27/11/19

Het Grondwettelijk Hof vernietigt de overgangsregeling inzake de activeringsbijdrage

De activeringsbijdrage is een bijzondere sociale zekerheidsbijdrage ten laste van de werkgever die ingevoerd werd met de programmawet van 25 december 2017.  Dankzij een overgangsmaatregel is de bijdrage niet verschuldigd voor situaties die hun oorsprong vinden in een regeling van voor 28 september 2017. Het Grondwettelijk hof acht deze overgangsmaatregel discriminerend, voor zover hij niet geldt voor situaties die hun oorsprong vinden in een regeling van in de periode tussen 28 september en 29 december 2017.

Context 

Sinds 1 januari 2018 moeten werkgevers een bijzodere sociale zekerheidsbijdrage, de activeringsbijdrage, betalen voor werknemers die vrijwillig vrijgesteld worden van arbeidsprestaties gedurende minstens een volledig kwartaal. Het percentage van de activeringsbijdrage hangt af van de leeftijd van de werknemer.  De bijdrage is niet verschuldigd wanneer de werknemer vrijgesteld wordt van prestaties lopende een opzeggingstermijn.

De bedoeling van de bijdrage is om werkgevers te responsabiliseren wanneer zij oudere werknemers met behoud van loon vrijstellen van prestaties, waardoor deze werknemers in de praktijk vroegtijdig de actieve arbeidsmarkt verlaten.

Bij de invoering van deze bijzondere bijdrage voorzag de wetgever een overgangsmaatregel waardoor de bijdrage niet verschuldigd is voor werknemers die voor 28 september 2017 in het systeem stapten, of op een latere datum op basis van een een CAO van voor die datum.

Deze overgangsmaatregel werd aangevochten voor het Grondwettelijk Hof omdat de keuze voor de scharnierdatum van 28 september 2017 arbitrair zou zijn.  De wet werd immers pas op 29 december 2017 gepubliceerd, waardoor de overgangsmaatregel zou moeten gelden voor alle situaties die hun oorsprong vinden in een regeling van voor die datum.

De beslissing van het Grondwettelijk hof

Het Grondwettelijk Hof is het eens met de kritiek op de keuze voor 28 september 2017 als scharnierdatum voor de overgangsmaatregel.

Volgens het Grondwettelijk Hof hadden werkgevers pas vanaf 29 december 2017 een goed zicht op de inhoud van de maatregel. Er is dan ook geen enkele gegronde reden om werkgevers en werknemers anders te behandelen al naargelang de situatie zijn oorsprong vindt in een regeling van voor of na de arbitrair gekozen datum van 28 september 2017.

Het Grondwettelijk Hof vernietigt de overgangsmaatregel dan ook voor zover hij niet geldt voor situaties die hun oorsprong vinden in een regeling die afgesloten werd in de periode tussen 28 september en 29 december 2017.

Te onthouden ?

De vrijstelling van de activeringsbijdrage geldt nu ook voor de werknemers die in een systeem van volledige vrijstelling van prestaties gestapt zijn op grond van een regeling die zijn oorprong vindt in de periode tussen 28 september en 29 december 2017.

Dit beroep tot vernietiging werkt retroactief, waardoor het in theorie mogelijk zou zijn om onverschuldigd betaalde activeringsbijdragen terug te vorderen van de RSZ. De RSZ heeft haar administratieve instructies op dit punt voorlopig nog niet aangepast.

Bron : GwH 24 oktober 2019, A.R. nr. 152/2019

dotted_texture