01/04/21

Private schadevergoedingsacties – beveilig je positie

Stel je voor…

Door het vele thuiswerk vergeet je je badge wanneer je voor het eerst sedert lange tijd naar kantoor gaat. Gelukkig kan de beveiligingsagent je binnenlaten in het kantoorgebouw.

Wat later ontvang je een nieuwsflash op je gsm – iets met ‘prijsafspraken’ en ‘beveiligingsfirma’s’. Je leest verder en blijkbaar is de Mededingingsautoriteit een grootschalig onderzoek gestart naar mogelijke concurrentiebeperkende praktijken in de beveiligingssector. Enkele grote spelers zouden zich schuldig hebben gemaakt aan prijsafspraken en marktverdeling. Ook de beroepsvereniging van de beveiligingssector zou betrokken zijn. Het valt je op dat het nieuwsbericht veel aandacht besteedt aan de ‘benadeelden’ van de praktijken.

Je moet onmiddellijk denken aan de man die je daarnet binnenliet in je kantoorgebouw. Is de beveiligingsfirma waar hij voor werkt ook betrokken? Zou je eigen bedrijf ook een ‘benadeelde’ kunnen zijn? En waar zou je bedrijf dan recht op hebben?

Even verduidelijken.

Wanneer ben ik een benadeelde partij? Dat ben je wanneer je schade hebt geleden door een inbreuk op het mededingingsrecht. Doorgaans wil dat zeggen dat je schade hebt geleden doordat je te veel hebt betaald als gevolg van die inbreuk (artificiële prijsverhoging).

Bij beveiligingsfirma’s zou het om zeer diverse types van benadeelden kunnen gaan. Zo zijn er bijvoorbeeld talloze ondernemingen die een beroep doen op de klassieke beveiligingsdiensten, zoals ook je eigen bedrijf. Maar het kan ook gaan om consumenten die thuis een alarminstallatie hebben, of zelfs de Belgische overheid.

Waar heb ik als benadeelde recht op? Volledige vergoeding van je schade, zeg maar de meerprijs die je ten onrechte hebt betaald. Je kan daartoe een minnelijke regeling proberen te vinden met je leverancier. Als dat niet lukt, kan je een vordering instellen voor de nationale rechtbank (private schadevergoedingsactie).

Het juridisch landschap van de private schadevergoedingsacties is aanzienlijk gewijzigd sinds een belangrijke Europese richtlijn werd aangenomen met als doel dat slachtoffers effectiever hun schade kunnen verhalen. Deze werd een drietal jaar geleden door alle EU-lidstaten, en dus ook in België, omgezet in nationaal recht.

Het basisprincipe blijft dat je als benadeelde de fout (de inbreuk op het mededingingsrecht), het bestaan en de omvang van de schade zal moeten aantonen, alsook het oorzakelijk verband tussen de fout en de schade. De wet vergemakkelijkt de taak van de benadeelde met een aantal vermoedens, waaronder het (weerlegbaar) vermoeden dat kartelinbreuken schade berokkenen. Als er dus sprake is van een kartelinbreuk gaat de wetgever er nu van uit dat er schade zal zijn. De omvang van de schade zal je nog steeds dienen aan te tonen.

Wat nu? De Mededingingsautoriteit beschikt over de mensen en middelen om een grondig onderzoek te voeren. Dat zal wel enkele jaren duren. Indien een inbreuk op het mededingingsrecht wordt vastgesteld (wat nog moet blijken), zal dat leiden tot een boetebeslissing van de Mededingingsautoriteit.

Tijdens het onderzoek wordt de verjaringstermijn gestuit. Hierdoor kan je schadevordering niet verjaren voordat de inbreuk wordt vastgesteld door de Mededingingsautoriteit. Je moet dus niet meteen vol uit de startblokken schieten. Je kan de uitkomst van de procedure afwachten. Maar volledig blijven stilzitten is niet aan te raden – je kan al een en ander voorbereiden.

Zo kan je als mogelijk benadeelde partij alvast alle nuttige documenten verzamelen. Denk hierbij aan afgesloten contracten of verrichte betalingen (facturen). Zorg ervoor dat deze documenten niet verloren gaan. Ga ook voldoende ver terug in de tijd. Een kartel dekt immers vaak meerdere jaren. Het is niet ongebruikelijk dat de veroordeling door de Mededingingsautoriteit tot tien jaar in de tijd teruggaat.

Verder bereid je je best ook voor op het verweer dat de inbreukplegers waarschijnlijk zullen voeren. Zij proberen bijvoorbeeld vaak aan te tonen dat je de meerprijs hebt kunnen doorrekenen aan je eigen klanten, en dat je dus zelf geen schade hebt geleden – dat heet het doorberekeningsverweer (passing-on defense). Om je te kunnen verdedigen tegen dat verweer, doe je er dus goed aan om documentatie rond je eigen kostenberekeningen te verzamelen en te bewaren.

Tijdens de procedure voor de nationale rechtbank zal je op jouw beurt om toegang kunnen verzoeken tot specifiek relevant bewijsmateriaal dat in handen is van de inbreukplegers.

Tot slot kan het alvast nuttig zijn contact te zoeken met de inbreukplegers eens het onderzoek wat verder gevorderd is, om een mogelijke minnelijke schikking te verkennen. Niet alleen zien benadeelden hierdoor sneller hun schade vergoed, de minnelijke schikking zal soms ook als een verzachtende omstandigheid in aanmerking genomen worden bij het bepalen van de boete van de inbreukpleger. De wetgeving voorziet in de regel ook in een opschorting van de verjaringstermijn gedurende het zoeken naar een minnelijke oplossing.

Concreet:

  • Je bent een benadeelde partij wanneer je schade hebt geleden die is ontstaan door een inbreuk op het mededingingsrecht.
  • Je hebt als slachtoffer recht op volledige schadevergoeding.
  • Je zal bij een private schadevergoedingsactie de fout, het bestaan en de omvang van de schade, alsook het oorzakelijk verband tussen de fout en de schade dienen aan te tonen. Je kan je hierbij beroepen op bepaalde vermoedens die nu in de wetgeving zijn ingeschreven.
  • Documenteer nu reeds zoveel als mogelijk je relatie met de mogelijke inbreukplegers, inclusief je eigen kostenberekeningen. Ga daarbij ver genoeg terug in de tijd. Zorg ervoor dat deze documenten goed bewaard worden.
  • Benader tijdig de inbreukplegers aangezien het vinden van een minnelijke oplossing voor beide partijen voordelen kan bieden.

Meer weten?

  • ‒Richtlijn 2014/104/EU betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken op de bepalingen van het mededingingsrecht van lidstaten en van de Europese Unie: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014L0104&from=EN.
  • Richtlijn 2014/104/EU is omgezet in Belgisch recht door middel van de artikelen XVII.71 t.e.m. XVII.91 van het Wetboek Economisch Recht.
  • Voor een bespreking van het regime voor schadevorderingen in België, zie de bijdrage van F. Wijckmans, M. Visser, K. Francken, M. Sengeløv en M. Wilson in The Private Competition Enforcement Review 2020 (The Law Reviews, Ilene Knable Gotts and Kevin S Schwartz (eds)), https://thelawreviews.co.uk/title/the-private-competition-enforcement-review/belgium
  • F. Wijckmans, M. Visser, S. Jaques en E. Noël, The EU Private Damages Directive, Practical Insights, Intersentia 2016.
  • De ‘In the Picture’ van juni 2019, ‘Hoeveel was mijn kartelschade nu ook al weer?', behandelt de schadeberekening bij private schadevergoedingsacties.

Maaike Visser, Counsel

dotted_texture