28/03/22

De algemene bepalingen en het verbintenissenrecht in het nieuwe Burgerlijk Wetboek zijn goedgekeurd

Het gaat vooruit met de aanneming van de tekst van het nieuwe verbintenissenrecht: afgelopen dinsdag 22 maart 2022 keurde de Commissie voor Justitie unaniem de boeken over de algemene bepalingen en verbintenissen (Boeken 1 en 5 Burgerlijk Wetboek) goed. Het is te verwachten dat het nieuwe verbintenissenrecht, na de stemming in de plenaire vergadering van het Parlement na de paasvakantie, eind 2022 in werking zal treden.

De toekomstige hervormingen van het burgerlijk recht zullen nog de buitencontractuele aansprakelijkheid, de bijzondere overeenkomsten, het zekerheidsrecht en de verjaring omvatten (Boeken 6, 7 en 9 BW).

De hervormingen van Boeken 1 en 5 bevatten enkele terminologische aanpassingen, zoals de definitie van subjectieve goede trouw en rechtsmisbruik.

Verder codificeren de hervormingen het thans geldende recht, ontwikkeld dankzij de rechtspraak en rechtsleer. Zo hebben de rechtsfiguren van de verrijking zonder oorzaak (nu “ongerechtvaardigde verrijking”), het verbod op rechtsmisbruik, de exceptie van niet-uitvoering, de gedeeltelijke nietigheid, de gekwalificeerde benadeling en de derde- medeplichtigheid aan contractbreuk een wettelijke verankering gekregen.

Belangrijker is de opname in het nieuwe verbintenissenrecht van evoluties onder meer met het oog op het verzekeren van het evenwicht tussen, enerzijds, de wilsautonomie van de partijen en, anderzijds, de rol van de rechter als bewaker van de belangen van de zwakkere partijen en van het algemeen belang. De meest in het oog springende nieuwigheid is de invoering van de imprevisieleer, terwijl deze altijd was uitgesloten in ons burgerlijk recht. Binnenkort zal de rechter gemakkelijker kunnen tussenkomen om het contractueel evenwicht te herstellen bij ernstig gewijzigde omstandigheden, hetgeen heden alleen bijvoorbeeld via de leer van rechtsmisbruik kan gebeuren.

Ook kunnen sancties bij contractuele toerekenbare tekortkomingen plaatsvinden louter op schriftelijke kennisgeving aan de schuldenaar, zoals buiten- gerechtelijke ontbinding, vervanging van de schuldeiser en prijsvermindering, terwijl vroeger doorgaans de tussenkomst van de rechter vereist was. Tenslotte werden instrumenten ingevoegd om eigen verbintenissen op te schorten of zelfs de overeenkomst te ontbinden bij vrees dat de contractspartij haar verbintenissen niet nakomt (de zogenaamde exceptio timoris en “anticipatory breach”).

Joanna Kolber - Partner - joanna.kolber@strelia.com

Camille Cornil - Senior Associate - camille.cornil@strelia.com 

Angélique Daponte - Associate - angelique.daponte@strelia.com

dotted_texture