31/05/10

Commission vie privée autorise l'accès numérique au cadastre immobilier

Op 25 maart 2010 heeft de Privacy Commissie besloten om aan vastgoedmakelaars aangesloten bij het BIV digitale toegang te geven tot bepaalde gegevens van het kadaster. Het kadaster is een openbaar register dat ondermeer gegevens bevat betreffende de identiteit van de eigenaar, de exacte beschrijving en verbonden kadastraal inkomen van een onroerend goed. De concrete implementatie van deze machtiging staat nog niet op punt.

Op 25 maart 2010 heeft de privacy commissie beraadslaagd over de digitale toegang van vastgoedmakelaars tot de gegevens van het kadaster.

Het BIV (Beroepsinstituut Vastgoedmakelaars) had hiertoe een aanvraag ingediend op 26 november 2009. De reden hiervoor ligt in de verplichting van de vastgoedmakelaar om de uitvoerbaarheid van de zaak die deze bemiddelt na te gaan (o.a. controle van eigendomstitel, hoedanigheid van eigenaar, enz.), evenals de identiteit, hoedanigheid en exacte personalia van zijn opdrachtgever. Alhoewel het authentieke bewijs van vastgoedeigendom geleverd wordt door het hypotheekregister, bleek de toegang tot het kadaster nuttig voor de uitoefening van deze controle plicht.

De toestemming van de privacy commissie voor dergelijke toegang was vereist omdat de privacywet niet alleen van toepassing is op de semi-openbare registers, maar sinds de omzetting van de richtlijn nr. 95/46EG betreffende “de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het verkeer van die gegevens”, ook op de wettelijk openbare registers, zoals het kadaster.

De privacy commissie heeft besloten dat makelaars aangesloten bij het BIV onder bepaalde voorwaarden toegang krijgen tot sommige kadastrale gevens, nl. (i) identificatiegegevens van eigenaars van een goed, (ii) gegevens betreffende de reële rechten die een goed bezwaren (iii) beschrijving van een goed, (iv) kadastraal inkomen en (iii) het kadastraal plan.

De makelaars krijgen niet de mogelijkheid om de gegevens elektronisch te bewaren en een papieren versie mag slechts bewaard worden voor het beheer van hun beroeps- of deontologische aansprakelijkheid, uitsluitend gedurende de termijn waarin rechtszaken tegen hen ingesteld zouden kunnen worden. Bovendien moet de makelaar van zijn opdrachtgever de toestemming krijgen om deze informatie in het kadaster te consulteren. Deze instemming wordt best voorzien in de bemiddelingovereenkomst die tussen hen wordt gesloten.

Deze digitale toegang is nog niet in werking. Haar concrete toepassing zal afhangen van de tijd die de informatici van het BIV en het kadaster nodig zullen hebben om de toepassing ervan te realiseren.

Nota: Zie in dit verband ook het artikel “Herinnering: het KB van 12 januari 2007 - dwingende gevolgen voor de vastgoed bemiddelingsovereenkomst” in onze nieuwsbrief van december 2009

dotted_texture