23/04/19

Nieuwe spelregels voor jouw VZW

Onze recente blogartikels behandelden reeds verschillende onderwerpen omtrent de recente wetswijzigingen voor vennootschappen. Op 1 mei 2019 treden echter ook aangepaste regels in werking voor verenigingen. De VZW-wetgeving in de wet van 1921 op de verenigingen en stichtingen wordt immers mee opgenomen in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (hierna: “WVV”). Naast deze codificatie werden ook enkele wijzigingen doorgevoerd. We overlopen graag even deze wijzigingen.

Oprichting

Voor de oprichting van een VZW moest je vroeger met z’n drieën zijn. Vanaf 1 mei 2019 zullen twee oprichtende leden volstaan.

De oprichtingsakte zal vanaf nu binnen de 30 dagen na de oprichtende algemene vergadering moeten worden neergelegd. Deze termijn is nieuw, want vroeger bestond er geen echte neerleggingstermijn. Ook voor de erkenning en overname van voorbereidende (rechts-)handelingen, gesteld in de aanloop naar de oprichting van een VZW, wordt de regeling strenger, want de termijn hiervoor wordt verkort van zes naar drie maanden.

VZW = Onderneming

De vereniging zonder winstoogmerk zal worden beschouwd als een “onderneming”. Dit is ongetwijfeld één van de belangrijkste en meest ingrijpende wijzigingen. De kwalificatie als onderneming heeft veel meer om het been dan enkel het label.

VZW’s kunnen voortaan failliet verklaard worden. Daar waar het faillissement vroeger weggelegd was voor “handelaars”, werd het insolventierecht op dat vlak gevoelig uitgebreid met de Insolventiewet van 11 augustus 2017 tot invoeging van Boek XX in het WER. Sinds vorig jaar werd het faillissement breder opengetrokken naar “ondernemingen”. VZW’s vallen hier binnenkort ook onder en kunnen dus het voorwerp uitmaken van een faillissement. Tot nog toe was dat niet het geval en kon er enkel sprake zijn van een “deficitaire vereffening”.

De voormalige “Rechtbank van Koophandel” werd reeds omgedoopt tot “Ondernemingsrechtbank” en zal onder meer ook bevoegd zijn voor het beslechten van geschillen tussen twee VZW’s.

Winst en winstoogmerk

De wetswijziging biedt ook een wettelijke verduidelijking en liberalisering van het begrip “winstoogmerk”. De VZW blijft weliswaar een “vereniging zonder winstoogmerk”, maar de nieuwe WVV verduidelijkt dat het de VZW’s voornamelijk verboden is om aan haar leden een “vermogensvoordeel” uit te keren. Met vermogensvoordeel wordt niet enkel een dividend of andere vorm van winstuitkering bedoeld, maar kan verschillende vormen aannemen. Wedden aan personeel of onkostenvergoedingen aan vrijwilligers blijven wel mogelijk binnen de geldende normen.

De wetswijziging is minder ingrijpend dan het op het eerste zicht lijkt. Het verbod op winstuitkering bestond vroeger ook al. En hoewel er tevens een verbod werd voorzien op het voeren van handel en nijverheid, gaf Cassatierechtspraak uit 1935 reeds dat dergelijke activiteiten wél toegelaten waren voor zover deze steeds het belangeloos doel van de VZW ondersteunden.

Bestuur en Administratie

De VZW zal onder de nieuwe WVV op een gelijkaardige wijze bestuurd worden als daarvoor. De Raad van Bestuur beraadslaagt collegiaal en heeft het recht om periodiek kwijting te vragen voor haar bestuur. Bestuurders mogen thans wél woonplaats kiezen op de zetel van de VZW voor de uitoefening van hun mandaatsactiviteiten.

De bestuursaansprakelijkheid blijft grotendeels ongewijzigd: bestuurders zijn jegens de VZW enkel aansprakelijk voor zover hun handelingen en beslissingen het gedrag van een normaal, voorzichtig bestuurder in gelijkaardige omstandigheden kennelijk te boven gaan. De WVV voert wél een nieuwe hoofdelijkheid in het leven lastens de bestuurders en ten gunste van zowel de VZW zelf als derden. Deze hoofdelijkheid zal gelden wanneer het bestuur een overtreding begaat op de statuten of de WVV, zelfs wanneer het bestuur géén college vormt.

Minder ingrijpend, maar evenzeer een aandachtspunt is de verplichting van VZW’s om zich in te schrijven in de Kruispuntbank van Ondernemingen. De registratie mag dan wel verplicht zijn, voor VZW’s is deze kosteloos.

Daarnaast voert de nieuwe WVV verschillende wijzigingen door omtrent de verenigingsadministratie. Waar iedere VZW op de zetel een papieren ledenregister diende bij te houden, mag dat voortaan ook elektronisch. De rechten en plichten van de leden moeten wel steeds statutair worden vastgelegd en mag zulks niet meer in een “huishoudelijk reglement” of een ander niet-statutair document.

Een VZW handelt via haar organen. Contracten sluiten kan dus enkel bij optreden van haar bestuurders en vertegenwoordigers en binnen de grenzen van hun vertegenwoordigingsbevoegdheid. Dat is niet nieuw. Maar bij de vertegenwoordiging naar buiten toe moeten de bestuurders erover waken dat alle contracten, akten en stukken die de VZW moeten binden, tevens melding maakt van de hoedanigheid van vertegenwoordiging van alle ondertekenaars.

Fusies, overnames en splitsingen

De oude wetgeving voorzag geen regeling voor fusies, overnames en splitsingen van VZW’s met andere rechtspersonen. Indien er zich toch een dergelijke casus voordeed, moest dit op een eerder organische manier afgehandeld worden.

Aandelentransacties met een VZW als voorwerp zijn om evidente redenen niet mogelijk. Concentraties van VZW’s moeten noodgedwongen verlopen via een overdracht of inbreng van vermogen of vermogensbestanddelen. De WVV voorziet thans wél in een regeling van tegenstelbaarheid aan derden. Inbreng van vermogen moet worden gepubliceerd in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad, overdracht van onroerende goederen moet worden overgenomen in het hypotheekregister en voor immateriële activa moet de betrokken registratie worden aangepast.

De omzetting van VZW’s naar internationale VZW’s (of “IVZW”) of naar coöperatieve vennootschappen wordt ook mogelijk gemaakt.

Behoudens de mogelijkheid tot faillissement werd weinig gewijzigd aan de regels omtrent vereffening en ontbinding. De wetgeving voorziet thans wel in een zogenaamde “ééndagsvereffening”, waarbij de vereffening in één akte kan worden behandeld. In dat geval moeten alle schulden vereffend zijn, er mag geen vereffenaar aangesteld zijn en alle leden moeten aanwezig of vertegenwoordigd zijn op de algemene vergadering en de vereffening unanimiteit goedgekeurd hebben.

Inwerkingtreding

De WVV treedt in werking op 1 mei 2019. Vanaf dan zal iedere oprichting van nieuwe VZW’s dienen te verlopen volgens de nieuwe regels.

Voor bestaande VZW’s zal de nieuwe wetgeving pas van toepassing worden op 1 januari 2020. Zij krijgen wel nog tot 1 januari 2024 de tijd om hun statuten in overeenstemming te brengen met de WVV.

dotted_texture