26/09/16

Inschrijving door zich te beroepen op de draagkracht van andere entiteiten

In overeenstemming met een constante rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, kan elke ondernemer zich, voor een welbepaalde opdracht, beroepen op de draagkracht van andere entiteiten.

Deze mogelijkheid bestaat ongeacht de aard van de relaties die tussen hem en deze entiteiten bestaan, voor zover er aan de aanbestedende dienst wordt aangetoond dat de kandidaat of de inschrijver werkelijk zal beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen van deze entiteiten.

Het loutere feit dat de richtlijn voorziet dat een ondernemer zich “in voorkomend geval” kan beroepen op de draagkracht van andere entiteiten, kan niet worden geïnterpreteerd in die zin dat een dergelijke ondernemer zich er slechts bij wijze van uitzondering op kan beroepen.

In de zaak die aan het Hof is voorgelegd (zaak C-324/14 van 7 april 2016), werd de vennootschap Partner uitgesloten van een overheidsopdracht voor de mechanische reiniging van de straten van de stad Warschau. Deze vennootschap wenste zich te beroepen op de draagkracht van een andere vennootschap waarvan de deelneming bestond uit een loutere verstrekking van advies- en opleidingsactiviteiten, zonder enige rechtstreekse deelname.  In dit verband stelt het Hof het volgende: “blijkens de verwijzingsbeslissing vergt in het bijzonder de winterreiniging specifieke vaardigheden, grondige kennis van de topografie van de stad Warschau en vooral het vermogen om onmiddellijk te reageren teneinde binnen een bepaalde tijd een bepaald niveau van onderhoud van de straten te bereiken”. In deze omstandigheden overwoog het Hof dat niet kan worden uitgesloten dat de deelname van de derde vennootschap, in de “loutere” hoedanigheid van verstrekker van advies en opleidingen, niet toereikend kan worden geacht om de hoofdinschrijver te garanderen dat de voor de uitvoering van die opdracht noodzakelijke middelen werkelijk ter beschikking worden gesteld.

Ten slotte herhaalt het Hof dat de richtlijn 2014/24 – die binnenkort in Belgisch recht zal worden omgezet – in dit verband wijzigingen aanbrengt. Thans wordt voorzien dat de ondernemers zich slechts op de draagkracht van andere entiteiten mogen beroepen “wanneer laatstgenoemden de werken of diensten waarvoor die draagkracht vereist is, zullen verrichten”.

dotted_texture