27/01/22

Overeenkomsten moeten te goeder trouw worden uitgevoerd

De rechtbank kan nagaan of partijen hun overeenkomst te goeder trouw uitvoeren. In een arrest van 20 december 2021 herinnert het Hof van Cassatie eraan dat de rechter echter niet te ver mag gaan en zich niet zomaar in de plaats van de werkgever mag stellen, zelfs wanneer hij oordeelt dat deze laatste zijn overeenkomst niet te goeder trouw heeft uitgevoerd. Wanneer de werkgever een welbepaalde (lagere) bonus toekent en het bonusplan niet te goeder trouw uitvoert, kan de rechter dus niet zomaar de maximale bonus toekennen, zonder na te gaan of de werknemer deze ook zou ontvangen hebben wanneer de werkgever zijn rechten wél te goeder trouw had uitgeoefend.

Een werkgever meende dat zijn werknemer de bonusvoorwaarden (waaronder de vereiste van een ‘actieve betrokkenheid’ bij een welbepaald project) slechts gedeeltelijk vervuld had en besloot hem slechts 25% van zijn bonusbedrag uit te betalen. De werknemer was het hier niet mee eens en stapte naar de rechtbank om een hogere bonus te bekomen.

Het arbeidshof van Brussel volgde de werknemer en oordeelde:

  • dat er sprake was van een schending van het recht op verdediging omdat de werknemer niet de mogelijkheid had gekregen om zijn visie te geven over zijn ontoereikende prestaties;
  • dat de werkgever de werknemer minstens op de hoogte had moeten stellen van het feit dat zijn prestaties ondermaats werden beoordeeld, nu dat hem de gelegenheid zou hebben geboden om één en ander recht te zetten indien de opmerkingen terecht waren, of om de bevindingen te betwisten.

Door de bonus op die manier te herleiden tot 25% heeft de werkgever de overeenkomst niet te goeder trouw uitgevoerd, aldus het arbeidshof. Als sanctie werd de werkgever veroordeeld tot de betaling van de maximale bonus. Voor de werkgever had dit een zware financiële impact omdat niet alleen de integrale bonus moest worden betaald, maar deze betaling eveneens een impact had op de verschuldigde verbrekingsvergoeding en uitwinningsvergoeding.

Het Hof van Cassatie heeft het arbeidshof echter teruggefloten: als de rechter vaststelt dat een partij de overeenkomst niet te goeder trouw heeft uitgevoerd, kan hij niet om het even welke sanctie toepassen. Hij kan zich dus ook niet in de plaats van de werkgever stellen en de maximale bonus toekennen. Hij mag daarentegen slechts nagaan wat het resultaat zou geweest zijn als de overeenkomst wél te goeder trouw – en op normale en voorzichtige wijze – was uitgevoerd.

Zelfs wanneer de werkgever de goede trouw heeft geschonden, kan de rechter dus niet zomaar de maximale bonus toekennen:

  • zonder vast te stellen dat de werkgever het maximumpercentage van de bonus zou toegekend hebben als hij de overeenkomst wél te goeder trouw had uitgevoerd; en
  • zonder vast te stellen dat de normale uitoefening van het recht (in casu het recht van de werkgever om te oordelen in welke mate de bonusvoorwaarden zijn vervuld en het recht om in het licht daarvan het bonuspercentage te bepalen) de toekenning van de maximale bonus zou hebben geïmpliceerd.

Het Hof herinnert er in dit arrest dus aan dat de rechter het recht slechts tot zijn normale uitoefening mag herleiden of slechts het herstel mag opleggen van de schade die door het misbruik is teweeggebracht.


Actiepunt
 
Eerst en vooral is het belangrijk om te onthouden dat overeenkomsten moeten gerespecteerd worden (‘pacta sunt servanda’) en te goeder trouw moeten uitgevoerd worden.

Maar ook als deze verplichting tot ‘goede trouw’ niet zou worden gerespecteerd, mag de rechter de beoordeling niet in de plaats van de werkgever doen, noch mag hij de beoordeling van de werkgever zomaar teniet doen. Hij mag slechts nagaan of de werkgever zijn recht al dan niet op een kennelijk onredelijke wijze heeft uitgeoefend en hij mag het recht slechts tot zijn normale uitoefening herleiden.

dotted_texture