15/11/20

Antwoord OVB op de sociale media hetze over DPA en Diplad

"Ik kan deze banvloek aan het adres van de advocatuur alleen maar betreuren en afkeuren”

Om de twee weken op vrijdag schrijft Peter Callens, de voorzitter van de OVB, de actualiteit van zich af. De afgelopen dagen volgde hij de hetze op sociale media over DPA en Diplad. Hij vindt de rechtstreekse aanval tegen de advocatuur zowel misplaatst als ongegrond. Dit is waarom.


Op sociale media is, vanwege enkelingen binnen de magistratuur, een oude hetze opgelaaid tegen het Digital Platform for Attorneys (kortweg DPA) en Diplad, de vennootschap die de OVB en de Vlaamse Ordes van advocaten hebben opgericht voor de digitalisering van het beroep.

Er vallen ongemeen scherpe woorden. Zo zouden Diplad en de OVB last hebben van tunnelvisie en zouden zij furieus reageren in plaats van het inhoudelijke debat aan te gaan. Diplad zou azen op de data van de collectieve schuldenregeling en alle vonnissen en arresten van het land, met de “medeplichtigheid” van de vorige minister van Justitie Koen Geens en diens kabinet. Het zou gaan om een “schaamteloze uitverkoop”, die “ongehinderd [voortgaat]”. “Privacy, economische belangen en de economische veiligheid van dit land worden achteloos te grabbel gegooid op de wereldmarkt.

De tijd is gekomen om een stand van zaken op te maken. Mijn conclusie zal luiden dat de rechtstreekse aanval tegen de advocatuur zowel misplaatst als ongegrond is.

Elektronische neerlegging van processtukken en authenticatie

Centraal in de discussie staat artikel 32ter van het gerechtelijk wetboek. Deze bepaling laat toe – ik resumeer – dat de neerlegging van processtukken op de griffie kan gebeuren via het “informaticasysteem van Justitie dat door de Koning wordt aangewezen”. Die mogelijkheid werkt in twee richtingen, dus ook voor kennisgevingen door de griffie aan een advocaat. Dat informaticasysteem bestaat uit het inmiddels bekende e-Deposit en de minder bekende e-Box. Het moet volgens de wettekst de “vertrouwelijkheid en effectiviteit van de communicatie” verzekeren.

Laat mij u even meenemen naar 2016. Terloops gezegd, in die tijd oefende ik geen beleidsfunctie uit in de balie. Dat geeft mij de vrijheid om onbevangen tegen de feiten aan te kijken.

Om artikel 32ter uit te voeren, kwam er op 16 juni 2016 een koninklijk besluit. Daarin gaat onze aandacht naar artikel 7: “Het e-Deposit systeem voorziet in een strikt en adequaat gebruikers- en toegangsbeheer dat toelaat gebruikers te identificeren, te authentiseren en hun relevante (…)  toegangsmachtigingen te controleren en beheren.

Voor de federale overheid waren er dan grosso modo twee opties. Ofwel deed zij het werk zelf en bekostigde zij de IT-uitbouw in lijn met de regelgeving. Ofwel vroeg zij andere actoren om dit werk deels voor hun rekening te nemen. De amechtige FOD Justitie koos, na de nodige consultatierondes, voor de tweede optie. Misschien was dat een foute of betreurenswaardige keuze, maar het staat vast dat dit de weg is geweest waarvoor de overheid opteerde.

Protocol met de juridische beroepen

Die beleidskeuze kreeg op 22 juni 2016 invulling in een 'Samenwerkingsprotocol tussen de federale overheid Justitie en de juridische beroepen inzake informatisering' – dat zijn de notarissen, gerechtsdeurwaarders en advocaten. Die drie beroepsgroepen ondertekenden het protocol via hun officiële organisaties. Voor de advocatuur waren dat de OVB en de OBFG.

Elke beroepsgroep moet instaan voor de identificatie van zijn gebruikers via een “elektronisch aanspreekbare authentieke bron” en is verplicht om haar “informatica-infrastructuur te ontwikkelen zodat ze aansluit op de platformen van de andere partners.”

De OVB doet wat haar is opgedragen en creëert via het DPA, samen met de OBFG, DPA-Deposit en een beveiligde advocatenkaart, die de vereiste authentieke bron biedt. DPA-Deposit wordt aangesloten op het e-Deposit-platform. DPA zet ook de JBox op, om aan te sluiten op de e-Box van de FOD Justitie. Voor de volledigheid: enkel de Ordes kunnen zowel praktisch als wettelijk op enig moment garanderen wie advocaat is.

In 2018 volgen er een KB en een MB die advocaten ertoe verplichten om, als zij elektronisch processtukken neerleggen, dat te doen via DPA-Deposit. De Raad van State vernietigt die verplichting in een arrest van 2019, op grond van de overweging dat artikel 32ter de Koning en de minister niet toeliet om deze verplichting op te leggen. De vereiste van een authentieke bron blijft echter onverkort van kracht.

De balie springt in voor een falende overheid

De Orde doet ondertussen nog veel meer dan alleen maar DPA-Deposit opzetten. Enkele voorbeelden. Zij creëert de IT-module die onontbeerlijk is voor de werking van de Bureaus voor Juridische Bijstand. Nochtans voorziet zowel het EVRM als de Grondwet dat de Staat – niet de advocatuur – moet zorgen voor kosteloze bijstand door een advocaat voor minderbedeelden.

Idem dito voor het IT-platform dat België in staat stelt zijn Salduz-verplichtingen na te leven en nieuwe veroordelingen door het EHRM te ontlopen. Door het achterblijven van de Staat verzorgt de balie zelf de IT-ontwikkelingen voor Salduz en het onderhoud daarvan. De Orde schiet alle kosten voor – de overheid betaalt pas met jaren vertraging wat zij ons verschuldigd is. De achterstand beloopt, voor de OVB, al bijna 800.000 euro. Ten slotte ontwikkelt de Orde de module Regsol, die faillissementen efficiënt kan monitoren en afwikkelen. Niemand van de betrokken actoren wil nog terug naar de vroegere toestand.

Tegenover die projecten staat er een kost van ongeveer EUR 25 miljoen. Ik steek er mijn hand voor in het vuur dat geen enkele overheid in staat zou geweest zijn al die IT-platformen te ontwikkelen voor een betere prijs en op kortere termijn. No way. Maar voor een organisatie als de balie blijft de investering zeer aanzienlijk. Op één of andere wijze moet zij die terugverdienen. Vandaag zijn wij er nog bijlange niet. Ik neem aan dat iedereen inziet dat het niet de verantwoordelijkheid van de balie is om overheidstaken over te nemen en zelf te bekostigen.

Beschuldigingen missen elke grond

De beschuldiging aan het adres van de OVB en Diplad, waarvan het kapitaal voor 100% toebehoort aan de OVB en de Vlaamse Ordes, is minstens dubbel:

Enerzijds argumenteert men dat e-Deposit gratis is, in tegenstelling tot DPA-Deposit. Dat zou onaanvaardbaar zijn vanuit het oogpunt van de rechtstaat. Kortom: DPA is overbodig, als het al niet schadelijk is. Dit argument snijdt echter geen hout:

  1. Gratis bestaat niet. Altijd is er iemand die betaalt, ook voor e-Deposit. Onze critici verkiezen dat de belastingbetaler deze kost betaalt, liever dan de systeemgebruiker. Dat is echter een ideologische keuze, niet een fundament van de rechtstaat.
  2. Dat DPA-Deposit betalend is, is normaal. Niet alleen moet de investering zich terugverdienen, maar bovendien zitten er in DPA-Deposit functionaliteiten die e-Deposit niet heeft. Zo heeft DPA bijvoorbeeld een helpdesk en vult het digitaal hiaten in wanneer e-Deposit downtime vertoont: DPA deponeert dan geautomatiseerd, wat e-Deposit niet bij machte is te doen.
  3. E-Deposit vervult het vereiste van authenticatie niet, terwijl DPA die garantie wel biedt. Onze critici minimaliseren dit mankement van e-Deposit, en dus de kans dat een niet-geautoriseerde partij processtukken zou neerleggen. Niet alleen ontkent dit argument de verplichting tot authenticatie, maar bovendien geeft het blijk van een achterhaalde kijk op cyberveiligheid. De bron moet anno 2020 wel degelijk geauthentiseerd zijn, zeker wanneer advocaten stukken digitaal neerleggen die verplicht door een advocaat ondertekend moeten zijn.

Anderzijds is er de bewering dat de balie of de – verguisde – privéonderneming Diplad via DPA of de JBox toegang wil krijgen tot alle vonnissen en arresten en dat zij deze samen met een uitgeverij commercieel wil exploiteren. Dit is een zuiver intentieproces. De OVB en Diplad hebben geen enkele afspraak met enige uitgeverij over vonnissen die zouden binnenlopen via de JBox.

Ontsluiting van alle vonnissen en arresten

De balie vraagt inderdaad een gedigitaliseerde toegang tot alle vonnissen en arresten. De beleidsnota van minister van Justitie Van Quickenborne bevestigt dat hij daar achter staat. Maar wat van belang is voor de discussie die wij hier voeren, is dat de JBox de balie geen toegang verleent tot de vonnissen zelf. De OVB, Diplad en DPA kunnen, mogen en willen deze vonnissen niet krijgen, anders dan als doorgeefluik in individuele dossiers, laat staan er commercieel voordeel uit slaan.

Wie daarentegen wel toegang heeft tot al die kostbare vonnissen, zijn bijvoorbeeld de IT-leveranciers van de FOD Justitie. Ik maak allerminst hun proces, maar stel vast dat enkel de OVB en Diplad het moeten ontgelden. Dat voorts andere juridische beroepen toegang krijgen tot gevoelige data, zoals de beslagberichten, lijkt evenmin aanleiding te geven tot kritiek. Velen mogen kennelijk waardevolle digitale data krijgen, zolang het niet de (Vlaamse) advocatuur is, in de persoon van de OVB of Diplad. Ik kan deze banvloek aan het adres van de advocatuur alleen maar betreuren en afkeuren.

De critici van de OVB en Diplad vergissen zich van vijand. Met de toestand waarin Justitie zich bevindt, is het van belang dat alle actoren met elkaar samenwerken om haar werking naar het gewenste niveau op te tillen, niet dat zij elkaar in de haren vliegen. Ik ben alvast bereid de dialoog aan te gaan, maar dan op basis van feiten en niet aan de hand van een intentieproces.

Met genegen groeten,

Peter Callens
Voorzitter OVB

dotted_texture