11/09/12

Omzendbrief overdracht familiale ondernemingen

In een eerdere nieuwsbrief werd reeds uitgebreid toelichting gegeven over de nieuwe fiscale regels omtrent de schenking en de vererving van familiale ondernemingen en vennootschappen die vanaf 1 januari 2012 gelden. De Vlaamse Regering heeft op 20 juli 2012 een omzendbrief gepubliceerd waarin meer toelichting wordt gegeven over het administratieve standpunt. Marlex zet de belangrijkste aandachtspunten voor u op een rijtje.

De basisprincipes

Sedert 1 januari 2012 geldt een vrijstelling van registratierechten voor schenkingen van activa van een familiale onderneming en van aandelen van familiale vennootschappen (nieuw artikel 140bis, § 1 Wetboek Registratierechten).

Daarnaast geldt een verlaging van het successierecht tot 3% (rechte lijn, echtgenoten of samenwonenden) of 7% (andere) bij verervingen van activa van een familiale onderneming en van aandelen van familiale vennootschappen (nieuw artikel 60/1, § 1 Wetboek Successierechten).

Omzendbrief FB 2012/1

De omzendbrief van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012 geeft meer duiding over de voorwaarden tot het bekomen van de vrijstelling of het verminderd tarief.

  • participatievoorwaarde

Voor familiale vennootschappen geldt dat de schenker of zijn erflater samen met hun familie minstens 50% van de aandelen in volle eigendom dient te bezitten. Deze drempel wordt verlaagd tot 30% indien de schenker of erflater samen met één of twee andere familiale aandeelhouderstakken respectievelijk 70% of 90% van de aandelen controleert.

De omzendbrief stelt dat met "andere aandeelhouders" enkel natuurlijke personen worden geviseerd. Participaties die ondergebracht zijn in een holdingstructuur, kunnen dus niet in rekening gebracht worden voor de berekening van de participatievoorwaarde. Anderzijds geldt wel dat enkele specifieke controlevehikels, zoals de maatschap en de stichting, als transparant worden beschouwd.

Er wordt wel aanvaard dat de spreiding van blote eigendom en vruchtgebruik binnen een familie geldt als gezamenlijke volle eigendom.

  • activiteit van de onderneming/vennootschap

De fiscale gunstmaatregelen zijn enkel van toepassing voor ondernemingen en vennootschappen die een “nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwactiviteit hebben of een vrij beroep uitoefenen”. De omzendbrief voorziet dat het niet voldoende is dat deze activiteit blijkt uit de statuten maar dat de vennootschap deze activiteit ook werkelijk moet uitoefenen. Er moet dus sprake zijn van een reële economische activiteit.

Volgens de omzendbrief gelden de fiscale gunstmaatregelen dus niet wanneer de onderneming of vennootschap "louter passief optreedt". Dit geldt o.m. voor het louter beheer van onroerende goederen (de zgn. patrimoniumvennootschappen" of voor het louter verkrijgen en aanhouden van deelbewijzen (de passieve holding). Voor bepaalde controlevehikels, zoals de maatschap en de stichting, wordt wel voorzien in een transparante beoordeling. De activiteit wordt m.a.w. bekeken op het niveau van de werkvennootschap en niet op het niveau van het controlevehikel.

Voor holdingstructuren geldt een bijzondere beoordeling. In eerste instantie moet nagegaan worden of de holding zelf een economische activiteit uitoefent (bvb. verrichten van intra-groepsdiensten). Indien dit het geval is, wordt de activiteit beoordeeld op het niveau van de holding. Slechts indien de holding geen eigen activiteit heeft, wordt gekeken naar de economische activiteiten van de dochters. Er is volgens de omzendbrief geen keuzemogelijkheid omtrent het niveau van de vrijstelling.

De beoordeling of er al dan niet sprake is van een reële economische activiteit, wordt in eerste instantie beoordeeld aan de hand van twee parameters in de jaarrekening.

  • De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (post 62) moeten meer bedragen dan 1,5% van het balanstotaal (post 20/58). Volgens de omzendbrief mag enkel rekening gehouden worden met het personeel ingeschreven in het personeelsregister. Vergoedingen aan bestuurders en zaakvoerders mogen dus niet in rekening worden gebracht.
  • De boekwaarde van het vastgoed (post 22) mag niet meer dan 50% uitmaken van de totale activa.

Wanneer een vennootschap in één van de drie laatste boekjaren aan deze cumulatieve voorwaarden voldoet, wordt deze weerlegbaar vermoed een “vennootschap zonder reële economische activiteit” te zijn. De omzendbrief verduidelijkt nu de manier waarop het tegenbewijs hiervan concreet kan worden geleverd. Zo zou kunnen aangetoond worden dat alle onroerende goederen die aanwezig zijn in de vennootschap worden aangewend voor de economische activiteit ervan en derhalve geen privaat patrimonium betreffen.

  • opschortende voorwaarde

De omzendbrief verduidelijkt dat bij een schenking onder opschortende voorwaarde de voorwaarden voor de vrijstelling zullen beoordeeld worden op het moment van het verlijden van de authentieke akte. Er wordt m.a.w. geen rekening gehouden met het moment waarop de voorwaarde wordt vervuld.

  • authentieke akte

De omzendbrief stelt uitdrukkelijk dat de schenking moet gebeuren bij authentieke akte. Schenkingen die eerst via handgift werden verricht, en later worden bevestigd middels een authentieke akte, kunnen niet meer van de vrijstelling genieten.

  • verdachte periode

De verdachte periode voor niet-geregistreerde schenkingen die “aan de voorwaarden van artikel 140bis, § 1 Wetboek van Registratierechten voldoen”, wordt verlengd van drie jaar tot zeven jaar. De omzendbrief verduidelijkt echter niet of de verlenging van de verdachte periode enkel geldt voor vennootschappen die effectief in aanmerking komen voor de vrijstelling, dan wel ook voor familiale vennootschappen die worden uitgesloten omdat ze geen reële economische activiteit hebben.

dotted_texture