12/03/15

Aangifte van nalatenschap - belangrijke wijzigingen in Vlaanderen

Sinds 1 januari 2015 int het Vlaams Gewest zelf de successierechten, die trouwens tot “erfbelasting” herdoopt werden. Er is evenwel meer aan de hand dan een simpele naamwijziging. De spelregels zijn te vinden in een nieuwe codex, maar bovenal zijn er belangrijke wijzigingen te signaleren wat de aangifte van nalatenschap betreft. En, de boetes zijn fors de hoogte ingegaan!

Nieuw “jasje” en benaming

Reeds geruime tijd zijn de gewesten in ons land bevoegd wat de successierechten betreft. Ze kunnen zelf de spelregels, de tarieven, verminderingen en vrijstellingen bepalen. De inning daartentegen– in officieel belastingjargon “de dienst” van de belasting genoemd – gebeurde tot op heden door de federale overheid (FOD Financiën). Elk gewest kan vrij beslissen wanneer het de inning zelf wil organiseren en beheren. Het Vlaams Gewest heeft beslist dit te willen doen vanaf 1 januari 2015. De inning zal nu gebeuren door VLABEL (Vlaamse Belastingdienst).

Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om de Vlaamse successierechten onder te brengen in de reeds bestaande Vlaamse Codex Fiscaliteit. Daarin zitten nagenoeg alle gewestbelastingen vervat waarover Vlaanderen bevoegd is, zoals de onroerende voorheffing, de belasting op de inverkeerstelling, diverse leegstandsheffingen enz. En sinds kort dus ook de successierechten. Die kregen overigens een nieuwe benaming en werden, naar Nederlands voorbeeld, tot “erfbelasting” herdoopt. Aan de tarieven, vrijstellingen (o.a. de Vlaamse vrijstelling voor de gezinswoning die geërfd wordt door de langstlevende partner) en verminderingen werd niets gewijzigd. Op andere terreinen zijn er echter wel ingrijpende wijzigingen te signaleren voor de burger.


Aangifte van nalatenschap

De Vlaamse erfbelasting wordt zoals in het verleden berekend aan de hand van een aangifte van nalatenschap die de erfgenamen zelf dienen op te stellen en (tijdig) moeten indienen. Nieuw is dat voortaan in Vlaanderen verplicht een modelformulier moet gebruikt te worden. Anders dan voorheen, gaat het thans om een formulier dat tal van voorgedrukte rubrieken en vakjes bevat en die de burger dient in te vullen. De aangifte van nalatenschap heeft meer de “look” van een aangifte in de personenbelasting gekregen. Het modelformulier is in Nederlandstalige versie te vinden op de website van VLABEL onder de rubriek formulieren (rechts bovenaan) - successierechten ( http://belastingen.vlaanderen.be). Er geldt een uitzondering voor aangevers van een faciliteitengemeente die een Franstalig formulier mogen aanvragen en indienen. Bovendien aanvaardt VLABEL, bij wijze van overgangsmaatregel, tot 31 maart 2015 het gebruik van de oude (federale) formulieren.

De indiening van de aangifte van nalatenschap geschiedt niet langer bij de regionaal bevoegde ontvanger van successie in functie van de woonplaats van de overledene doch bij één centraal punt, te weten VLABEL. De aangifte kan verzonden worden via de link op de website, per email of nog via gewone post naar het adres: Vlaamse Belastingdienst, Erfbelasting, Vaartstraat, 16 te 9300 Aalst.


Belastingverhoging bij laattijdige indiening ... ook al kreeg men uitstel!

De termijn voor indiening van de aangifte van nalatenschap is niet gewijzigd. Deze bedraagt nog steeds, te rekenen vanaf het overlijden: 4 maanden bij overlijden in België, 5 maanden bij overlijden in een land van de Europese Economische Ruimte (EER, d.i. de 28 lidstaten van de Europese Unie, uitgebreid met Ijsland, Liechtenstein en Noorwegen) en 6 maanden bij overlijden buiten de EER.

Ook aan de mogelijkheid om uitstel te vragen van indieningstermijn – bv. bij complexe erfenis, moeilijkheden bij het opsporen van activa of erfgenamen - werd niets veranderd. Bij een eenvoudig (lees: niet gemotiveerd) verzoek tot uitstel – dat bij VLABEL aangevraagd moet worden – zal deze laatste in principe een verlenging van 2 maanden toestaan. Verzoeken tot uitstel voor een langere periode zullen gemotiveerd moeten zijn en ook niet automatisch aanvaard worden.

In het verleden was het zo dat bij laattijdige aangifte een zeer beperkte boete werd geheven, te weten 25 eur per maand vertraging en per erfgenaam. Bovendien werd deze boete niet geheven als de aangifte, na bekomen verlenging van aangiftetermijn, binnen de verlengde termijn werd ingediend. Wel bleef de betalingstermijn gewoon doorlopen. Eenmaal de betalingstermijn was verstreken was een nalatigheidsintrest van 7% verschuldigd. Echter, de loop van deze intrest kon worden gestuit door het storten van een provisie op de rekening van de ontvanger van successierechten. Men raamde de verschuldigde successierechten zo goed en kwaad als mogelijk en stortte deze alvast op de rekening van de fiscus voor het verstrijken van de betalingstermijn en nog voor men vanwege de fiscus een verzoek tot betaling had ontvangen.

De spelregels op dit vlak zijn grondig overhoop gegooid en de boetes, thans onder de vorm van belastingverhogingen, zijn fors de hoogte ingegaan. Het wordt voor de burger opletten geblazen. Wanneer hij / zij niet zelf tot de aanmaak (en indiening) van de aangifte overgaat maar hiertoe een beroep doet op een professional (bv. notaris, belastingsconsulent enz.), is het aan te raden deze persoon onmiddellijk na het overlijden te contacteren opdat het dossier zo snel als mogelijk zou kunnen opgestart worden. Een tijdige indiening van de aangifte van nalatenschap is meer dan ooit wenselijk gelet op de zware financiële sancties.

Want, wat is er veranderd ? Drie belangrijke zaken: 1) de boete wegens laattijdige indiening is fors verhoogd, 2) er is nu ook boete (weliswaar een lagere dan de normale) verchuldigd indien de aangifte binnen verkregen verlengde termijn wordt ingediend en 3) de boetes kunnen niet meer voorkomen worden door het storten van een provisie.

Bij laattijdige aangifte is een belastingverhoging verschuldigd volgens volgend barema:
- indiening binnen de 5 maanden na het verstrijken van de wettelijke indieningstermijn termijn:
5%

- 10%, 15 %, 20 % bij indiening respectievelijk in de 6de tot de 11 maand, de 12de tot de 17de maand en na de 18de maand na het verstrijken van de wettelijke indieningstermijn.

Zelfs als een verlenging van de indieningstermijn door VLABEL is toegestaan en de aangifte wordt netjes binnen de verlengde termijn ingediend, dan nog is een belastinverhoging verschuldigd, weliswaar aan iets lagere percentages, te weten respectievelijk – in functie van de voormelde termijnen – 1%, 5%, 7,5% en 10%. Opgelet, wordt ook de verlengde indieningstermijn niet gerespecteerd dan worden dezelfde (hogere) belastingverhogingen toegepast die gelden als geen verlenging zou zijn toegestaan (dus 5%, 10%, 15% of 20%).

Het weze tenslotte herhaald dat aan de hier besproken belastingverhogingen wegens laattijdige indiening van aangifte niet kan ontkomen worden door het storten van een provisie / voorschot op de erfbelasting.

Afschaffing van de voorafgaandelijke schatting

De erfgenaam dient in de aangifte de goederen te waarderen op hun verkoopwaarde. Soms is dit geen eenvoudige klus. In het verleden kon daartoe desgewenst een beroep gedaan worden op het procedé van de voorafgaande schatting dat in het wetboek successierechten nauwkeurig geregeld was. Het kwam er op neer dat in gemeen overleg tussen de burger en de fiscus een deskundige werd aangesteld die een schattingsverslag opstelde dat bindend was voor beide partijen. Dit kon zeer interessant zijn. Wanneer bijvoorbeeld een onroerend goed door de deskundige geschat werd op 250.000 eur dan werd deze waarde weerhouden in de aangifte van nalatenschap. Als nadien de erfgenamen het huis wisten te verkopen aan een veel hogere prijs (bv. 300.000 eur), dan hoefden ze op deze meerwaarde (in casu 50.000 eur) geen bijkomende successierechten te betalen. Was er geen dergelijke voorafgaande schatting en vond de verkoop met meerwaarde binnen de twee jaar plaats, dan kon de fiscus wel op het verschil bijkomende successierechten invorderen.

Welnu, deze mogelijkheid tot voorafgaande schatting is niet langer opgenomen in de Vlaamse Codex Fiscaliteit. De Vlaamse administratie zal voortaan uitsluitend zelf tot schatting overgaan en deze weerhouden voor de berekening van de erfbelasting. Zijn de erfgenamen niet akkoord met de hogere waardering door de fiscus, dan moeten ze een administratieve bezwaarprocedure instellen of desnoods naar de rechter stappen. De fiscus wordt in dit nieuwe systeem dus rechter èn partij, en dit is uiteraard te betreuren. Er is in professionele middens veel kritiek te horen. Mogelijks zal de Vlaamse Administratie in de komende tijd dit probleem nog overdenken en de belastingplichtige een valabel alternatief aanbieden. Wordt dus eventueel nog vervolgd ...

Forfait voor kosten

Er is ook goed nieuws te melden! In de aangifte van nalatenschap dienen de erfgenamen niet alleen activa (onroerend goed, financiële middelen, auto enz.) op te nemen volgens hun verkoopwaarde, maar mogen ze tevens passiva, lees: schulden, in aftrek brengen. In het verleden (en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest nog steeds na 1 januari 2015) diende de werkelijkheid van deze schulden steeds bewezen te worden door toevoeging aan de aangifte van de nodige bewijstukken (kostennota’s, facturen, verklaringen van schuldeisers enz.). Thans is het voor de Vlaamse erfbelasting mogelijk te opteren voor een forfait.

De gewone schulden, zoals de zogenaamde “kosten van laatste ziekte” (ziekenhuis- en doktersrekening bv.) en de huishoudelijke schulden die nog open stonden op de sterfdag (elektriciteit, water, telefoon, internet enz.), mogen forfaitair begroot worden op 1.500 eur. Schulden die specifiek zijn aangegaan om onroerende goederen te verwerven of te behouden (bv. het nog openstaand saldo van een hypothecaire lening n.a.v. de koop of verbouwing van een woning) valt niet onder dit forfait. De werkelijkheid van dergelijke onroerende schulden dient nog steeds bewezen te worden via documenten. Het bedrag van de begrafeniskosten mag forfaitair bepaald worden op 6.000 eur. De beide forfaits zullen jaarlijks op 1 januari aangepast worden aan de index van de consumptieprijzen.

Het forfait wordt automatisch toegepast, tenzij de erfgenaam door een verklaring in de aangifte te kennen geeft te willen opteren voor een aftrek van de werkelijke schulden en/of werkelijke begrafeniskosten. Doet hij dit, dan moet hij – zoals in het verleden – de bewijsstukken meesturen. Wat dit betreft is er eveneens een versoepeling te signaleren. Het volstaat een copie van deze bewijstukken mee te sturen, het origineel is niet langer vereist. Indien er twijfel is over een bepaald stuk dan kan VLABEL het origineel wel opvragen.

Verder behoort een combinatie van forfait en werkelijke schulden tot de mogelijkheid. Men is dus niet verplicht een keuze te maken uit ofwel beide forfaits ofwel geen enkel forfait. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden voor het forfait van 1.500 eur voor de roerende schulden maar tegelijk voor een bewijs van de werkelijke begrafeniskosten (of omgekeerd).

Betaling via aanslagbiljet

Totaal nieuw is tevens de wijze waarop de Vlaamse erfbelasting zal geïnd. De erfbelasting wordt voortaan “ingekohierd” en er zal zoals in de personenbelasting een aanslagbiljet opgemaakt en verzonden worden. Deze aanslag kan worden gevestigd gedurende 5 jaar (9 jaar bij fraude) vanaf het aanvangen van de aangiftetermijn, d.i. in principe vanaf het overlijden. Het aanslagbiljet wordt opgemaakt op naam van de belastingplichtige maar wordt verzonden naar het adres van de woonstkeuze dat vermeld staat in de aangifte van nalatenschap. Zoals in het verleden kan men woonstkeuze doen op het adres van de overledene, bij één van de erfgenamen of op het adres van de professionele adviseur die bijstand verleende bij de opmaak van de aangifte (bv. kantoor van de notaris). De erfbelasting moet betaald worden binnen een termijn van 2 maanden vanaf de verzendingsdatum die vermeld staat op het aanslagbiljet. Ook deze betalingstermijn is dus nieuw. Vóór 1 januari 2015 was de betalingstermijn immers gekoppeld aan de toepasselijk indieningstermijn voor de aangifte (indieningstermijn + 2, dus had men respectievelijk 6, 7 of 8 maanden te rekenen vanaf het overlijden tijd om te betalen naargelang het overlijden plaatsvond in België, buiten België maar in de EER of buiten de EER).

Nalatigheidsintresten (thans nog steeds ad 7%) zijn verschuldigd als de erfgenamen niet betalen binnen de twee maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet. Ook dit was dus anders in het verleden. Toen liepen deze intresten automatisch vanaf verstrijken van 6 maanden (naargelang het geval 7 of 8 maanden) vanaf het overlijden.

Brussel en Wallonië ?

In deze gewesten is niets gewijzigd. De tarieven (en verminderingen of vrijstellingen) blijven ook hier ongewijzigd. De inning gebeurt nog steeds door de federale overheid en de indiening van de aangifte van nalatenschap kan nog steeds via de oude (blanco)formulieren bij de regionale kantoren van successie. Wordt de aangifte te laat ingediend, dan is nog steeds slechts 25 eur per erfgenaam per maand vertraging verschuldigd. Bovendien kan in deze gewesten bij laattijdige indiening nog steeds de nalatigheidsintrest van 7% ontlopen worden door tijdig een provisie op de verschuldigde successierechten te storten. De voorafgaandelijke schatting is ook nog steeds mogelijk. 

dotted_texture