08/01/20

Naar een gedeeltelijke afschaffing van het publiek distributienet in het Waalse Gewest?

Het Waalse Gewest is de eerste entiteit van het land die op gedetailleerde wijze de Hernieuwbare Energierichtlijn omzet. Het Waalse decreet voert als centraal begrip de hernieuwbare-energiegemeenschap in, die beoogt elektriciteit te delen via het publiek distributienet of het lokaal transmissienet. Daarnaast heeft de decreetgever de voorwaarden voor de verlening van vergunningen voor directe lijnen verduidelijkt en versoepeld.

Achtergrond

Recent werd in het Belgisch Staatsblad een Waals decreet gepubliceerd dat het concept van de hernieuwbare energiegemeenschap in het Waalse recht invoert. De Waalse decreetgever is zo de eerste wetgever in België die op gedetailleerde wijze de Hernieuwbare Energierichtlijn 2018/2001 van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen omzet (zie ook Eubelius Spotlights maart 2019).

De Richtlijn bevat verschillende luiken, die beogen om een gemeenschappelijk kader voor de bevordering van de productie van energie uit hernieuwbare energiebronnen te creëren (artikel 1 van de Richtlijn). De Richtlijn heeft, naast andere instrumenten, ook betrekking op het recht op zelfverbruik van hernieuwbare energie en op het concept van de "hernieuwbare-energiegemeenschap".

De Richtlijn voorziet in een reeks maatregelen ter bevordering van de goede werking van het recht op zelfverbruik van hernieuwbare energie en van de hernieuwbare-energiegemeenschappen. De Waalse decreetgever heeft deze regels omgezet in het decreet van 2 mei 2019 (BS 13 september 2019).

Het Waals parlement heeft ook van de mogelijkheid gebruik gemaakt om de regels met betrekking tot directe lijnen te verduidelijken en enigszins te versoepelen.

Definities

Het decreet definieert de begrippen "hernieuwbare-energiegemeenschappen", "gezamenlijk zelf verbruikte elektriciteit" en "lokale perimeter". Het is van belang om een aantal constitutieve elementen van deze verschillende begrippen te belichten, zonder al te zeer in detail te treden.

De hernieuwbare-energiegemeenschap (hierna "HEG") heeft volgende kenmerken:

  • Een HEG beoogt elektriciteit te delen via het publiek distributienet of het lokaal transmissienet.
  • De elektriciteit die binnen een HEG wordt gedeeld, moet uitsluitend uit hernieuwbare energiebronnen of kwalitatieve WKK worden geproduceerd door productie- en desgevallend opslageenheden in het bezit van de HEG.
  • Het hoofddoel van een HEG bestaat erin om aan de deelnemers economische, sociale of milieuvoordelen te verschaffen, veeleer dan winst na te streven.
  • Een HEG is actief binnen een "lokale perimeter".

De lokale perimeter wordt gedefinieerd onder verwijzing naar de plaatsing van de aansluitpunten:

  • De aansluitpunten voor afname of injectie bevinden zich stroomafwaarts van een of meerdere openbare onderstations voor de omzetting van elektriciteit onder middel- en/of laagspanning.
  • De aansluitpunten moeten ook gelegen zijn in een geografisch gebied waarin het technisch, sociaal, ecologisch en economisch optimale deel van het net gemobiliseerd wordt om het lokale gezamenlijke zelfverbruik van hernieuwbare elektriciteit te bevorderen.

De gezamenlijk zelfverbruikte elektriciteit is de elektriciteit die door de hernieuwbare-energiegemeenschap wordt geproduceerd en die door haar deelnemers in dezelfde kwartuurperiode wordt verbruikt.

Regels met betrekking tot de hernieuwbare-energiegemeenschap

Het decreet stelt de HEG vrij van een leveringsvergunning voor elektriciteit voor de elektriciteit die zij gezamenlijk zelf verbruikt. Enerzijds verlaagt dit de administratieve last die op een HEG zou rusten, anderzijds bevordert dit de ontwikkeling van de HEG. Deze vrijstelling geldt echter slechts voor de door de HEG gezamenlijk zelfverbruikte elektriciteit. Dit lijkt te impliceren dat de decreetgever de HEG ertoe wil aanzetten om geen elektriciteit te produceren voor levering buiten de HEG.

De decreetgever heeft regels uitgevaardigd voor de goede werking van de HEG. Deze regels hebben onder meer betrekking op de personen die aan een HEG kunnen deelnemen ("iedere natuurlijke persoon, lokale overheid of kleine en middelgrote onderneming die in een lokale perimeter gevestigd is, kan deelnemen aan een hernieuwbare-energiegemeenschap", de grote ondernemingen zijn bijgevolg uitgesloten), de vertegenwoordiging van de deelnemers, de verhoudingen tussen de HEG en haar deelnemers, het statuut van een HEG, de mogelijkheid om het beheer van de HEG over te dragen aan een persoon die de enige gesprekspartner zal worden voor de netbeheerder.

Het decreet bepaalt in het bijzonder dat de HEG en haar deelnemers een overeenkomst sluiten die hun wederzijdse rechten en verplichtingen opsomt. De decreetgever heeft de Regering gemachtigd om de minimale inhoud van deze overeenkomst te bepalen, na advies van de CWaPE. De deelnemers aan een HEG genieten dus een zekere bescherming.

Wat met het publiek distributienet?

De HEG is een entiteit die mogelijk de veiligheid van het publiek distributienet in het gedrang kan brengen en de economische belangen van de distributienetbeheerder kan schaden. Daarom is de oprichting van een HEG onderworpen aan een voorafgaande vergunning van de CWapE, verleend na een omstandig technisch advies van de distributienetbeheerder. In die optiek bepaalt de decreetgever dat de drempels van gezamenlijk zelfverbruik door de CWaPE worden vastgesteld.

Het decreet verbiedt de distributiebeheerder om rechtstreeks of onrechtstreeks in het kapitaal van een HEG te participeren. De decreetgever heeft zo de autonomie van de HEG ten aanzien van distributienetbeheerders willen verzekeren.

Een reeks bepalingen beoogt de bevordering door de distributienetbeheerders van de uitrol van de HEG onder transparante en niet-discriminerende voorwaarden en bepaalt dat de distributienetbeheerders de op hun net verdeelde volumes elektriciteit analyseren. Elke distributienetbeheerder stelt een driejaarlijkse technische analyse op van de impact van de verschillende verrichtingen van gezamenlijk zelfverbruik.

Er wordt in een methodologie voorzien voor de tarificatie van de diensten van de distributienetbeheerders voor de HEG, dit om enerzijds te vermijden dat de deelnemers aan de HEG als free-riders het publiek distributienet zouden gebruiken zonder daarvoor financieel bij te dragen en anderzijds een bijdrage in de globale kosten van het distributienet te verzekeren. Nog volgens het decreet, moet deze tarifering evenwel de ontwikkeling van HEG's toelaten.

De deelnemers aan een HEG behouden tot slot de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit hun hoedanigheid van netgebruiker en worden op niet-discriminerende wijze behandeld ten opzichte van andere gebruikers van het net. Dit is belangrijk om de deelnemers afdoende te beschermen in geval van disfunctioneren van de HEG.

Wijzigingen met betrekking tot directe lijnen en gesloten beroepsnetten

Het decreet omvat nog een aantal bepalingen met betrekking tot de directe lijnen en de gesloten beroepsnetten. Zo wordt de aanleg van een directe lijn (net als directe leidingen voor gas) gefaciliteerd, nu deze niet langer een weigering van toegang van de aanvrager tot het net vereist of een afwezigheid van een aanbod om het net onder redelijke economische en technische voorwaarden te gebruiken. De nieuwe regeling zal de CWaPE zonder twijfel toelaten om eenvoudiger vergunningen te verlenen voor de aanleg van directe lijnen en directe leidingen.

De decreetgever heeft bovendien willen vermijden dat de HEG's als directe lijnen of beroepsnetten zouden worden beschouwd. De vergunningsvoorwaarden voor dergelijke projecten blijven dan ook strikt. Opdat deze voorwaarden de uitrol van HEG's niet zouden belemmeren, heeft de decreetgever aan de Regering de bevoegdheid verleend om te bepalen welke situaties geen gesloten beroepsnet uitmaken.


Bram Delvaux
bram.delvaux@eubelius.com

Marie Ruys 
marie.ruys@eubelius.com

Sietse Wils 
sietse.wils@eubelius.com

Gauthier Vlassenbroeck 
gauthier.vlassenbroeck@eubelius.com

dotted_texture