17/03/12

Voorschotten in een procedure vereffening / verdeling ?

De procedure inzake vereffening en verdeling wordt volledig hervormd vanaf 01.04.2012.De hervorming neemt niet weg dat een vereffening en verdeling (zowel na echtscheiding als in het kader van een onverdeelde nalatenschap) soms jarenlang kan aanslepen. Dit heeft tot gevolg dat de ex-echtgenoot of erfgenaam vaak lange tijd moet wachten op het gedeelte dat hem toekomt. In sommige situaties kan het nuttig zijn om al over minstens een gedeelte van het kapitaal te beschikken in afwachting van het eindresultaat van de procedure. In de Wetgeving wordt deze mogelijkheid tot op heden niet voorzien, doch verschillende rechters hebben in het verleden dergelijke voorschotten toegekend, zowel in het kader van een echtscheiding als in het kader van een opengevallen nalatenschap.

De toekenning van een voorschot op het aandeel van de vereffening en verdeling van het huwelijksvermogen, dan wel nalatenschap kan worden gevorderd op twee manieren.

Conform art. 19, tweede lid Ger.W. kan de rechter alvorens recht te doen, in elke stand van de procedure, de toestand tussen partijen voorlopig regelen. De partij die dit wenst, dient dit te vragen via een eenvoudig schriftelijk verzoek, gericht aan de rechter bij wie de zaak op dat moment aanhangig is. Het is dus mogelijk om een voorschot te vragen op het moment dat men overgaat tot dagvaarding in vereffening en verdeling. Het voorschot dient dan gevraagd te worden aan de Rechtbank van Eerste Aanleg. Indien een boedelnotaris werd aangesteld, die zijn werkzaamheden reeds heeft aangevat, dient men zich te richten tot deze boedelnotaris teneinde een voorschot te verkrijgen. Wanneer de vordering tot het verkrijgen van een voorschot spoedeisend is, kan men zich wenden tot de Kortgedingrechter op grond van art. 584 Ger.W. De spoedeisendheid dient in dit geval wel bewezen te worden door degene die het voorschot vraagt. Over de voorwaarden, waarin men moet verkeren teneinde aanspraak te kunnen maken op een voorschot, heerst verscheidenheid binnen de rechtscolleges.

De volgende voorwaarden werden reeds weerhouden: behoeftigheid - duurtijd van de vereffe-ningsprocedure - het op aannemelijke wijze staven van de rechten die de vragende partij uiteindelijk zal kunnen laten gelden in de vereffening en verdeling - de vereiste van een onderpand - het niet in het gedrang brengen van de rechten van de andere partij. De voorwaarden moeten wel worden aangetoond in het kader van de specifieke omstandigheden. Zo is de financiële behoeftigheid geen noodzakelijke voorwaarde voor het verkrijgen van een voorschot, maar kan de intentie tot aankoop van een nieuwe woning ook een legitieme reden uitmaken. De financiële behoeftigheid kan dan wel een voorwaarde zijn om de spoedeisendheid in het kader van art; 584 Ger.W. te bewijzen.Er is weinig rechtspraak over de concrete begroting van het voorschot. De maximale bovengrens is in elk geval de rechten die men naar alle waarschijnlijkheid zal kunnen laten gelden aan het einde van de procedure. De rechter kan voor een éénmalig voorschot opteren, doch kan ook aan de vragende partij een periodieke maandelijkse uitkering toekennen.

dotted_texture