21/12/11

Milieuhandhaving: beroep bij het Milieuhandhavingscollege

Het Milieuhandhavingsdecreet van 21 december 2007 trad op 1 mei 2009 in werking (B.S. 29 februari 2008). Hierbij verschoof het accent overduidelijk van een strafrechtelijke naar een meer bestuurlijke handhaving.

Zo kan de afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (AMMC) bij de vaststelling van milieumisdrijven en –inbreuken een alternatieve of exclusieve bestuurlijke geldboete opleggen, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming. Uiteraard dient men zich hierbij niet zomaar neer te leggen.

De overtreder kan de bestuurlijke geldboete en de voordeelontneming aanvechten bij het Milieuhandhavingscollege. Aangezien de beroepsprocedure op 22 juli 2011 nog enigszins bijgestuurd werd via het decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur van 23 december 2010 (B.S. 18 februari 2011) dienen hierbij, mede gelet op de rechtspraak van het Milieuhandhavingscollege, tal van aandachtspunten en nieuwigheden in het oog gehouden te worden.

  • Termijn: het beroep moet, op straffe van onontvankelijkheid, binnen de 30 dagen vanaf de dag na de kennisgeving van de beslissing van AMMC ingediend worden (Zie ook: MHHC-11/4-VK van 15 maart 2010).
  • Waar het beroep voorheen de bestreden beslissing niet schorste, heeft zij nu een schorsende werking.
  • Vormvereisten: het verzoekschrift moet, op straffe van onontvankelijkheid, niet alleen gedag- en gehandtekend zijn (Zie: MHHC-11/9-VK van 23 augustus 2011). Zij moet ook de volgende elementen bevatten:
  • de naam en woonplaats van de beroepsindiener
  • de bestreden beslissing
  • de omschrijving van de ingeroepen bezwaren
  • de inventaris van de overtuigingsstukken

Het is uitermate belangrijk dat de beroepsindiener al de bezwaren en stukken opneemt in het verzoekschrift. Immers, na het indienen van het verzoekschrift, worden nieuwe middelen die niet in het verzoekschrift werden geformuleerd, uit de debatten geweerd en mogen enkel nog bijkomende stukken toegevoegd worden, voor zover deze nog niet bekend waren aan de beroepsindiener op het moment dat het verzoekschrift ingediend werd (Zie: MHHC-11/12-VK van 6 oktober 2011). Dienaangaande kan geen voorbehoud gemaakt worden om middelen, die niet in het verzoekschrift zijn opgenomen, aan te voeren (Zie: MHHC-11/14-VK van 17 november 2011).

  • Het verzoekschrift en alle stukken moeten per aangetekende post of door afgifte tegen ontvangstbewijs aan de griffie overgemaakt worden.

Het Milieuhandhavingscollege oordeelt vervolgens of de bestreden beslissing in overeenstemming is met onder meer de bepalingen van het Milieuhandhavingsdecreet en de beginselen van behoorlijk bestuur. Zij is evenwel niet bevoegd om de modaliteiten voor de betaling van de boete en of voordeelontneming (bv. inzake uitstel van betaling of een afbetalingsplan) vast te leggen. Hiervoor moet een verzoek gericht worden aan de bevoegde ambtenaar, belast met de inning en invordering van de bestuurlijke geldboeten, bij het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid (Zie o.a.: MHHC-10/2-VK van 15 december 2010; MHHC-10/3-VK van 15 december 2010).

Indien het Milieuhandhavingscollege het beroep gegrond verklaart, wordt de bestreden beslissing geheel of gedeeltelijk vernietigd en kan zij zelf een beslissing nemen over het boetebedrag en desgevallend over de voordeelontneming (volheid van rechtsmacht). Let wel, dit impliceert voortaan niet alleen dat het college het boetebedrag en/of de voordeelontneming kan verminderen of kwijtschelden, maar ook kan verhogen!

Tegen de beslissing van het Milieuhandhavingscollege, kan u zich enkel nog wenden tot de Raad van State, die zich als administratief cassatierechter over de desbetreffende beslissing zal buigen.

Zoals hierboven blijkt, zijn er dus heel wat zaken waarmee men rekening moet houden bij het indienen van een beroep bij het Milieuhandhavingscollege. Uiteraard zijn wij steeds bereid om u hierbij verder op weg te helpen.

dotted_texture