19/06/17

Wat nu ? Ik word gedagvaard door al mijn eigen klanten …

Stel je voor…

Ruim 10 jaar geleden was je onderneming betrokken bij een kartelinbreuk. Deze inbreuk kwam aan het licht omdat een van je concurrenten geklikt heeft bij de mededingingsautoriteit. Na een 5 jaar durend onderzoek krijg je een miljoenenboete op je bord.

Je hebt deze financiële kater en de reputatieschade voor je onderneming nog maar nauwelijks verwerkt wanneer je een telefoontje krijgt van het juridisch departement van je onderneming. Verschillende klanten hebben het nieuws opgepikt in de pers en menen schade te hebben geleden door de kartelinbreuk. Ze dreigen er nu mee om naar de rechter te stappen en schadevergoeding te eisen.

Je voelt de bui al hangen. Die miljoenenboete was nog maar het begin. Daarnaast komen er nu nog eens schadevergoedingen en dan nog wel gevorderd door je eigen klanten … Van slechte marketing gesproken. 


Even verduidelijken

Op 12 juni 2017 verscheen een wet in het Belgisch Staatsblad die tot doel heeft om rechtsvorderingen tot schadevergoeding wegens inbreuken op het mededingingsrecht te vergemakkelijken. De wet treedt binnen 10 dagen in werking. Het betreft de reeds lang aangekondigde omzetting in het Belgisch recht van een belangrijke Europese  richtlijn (EU kader voor schadevorderingen wegens mededingingsrechtelijke inbreuken).

De nieuwe regels blijven dus niet beperkt tot België. In alle EU-lidstaten treden er rond deze tijd gelijkaardige regimes in werking. Ze kunnen een tikkeltje van elkaar verschillen, maar komen eigenlijk allemaal op hetzelfde neer.    

Deze nieuwe spelregels moeten garanderen dat slachtoffers van inbreuken op het mededingingsrecht voortaan op effectieve(re) wijze hun schade kunnen verhalen. Slachtoffers kunnen afnemers of consumenten zijn die een te hoge prijs hebben betaald of een concurrent die uit de markt is gewerkt. 

De combinatie van onduidelijke regels en de moeilijke toegang tot bewijsmateriaal (dat vaak in handen is van de tegenpartij of de mededingingsautoriteit) ontmoedigden tot voor kort dit soort van acties. Ze werden vaak als overdreven lastig en kostelijk ervaren. Zeker voor een KMO of een doorsnee consument lag de barrière gewoonweg te hoog. De nieuwe wet komt hier nu aan tegemoet.


Concreet

Eenvoudigere procedures voor slachtoffers van een inbreuk op het mededingingsrecht

De Belgische wet voert enkele belangrijke vermoedens in om de bewijslast te verlichten:

  • Indien de inbreuk werd vastgesteld in een definitief besluit van de Belgische Mededingingsautoriteit of een arrest van het hof van beroep van Brussel geldt dit als onweerlegbaar vermoeden van de inbreuk. Beslissingen van de Europese Commissie hebben net hetzelfde effect. Slachtoffers kunnen dus gewoonweg naar deze beslissingen verwijzen om de inbreuk te bewijzen.
     
  • Indien het om een kartel gaat, geldt daarenboven nog eens een (weerlegbaar) vermoeden dat de inbreuk schade heeft berokkend. Hoeveel schade er is geleden moet nog aangetoond worden. Echter, dat er schade is geweest wordt vermoed.
     
  • Indien je een indirecte afnemer (bijvoorbeeld een eindklant) bent van de producten/diensten die het voorwerp hebben uitgemaakt van de inbreuk kan je genieten van een (weerlegbaar) vermoeden dat meerkosten aan jou werden doorgerekend. Het volstaat dat je de inbreuk, de meerkost voor de directe afnemer (bijvoorbeeld de distributeur die aan jou heeft verkocht) en de afname van de betrokken producten/diensten van de directe afnemer kan aantonen.

Daarnaast wordt de toegang tot bewijsmateriaal vergemakkelijkt. Je kan de rechter immers verzoeken om de tegenpartij of een derde (daarin begrepen de Europese Commissie en nationale mededingingsautoriteiten) te bevelen om toegang te verlenen tot specifieke relevante bewijsstukken die in hun bezit zijn. Op de niet-naleving van een dergelijk bevel of bij vernietiging van relevant bewijsmateriaal riskeert de betrokkene (of zijn vertegenwoordiger) een boete van 1.000 tot 10 miljoen euro.

Als slachtoffer kan je je voortaan tot elke inbreukpleger van een gezamenlijke inbreuk richten. Zo zullen bij een kartel ieder van de karteldeelnemers hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de volledige schade. Het slachtoffer kan zich tot de meest kapitaalkrachtige karteldeelnemer richten, ook al heeft het niets van die onderneming gekocht. Er gelden wel twee uitzonderingen op dit principe, met name voor KMO’s en de inbreukpleger die omwille van clementie een volledige vrijstelling van geldboetes kreeg.

De wet breidt tot slot de termijn uit waarbinnen je als slachtoffer je schadevordering moet instellen. Normalerwijze bedraagt de verjaringstermijn vijf jaar nadat je kennis krijgt van de inbreuk, de schade en de identiteit van de inbreukpleger. Deze termijn wordt nu gestuit tijdens het onderzoek van de mededingingsautoriteit. Hierdoor kan je vordering nooit  verjaren vooraleer de inbreuk definitief werd vastgesteld door die mededingingsautoriteit.

Voor inbreukplegers zijn er ook een aantal wetenswaardigheden 

De wet wil vermijden dat een onderneming uit vrees voor schadevergoedingsacties niet langer haar medewerking wil verlenen aan een onderzoek van een mededingingsautoriteit. Daarom bepaalt de wet dat bewijsmateriaal dat zich in het dossier van een mededingingsautoriteit bevindt tijdelijk beschermd wordt tot wanneer de mededingingsautoriteit haar procedure heeft beëindigd. Clementieverklaringen en voorstellen met het oog op een schikking genieten zelfs een absolute bescherming.

Als inbreukpleger heb je er voortaan ook alle belang bij om tot een minnelijke schikking te komen met de slachtoffers. De wet bepaalt immers dat de Belgische Mededingingsautoriteit dit in aanmerking kan nemen als verzachtende omstandigheid bij de bepaling van de  boete. Voor de vergoeding van resterende schade kunnen slachtoffers zich bovendien enkel nog tot de overige inbreukplegers richten. Indien de rechtsvordering reeds werd ingesteld, kan de rechter de procedure tot twee jaar opschorten wanneer partijen naar een minnelijke oplossing zoeken.

Ook slachtoffers worden aangespoord om mee te werken aan een minnelijke oplossing aangezien de verjaringstermijn voor het instellen van een rechtsvordering tot schadevergoeding gedurende die tijd wordt opgeschort.

Toepassingsgebied

Slachtoffers kunnen zich tot de Belgische rechtbanken wenden voor schadevorderingen tegen Belgische inbreukplegers of wanneer de inbreuk heeft plaatsgevonden op de Belgische markt, of nog wanneer dit forum wordt overeengekomen met de tegenpartij. De Belgische wet is ook van toepassing wanneer de Belgische markt (waarschijnlijk) beïnvloed werd door de inbreuk.


Meer weten?

  • De volledige tekst van de omzettingswet is terug te vinden via volgende link (PDF).
  • Een overzicht van de status van de omzetting in de diverse lidstaten kan u hierterugvinden.
dotted_texture