16/11/18

Dag van de Ondernemer - Nu een vennootschap oprichten of nog even wachten?

Vanaf volgend jaar wordt het mogelijk om een bedrijf op te richten zonder dat de ondernemer bij de oprichting 6.200 euro op een geblokkeerde rekening moet storten. Op zich geen reden om de oprichting van een vennootschap uit te stellen.

Volgend jaar, wellicht op 1 mei 2019, treedt het nieuwe wetboek van vennootschappen en verenigingen in werking. Vanaf dan wordt de besloten vennootschap (afgekort: de BV) dé vennootschapsvorm bij uitstek.
Een BV is een rechtspersoon met een eigen vermogen dat afgescheiden is van het privévermogen van de ondernemer. Zo kan de oprichter zijn privévermogen beschermen, mocht zijn bedrijf later schulden torsen.

De mogelijkheid om het privévermogen af te schermen tegen de schuldeisers van het bedrijf, bestaat nu ook al. Starters kunnen nu een BVBA (of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) oprichten. Die is vergelijkbaar met de toekomstige BV.

Geen minimumkapitaal

Maar er is een belangrijk verschil. Als de starter in de toekomst een BV wil oprichten, dan moet hij geen minimumkapitaal meer storten. Als de ondernemer nu een BVBA opricht, dan moet hij bij de oprichting 18.550 euro beloven aan zijn bedrijf waarvan hij minstens 6.200 euro effectief moet blokkeren op een rekening bij een bank. Die som kan zijn BVBA daarna wel aanwenden om investeringen te doen of om de eerste kosten te betalen.

In een BV moet de oprichter enkel inbrengen wat hij echt nodig heeft.
Verder wordt het volgend jaar mogelijk om een idee, knowhow of zelfs arbeidstijd in een BV in te brengen, ook al is het vaak moeilijk om op die inbreng een waarde te kleven. Nu kan dat niet. Tot slot zal de notaris meer mogelijkheden krijgen om de statuten van het bedrijf aan te passen aan de wensen van de oprichter. Zo kan de oprichter in de statuten voorzien dat zijn aandelen altijd meer stemrechten zullen opleveren dan de aandelen van latere aandeelhouders, zoals bijvoorbeeld de kinderen. Het nieuwe wetboek vennootschappen biedt veel meer mogelijkheden voor wie een bedrijf opricht.

Wachten of niet?

Het kan dus interessant zijn om te wachten met de oprichting van een vennootschap tot wanneer de nieuwe regels van kracht worden. Het enkele feit dat de oprichter geen minimumkapitaal meer moet storten, is echter geen goede reden om te talmen.
Want de oprichting van een bedrijf vergt altijd een financiële buffer.

De oprichter van een vennootschap moet altijd een financieel plan opstellen. Meer nog, die belangrijke verplichting wordt volgend jaar nog aangescherpt. In dat plan moet de ondernemer een schatting maken van de inkomsten en de uitgaven van zijn bedrijf voor een periode van minstens twee jaar na de oprichting. De starter moet goed nadenken over de vraag hoe zijn bedrijf de schulden de eerste twee jaar zal betalen.

Als de starter niet genoeg middelen voorziet om die eerste jaren financieel te overbruggen, riskeert hij bij faillissement persoonlijk op te draaien voor de schulden van zijn onderneming. Ook de banken, bij wie de starter aanklopt voor een krediet, zullen voldoende waarborgen eisen voordat ze een krediet toestaan. De kredietverstrekkers lopen liever geen risico. Daarom vergt de oprichting van een bedrijf nog altijd een financiële reserve.

Rol van de notaris

Ondernemers die hierover deskundig advies wensen, kunnen aankloppen bij de notaris. De notaris moet het financieel plan trouwens bewaren.
De notaris kan de starter adviseren over de vraag of de oprichting van een vennootschap in zijn specifieke situatie wenselijk is en/of vanaf wanneer. Is de oprichter gehuwd, dan zal de notaris rekening houden met de gevolgen voor het huwelijksstelsel.
De notaris brengt de behoeften van de ondernemer in kaart en stelt de statuten op. De notaris moet de statuten vastleggen in de oprichtingsakte. Tot slot zorgt hij via het zogenaamde eDepot voor de neerlegging op de ondernemingsrechtbank en de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad

dotted_texture