22/01/21

Wat u moet weten over het ICC-arbitragereglement 2021

Arbitrage is een belangrijke alternatieve geschillenbeslechtingsmethode die steeds meer aandacht krijgt van de bedrijfswereld voor het oplossen van internationale en nationale commerciële geschillen. Het ICC is een van de meest gerenommeerde instellingen in het beheer van internationale arbitrageprocedures en wordt om die reden vaak gekozen in arbitrageovereenkomsten. Op 1 januari 2021 is een bijgewerkte versie van het ICC-arbitragereglement in werking getreden (het Reglement 2021). Het Reglement 2021 is van toepassing op zaken die op of na 1 januari 2021 zijn geïntroduceerd. Het vorige reglement blijft van toepassing op eerder geïntroduceerde zaken.

Wij vatten een aantal van de belangrijkste veranderingen samen.

AANPASSINGEN VOOR MEERPARTIJENARBITRAGE

Een van de traditionele vragen bij arbitrage is hoe derden betrokken kunnen worden bij een reeds hangende arbitrage. De vorige versie van het ICC-arbitragereglement stond niet toe dat een derde werd betrokken bij een hangende arbitrage eenmaal er een arbiter was aangesteld of bevestigd, tenzij alle partijen daarmee instemden. Artikel 7(5) van het Reglement 2021 bepaalt nu dat een dergelijk verzoek tot tussenkomst ook in dat stadium mogelijk is en door het scheidsgerecht zal worden beoordeeld. Het scheidsgerecht zal over een dergelijk verzoek beslissen in het licht van alle relevante omstandigheden, zoals haar prima facie bevoegdheid over de tussenkomende partij, het tijdstip van het verzoek, het bestaan van een eventueel belangenconflict en de gevolgen van de tussenkomst voor de arbitrage. Het Reglement 2021 voorziet aldus een bijkomende flexibiliteit, zij het onder strikte voorwaarden om misbruik van dergelijke regels te voorkomen.

Het Reglement 2021 bevat eveneens een wijziging van artikel 10(b) betreffende de voorwaarden waaronder verschillende hangende arbitrages kunnen worden samengevoegd tot één enkele arbitrage. Het is nu mogelijk om verschillende arbitrages samen te voegen wanneer deze gebaseerd zijn op verschillende arbitrageovereenkomsten en niet alleen op dezelfde arbitrageovereenkomst (bijvoorbeeld wanneer verschillende verwante overeenkomsten worden gesloten die dezelfde geschillenbeslechtingsclausule bevatten).

DIGITALE PROCEDURESTUKKEN EN VIRTUELE HOORZITTINGEN

Arbitrage-instellingen hebben niet gewacht op de COVID-19 pandemie om te investeren in digitale instrumenten om de efficiëntie van arbitrage te verhogen. De COVID-19 pandemie heeft echter de groeiende digitalisering van internationale arbitrage versneld en het verloop van procedures op grond van het Reglement 2021 wordt duidelijk beïnvloed door de toegenomen rol van technologie. 

Volgens het Reglement 2021 is het niet langer vereist dat het verzoek om arbitrage en het antwoord op het verzoek op papier bij het secretariaat van het ICC worden ingediend, tenzij de verzoekende partij aandringt op het verzenden van papieren exemplaren.

Ook de communicatie tussen de partijen, het scheidsgerecht en het secretariaat van het ICC verloopt in principe alleen per e-mail.

Artikel 26(1) machtigt het scheidsgerecht nu uitdrukkelijk om, na raadpleging van de partijen, een virtuele hoorzitting te organiseren, zelfs als een partij zich daartegen verzet. De ICC had in zijn Guidance Note van 9 april 2020 betreffende de COVID-19 pandemie reeds aangegeven dat dit mogelijk zou zijn, maar er bleven onzekerheden bestaan. Dit wordt nu opgelost door het Reglement 2021. Het scheidsgerecht moet echter nog steeds rekening houden met de relevante feiten bij het nemen van een dergelijke beslissing (vooral als niet alle partijen het daarmee eens zijn), zoals in het bijzonder het risico dat de arbitrale uitspraak nietig zou zijn bij de afwezigheid van een fysieke hoorzitting. De virtuele hoorzitting kan plaatsvinden via videoconferentie, telefoon of een ander geschikt communicatiemiddel.

MEER TRANSPARANTIE MET BETREKKING TOT DE FINANCIERING DOOR DERDEN

In de loop der jaren hebben wij een toename gezien van het aantal gespecialiseerde bedrijven die partijen in internationale arbitrage financieren wanneer deze partijen niet bereid of niet in staat zijn om de procedure zelf te financieren. Een van de typische vragen is of dergelijke gefinancierde partij de financiering al dan niet aan het scheidsgerecht en de andere partij moet bekendmaken. Het Reglement 2021 vereist dat de partijen het scheidsgerecht, de andere partijen en het secretariaat van het ICC in kennis stellen van de identiteit van een derde die een regeling heeft getroffen voor de financiering van vorderingen of verweren en op grond waarvan deze een economisch belang heeft bij de uitkomst van de arbitrage (artikel 11(7)). Deze bepaling dient de arbiters te helpen bij het nakomen van hun verplichting om de omstandigheden bekend te maken die van dien aard zijn dat zij de onpartijdigheid of onafhankelijkheid van de arbiter in het gedrang kunnen brengen.

DISCRETIONAIRE BEVOEGDHEID VAN HET ICC OM ONGELIJKE BEHANDELING BIJ DE BENOEMING VAN ARBITERS TE VERMIJDEN

Een belangrijk voordeel van arbitrage en een fundamenteel verschil met een gerechtelijke procedure is de mogelijkheid voor de partijen om zelf een arbiter of arbiters te kiezen die deskundig zijn op het gebied van het geschil. Toch leidt de afgesproken wijze waarop het scheidsgerecht moet worden samengesteld vaak tot moeilijkheden, bijvoorbeeld wanneer het geschil meerdere eisers, verweerders of tussenkomende partijen omvat, hetgeen de aanvang van de arbitrageprocedure vertraagt of, erger nog, de geldigheid van de uitspraak in het gedrang brengt. 

Om dit te voorkomen, geeft het Reglement 2021 het ICC de bevoegdheid om, in uitzonderlijke omstandigheden, zelf het scheidsgerecht aan te wijzen, teneinde een aanzienlijk risico van ongelijke behandeling en onbillijkheid die de geldigheid van de uitspraak zou kunnen aantasten, te voorkomen (artikel 12(9)).

MAXIMUMBEDRAG VOOR DE TOEPASSING VAN DE EXPEDITED RULES VERHOOGD

Hoewel arbitrage over het algemeen niet te lijden heeft onder het probleem van achterstanden die partijen bij sommige rechtbanken kunnen ervaren, streven arbitrage-instellingen er altijd naar om de arbitrageprocedure te versnellen, wat de efficiëntie ervan verhoogt en de kosten ervan verlaagt. Een belangrijke (en succesvolle) maatregel in dit verband was de invoering van de Expedited Procedure in het ICC-arbitragereglement van 2017 (artikel 30 en bijvoegsel VI), waardoor partijen het ICC kunnen verzoeken om één arbiter aan te stellen die in beginsel binnen zes maanden uitspraak doet. Het Reglement 2021 breidt het toepassingsgebied van de Expedited Procedure uit tot geschillen met een waarde van niet meer dan 3 miljoen USD voor arbitrageovereenkomsten die op of na 1 januari 2021 zijn gesloten. Dit betekent dat meer geschillen versneld kunnen worden afgehandeld, waardoor de totale tijd die nodig is om tot een arbitrale uitspraak te komen, wordt verkort.

ONZE EERSTE INDRUKKEN

Het is duidelijk dat er bij de herziening van 2017 reeds werd gestreefd naar meer efficiëntie en flexibiliteit, in het bijzonder door de invoering van een Expedited Procedure. Met het Reglement 2021 blijft het ICC dezelfde doelstellingen nastreven. Zij streeft ook naar meer transparantie en versnelt haar digitalisering, waardoor de regels innovatief blijven en beantwoorden aan de problemen die de COVID-19 pandemie met zich meebrengt. 

dotted_texture