09/05/19

Uitzonderingen op het herroepingsrecht gelden niet altijd

Inleiding

Wie online koopt, heeft het product nog niet kunnen passen of uittesten wanneer de overeenkomst gesloten wordt. Om dit nadeel weg te werken en online verkoop te bevorderen, werd het herroepingsrecht in het leven geroepen. Op basis van dit recht, kunnen consumenten tot veertien dagen na een online aankoop, het product terugsturen en is de verkoper verplicht om de kostprijs terug te betalen.

Bovenstaande behoeft evenwel enige nuance. In sommige gevallen geldt er geen herroepingsrecht. Dat is bijvoorbeeld zo wanneer een dienst al volledig is uitgevoerd binnen de veertien dagen na het sluiten van de overeenkomst. In dit geval moet de consument wel instemmen met het verval van het herroepingsrecht. Ook goederen die een beperkte houdbaarheid hebben, kunnen niet worden teruggestuurd.

Echter, dat men zich niet altijd op dergelijke uitzondering kan beroepen, werd duidelijk uit de beslissing van het Hof van Justitie van 27 maart 2019.


Feiten

Een Duitse consument had online een matras gekocht. De man wenste evenwel beroep te doen op zijn herroepingsrecht en stuurde de matras (binnen de voorziene veertien dagen) terug naar de handelaar alwaar hij vroeg om de initiële aankoopprijs terug te storten.

Echter, bij ontvangst van de matras had de consument de beschermfolie waarvan de matras voorzien was, verwijderd. De handelaar die de matras verkocht had, vond dat daardoor het herroepingsrecht niet van toepassing was. De Richtlijn[1] sluit namelijk het herroepingsrecht uit wanneer het verzegelde goederen betreft die niet geschikt zijn om te worden teruggezonden om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne en waarvan de verzegeling na de levering is verbroken.[2] Doordat de consument de beschermfolie verwijderd had, vond de handelaar dat de verzegeling verbroken was.


Prejudiciële vraag

Uiteindelijk kwam de zaak bij het Bundesgerichtshof terecht, dat een prejudiciële vraag richtte aan het Hof van Justitie. De vraag luidde of goederen (zoals matrassen) onder de uitzondering vallen en dus niet geschikt zijn om na normaal gebruik te worden teruggestuurd, ook al zijn er gepaste (reinigings-)maatregelen die een matras opnieuw geschikt kunnen maken voor verkoop.

Bij een positief antwoord, stelde het Bundesgerichtshof bijkomend een tweeledige bijvraag, namelijk (i) aan welke voorwaarden de verpakking moet voldoen om te spreken van een verzegeling in de zin van artikel 16, onder e), van de Richtlijn[3] en (ii) of de handelaar voor de inwerkingtreding van de overeenkomst de consument moet wijzen op het feit dat het herroepingsrecht vervalt indien hij de verzegeling verbreekt.


Antwoord van het Hof

In haar arrest van 27 maart 2019 bevestigde het Hof dat bij sommige producten verzegeling nodig is om de gezondheid te beschermen of om de hygiëne te waarborgen. Rationale daarachter is dat na verbreking van de verzegeling van de verpakking door de consument het gevaar bestaat dat een dergelijk goed niet opnieuw kan worden gebruikt door een derde (en dus niet opnieuw kan worden verkocht door de handelaar).

Volgens het Hof gaat dit echter niet op bij een matras. Zo oordeelde het Hof dat een matras, ook al is die misschien gebruikt, door dit loutere feit, niet definitief ongeschikt is voor een nieuw gebruik door een derde of voor een nieuwe verkoop. Om deze stelling te staven, haalt het Hof aan dat eenzelfde matras in een hotel door opeenvolgende gasten wordt gebruikt. Dergelijke redenering is enigszins verbazend vermits een consument die een matras koopt ervan uitgaat dat deze nieuw is, terwijl een hotelbezoeker weet dat de matras waarop hij slaapt reeds werd gebruikt. Verder wijst het Hof er ook op dat er een markt bestaat voor tweedehands matrassen en dat gebruikte matrassen grondig kunnen worden gereinigd. Tot slot stelt het Hof een matras gelijk aan een kledingstuk. Beiden komen tijdens het testen in aanraking met het menselijk lichaam en het Hof gaat ervan uit dat een matras, net zoals een kledingstuk, na terugzending ervan door de consument, door een behandeling zoals een reiniging of ontsmetting geschikt gemaakt kan worden voor nieuw gebruik door een derde, zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de eisen van gezondheidsbescherming of hygiëne.

Aangezien het Hof ontkennend op de eerste vraag antwoordt, wordt er niet geantwoord op de tweeledige bijvraag die wordt gesteld.


Conclusie

Het Hof komt dus tot de conclusie dat een matras, waarvan de bescherming door de consument is verwijderd na de levering ervan, niet valt onder het begrip „verzegelde goederen die niet geschikt zijn om te worden teruggezonden om redenen van gezondheidsbescherming of hygiëne en waarvan de verzegeling na de levering is verbroken” in de zin van artikel 16, onder e) van de Richtlijn consumentenrechten[4].

Handelaars die online matrassen verkopen, kunnen zich dus niet meer beroepen op de uitzondering op het herroepingsrecht en moeten teruggestuurde matrassen aanvaarden. Aldus rijst de vraag of dat de handelaar de matras moet aanvaarden indien er bijvoorbeeld eten op gemorst is. De handelaar moet de teruggestuurde matras aanvaarden, maar mag wel de waardevermindering van de matras in rekening brengen.[5]

Het volledige arrest kan u lezen op de website van het Hof van Justitie
 


[1] Richtlijn nr. 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad Voor de EER relevante tekst, Pb.L. 22 november 2011, afl. 304, 64.

[2] In België zit dit vervat in art. VI.53, 5° WER.

[3] Of art. VI.53, 5° WER.

[4] Of art. VI.53, 5° WER.

[5] Art. 14, 2 Richtlijn consumentenrechten of art. VI.51, §2 WER


Auteur: Johanna Coppens

dotted_texture