Tijdens een vergadering op 9 april 2025 tussen de Orde van Vlaamse Balies, Avocats.be, de Dienst Subsidies van de FOD Justitie en een vertegenwoordiger van het kabinet van de minister van Justitie, werd een verontrustende boodschap gedeeld: in mei 2025 dreigen de pro-Deogelden niet te kunnen worden uitbetaald omdat er onvoldoende fondsen beschikbaar zijn
WAT IS ER CONCREET AAN DE HAND?
Momenteel is er nog geen federale begroting voor 2025 goedgekeurd. Hierdoor moet de overheid voorlopig werken met het systeem van de voorlopige twaalfden. Concreet betekent dit dat er voor de eerste helft van 2025 maximaal 100 miljoen euro beschikbaar is voor de tweedelijnsbijstand, terwijl er ongeveer 150 miljoen euro nodig is om de eerstvolgende betaling te kunnen uitvoeren.
De goedkeuring van de begrotingswet wordt ten vroegste in juni 2025 verwacht. Zelfs wanneer de begroting wordt goedgekeurd, betekent dit niet dat de betaling onmiddellijk volgt. Elke uitbetaling vereist immers een uitgebreide administratieve procedure. De minister van Justitie kan op dit moment dan ook geen concrete uitbetalingsdatum garanderen.
WAT ONDERNEMEN DE OVB EN DE BJB'S?
We hebben op 10 april 2025 per brief aan de minister van Justitie verzocht om dringend te remediëren voor deze dreigende niet-uitbetaling.
Ook de acht voorzitters van de Bureaus voor Juridische Bijstand hebben hun ernstige bezorgdheid over de gevolgen van deze situatie overgemaakt aan de minister. Zij onderstrepen dat de fundamentele rechtsbescherming van de meest kwetsbaren in onze samenleving in het gedrang komt als advocaten geen correcte en tijdige vergoeding ontvangen voor hun werk in het kader van de tweedelijnsbijstand.
Bovendien vroegen we al in januari 2025 om het koninklijk besluit inzake tweedelijnsbijstand aan te vullen met duidelijke engagementen over de timing van de betalingen. (Lees de brief van de OVB - Lees de brief van de BJB's)
HEEFT DIT IETS TE MAKEN MET DE TWEEDE BETALING VAN 2024?
Nee. De tweede betaling die eind 2024 uitzonderlijk werd uitgevoerd, werd correct aangerekend op de begroting van dat jaar. Die betaling heeft de huidige problematiek zelfs met 18 miljoen euro verminderd.
EN WAT MET DE TWEEDE BETALING VAN 2025?
De tweede betaling in 2025 komt pas in het laatste kwartaal, wanneer het probleem van de voorlopige twaalfden zich niet meer stelt. Die betaling komt dus niet in het gedrang. Meer nog: als de tweede betaling in de toekomst structureel even belangrijk wordt als de eerste, vermindert de kans op herhaling van dit soort situaties – op voorwaarde dat de begroting voldoende middelen blijft voorzien.
WAT STAAT ER OP HET SPEL?
Deze situatie raakt aan de kern van de rechtstaat. Wanneer betalingen aan advocaten worden uitgesteld of niet gegarandeerd zijn, komt de werking van het systeem van juridische tweedelijnsbijstand ernstig onder druk te staan. Minder advocaten zullen bereid zijn om hieraan deel te nemen, wat de toegang tot recht voor de meest kwetsbaren rechtstreeks bedreigt.
We houden het dossier nauwlettend in de gaten. In overleg met de Bureaus voor Juridische Bijstand en de lokale balies beoordelen we welke stappen nodig zijn, afhankelijk van het antwoord van de minister.
Auteurs
Nele Staessens, Directeur studiedienst en deontologie
Elke Steylaerts, Coördinator rechtshulp