Gloria Inés Delgado Villegas

dotted_texture