31/03/21

Een oplossing voor ondernemingen in moeilijkheden

De wetgever heeft eindelijk het Wetboek van economisch recht gewijzigd om het arsenaal van instrumenten waarover ondernemingen in moeilijkheden beschikken om hun herstel te bewerkstelligen, aan te vullen. De bekendmaking van deze wijzigingen in het Belgisch Staatsblad heeft plaatsgevonden op vrijdag 26 maart 2021 en de bepalingen treden onmiddellijk in werking.

De belangrijkste wijzigingen zijn de volgende:

  • Het niet neerleggen van bepaalde stukken samen met het verzoekschrift tot opening van een gerechtelijke reorganisatie wordt niet langer gesanctioneerd door niet-ontvankelijkheid. De onderneming in moeilijkheden is niet langer verplicht alle vereiste documenten in te dienen op het ogenblik van de neerlegging van het verzoekschrift. Deze stukken moeten echter nog steeds worden ingediend vóór de hoorzitting waarop het dossier wordt onderzocht. Indien de schuldenaar toch niet in staat zou zijn om de gevraagde documenten te verstrekken, dient hij een nota neer te leggen waarin wordt aangegeven waarom hij deze documenten niet heeft kunnen verstrekken. De rechtbank zal oordelen op grond van de overgelegde stukken.
     
  • Het is voortaan mogelijk om voorbereidende akkoorden voor de gerechtelijke reorganisatie af te sluiten, wat een echte innovatie is en in de praktijk van groot belang is.


Concreet kan een onderneming in moeilijkheden voortaan de voorzitter van de rechtbank verzoeken een gerechtsmandataris aan te stellen (die hij zelf kan voordragen) om haar latere reorganisatie te vergemakkelijken. De eenvoud en het geheime karakter van de procedure zijn aantrekkelijk: de benoeming van de gerechtsmandataris wordt niet bekendgemaakt, zodat de vennoten en de gezamenlijke schuldeisers van de onderneming in moeilijkheden niet worden ingelicht.

De gerechtsmandataris gaat vervolgens onderhandelingen aan met een of meer schuldeisers en heeft aanzienlijke macht: hij kan de tussenkomst van de voorzitter van de rechtbank vragen om voorwaarden en termijnen toe te staan. In zijn beslissing kan de voorzitter van de rechtbank vervolgingen door schuldeisers schorsen, zelfs indien zij een vonnis of een executoriale titel hebben tegen de onderneming in moeilijkheden.

Zodra een minnelijk akkoord is bereikt of een reorganisatieplan is opgesteld dat aanvaardbaar lijkt voor de schuldeisers, kan de gerechtsmandataris de rechtbank verzoeken de reorganisatieprocedure te openen. Deze procedure verloopt versneld aangezien de stemming van de schuldeisers over het plan binnen drie maanden na de inleiding van de procedure plaatsvindt.

In beginsel bestaat de mogelijkheid om voorbereidende akkoorden te sluiten slechts tot en met 30 juni 2021, maar het is niet uitgesloten dat deze periode daarna wordt verlengd, aangezien de bevoegde minister uiterlijk op 15 juni 2021 zal evalueren of de procedures passend zijn.

  • Ten slotte worden vanuit fiscaal oogpunt de waardeverminderingen en voorzieningen op schuldvorderingen op medecontractanten waarvoor een reorganisatieplan is gehomologeerd of een minnelijk akkoord is vastgesteld, vrijgesteld om de medecontractanten van ondernemingen in moeilijkheden ertoe aan te zetten daarmee in te stemmen, hetgeen een nuttige wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen is.

Deze nieuwe instrumenten bieden dus reële vooruitzichten voor reorganisaties door de nadelen van een gerechtelijke reorganisatie tot een minimum te beperken. Het blijft een feit dat anticiperen de sleutel tot een succesvol reorganisatieproces vormt.

Virginie Frémat - Partner, Antwerp

Pieter Dieltjens - Senior Associate, Antwerp

dotted_texture