02/01/12

The Court of Justice on blocking counterfeit goods by customs

Op 1 december 2011 heeft het Europese Hof van Justitie in de zaken van Philips (C-446/09) en Nokia (C-495/09) een uitspraak geveld over de voorwaarden waaronder de douaneautoriteiten de doorvoer van namaak-goederen kunnen beletten. De houders van intellectuele rechten kunnen slechts goederen laten vasthouden door de douane indien er een gefundeerd vermoeden bestaat dat de goederen in de EU op de markt zullen worden gebracht en hier een inbreuk zullen uitmaken op intellectuele rechten. Gaat het om goederen die niet voor de Europese markt zijn bestemd maar enkel in doorvoer zijn, dan mag de douane deze niet in beslag nemen.

Op 1 december 2011 heeft het Europese Hof van Justitie in de zaken van Philips (C-446/09) en Nokia (C-495/09) een uitspraak geveld over de voorwaarden waaronder de douaneautoriteiten de doorvoer van namaak-goederen kunnen beletten. De Europese Anti-Piraterij Verordening 1383/2003/EG laat toe dat de douane, op verzoek van de houder van een intellectueel eigendomsrecht, goederen blokkeert als deze goederen van namaak verdacht worden. De douane kan de goederen maximaal 2 x 10 werkdagen vasthouden, en in deze periode moet de houder van een intellectueel recht het nodige doen om de goederen definitief in beslag te laten nemen of zelfs te vernietigen.

In de praktijk is er veel onzekerheid ontstaan over het recht van de douane om te treden in geval transitgoederen. Transitgoederen zijn goederen die zich fysisch wel in de Europese Unie bevinden en hier dus een inbreuk kunnen uitmaken op de intellectuele rechten, maar die bestemd zijn voor landen buiten de Europese Unie waar ze geen inbreuk uitmaken op intellectuele rechten. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er in die andere landen geen octrooi of merk bestaat of de goederen niet beschermd zijn door het auteursrecht, noch door het tekeningen- en modellenrecht. Maar in de werkelijkheid bestaat vaak het gevaar dat dergelijke transitgoederen toch op frauduleuze wijze hun weg naar de EU vinden, zodat de houders van intellectuele rechten er alle belang bij hebben om dergelijke goederen reeds te laten blokkeren door de douane in de transit zone.

Het Hof van Justitie deed nu uitspraak over transitgoederen in de samengevoegde zaken van Nokia en Philips. In de ene zaak werd een prejudiciële vraag gesteld door de Engelse rechter omtrent namaak Nokia-telefoons die afkomstig waren uit Hongkong, met bestemming Colombia. In de andere zaak stelde de rechtbank te Antwerpen een prejudiciële vraag omtrent een lading elektrische scheerapparaten die mogelijk inbreuk maakten op modellen- en auteursrechten van Philips. De goederen waren afkomstig uit China, met onbekende bestemming.

Het Europese Hof stelt dat de douane slechts transitgoederen kan vasthouden indien er een gefundeerd vermoeden bestaat dat de goederen die bestemd zijn voor andere landen toch in de EU op de markt zullen worden gebracht en hier een inbreuk zullen uitmaken op intellectuele rechten. Gaat het om goederen die niet voor de Europese markt zijn bestemd maar enkel in doorvoer zijn, dan mag de douane deze niet in beslag nemen.

Dit maakt het voor de houders van intellectuele rechten moeilijker om namaakgoederen tegen te houden door de douane. Slechts als er een gefundeerd vermoeden bestaat dat transitgoederen toch in de EU op de markt zullen worden gebracht kan de douane ze blokkeren. Volgens het Hof van Justitie zal er zo’n vermoeden bestaan wanneer de houders van intellectuele rechten bijvoorbeeld bewijzen dat deze goederen aan een klant in de Unie zijn verkocht of voor deze goederen een verkoopaanbieding is gedaan aan of reclame is gemaakt bij consumenten van de Unie, of wanneer uit documenten of briefwisseling betreffende deze goederen blijkt dat het voornemen bestaat om deze goederen naar de consumenten in de Unie om te leiden.

De douaneautoriteit moet deze goederen vasthouden van zodra zij beschikt over aanwijzingen dat het om namaak gaat, bijvoorbeeld omdat de bestemming van de goederen niet is aangegeven, omdat nauwkeurige of betrouwbare informatie betreffende de identiteit of het adres van de producent of de expediteur van de goederen ontbreekt, omdat er geen samenwerking met de douaneautoriteiten bestaat of omdat er documenten of briefwisseling aan het licht is gekomen die het vermoeden kunnen doen ontstaan dat de goederen mogelijk naar de consumenten in de Europese Unie zullen worden omgeleid.

dotted_texture