11/03/20

Het Hof van Cassatie verduidelijkt de omvang van de ontslagbescherming voor de werknemer die een pestklacht neerlegt

Volgens het Hof van Cassatie moeten de de redenen die de werkgever inroept om het ontslag te rechtvaardigen niet noodzakelijk vreemd zijn aan de feiten die in de pestklacht zelf vermeld worden

Context

Een werknemer die meent dat hij het slachtoffer is van geweld of pesterijen op het werk, kan een verzoek tot formele psychosociale interventie (voorheen "pestklacht") indienen op het niveau van de onderneming.

Dit heeft tot gevolg dat de werknemer beschermd is tegen ontslag. De werkgever mag de werknemer niet ontslaan, tenzij hij een reden vreemd aan de neergelegde klacht kan bewijzen. Slaagt de werkgever daar niet in, dan is hij de werknemer een beschermingsvergoeding verschuldigd gelijk aan hetzij een forfaitair bedrag (6 maanden brutoloon), hetzij de werkelijke door de werknemer geleden schade.

De omvang van deze ontslagbescherming gaf aanleiding tot heel wat controverse in de rechtspraak. Volgens bepaalde rechtspraak moeten de door de werkgever ingeroepen redenen voor het ontslag niet alleen vreemd zijn aan het feit dat een klacht werd neergelegd, maar ook aan de in de klacht aangevoerde feiten. Volgens een andere strekking dient de werkgever enkel aan te tonen dat het ontslag gebaseerd is op een reden die geen verband houdt met het neerleggen van de klacht zelf.

Het Hof van Cassatie beslecht nu deze controversiële kwestie.

Beslissing van het Hof van Cassatie 

Volgens het Hof verbiedt deze vorm van ontslagbescherming de werkgever om de arbeidsovereenkomst te beëindigen wegens het neerleggen van de klacht. 

De relevante wetsbepaling (artikel 32 van de "Welzijnswet" van 4 augustus 1996) houdt geen verbod in om het ontslag te baseren op redenen die verband houden met feiten die in de klacht zelf vermeld worden.

Het Hof interpreteert de ontslagbescherming restrictief. Een werkgever kan de beschermde werknemer dus wel degelijk ontslaan omwille van redenen die verband houden met de in de klacht vermelde feiten. 

Te onthouden? 

De werkgever die een werknemer ontslaat die een verzoek tot formele psychosociale interventie heeft ingediend, moet kunnen aantonen dat de ontslagredenen geen verband houden met het feit dat de werknemer een klacht heeft neergelegd.

De ontslagredenen hoeven echter niet per se vreemd te zijn aan de in de klacht aangevoerde feiten.

Wij wijzen erop dat het arrest betrekking heeft op een eerdere versie van de wet van 4 augustus 1996, die vandaag niet meer van kracht is. De gebruikte terminologie ("gemotiveerde klacht") is vervangen ("verzoek tot formele psychosociale interventie"). Wij menen evenwel dat dezelfde redenering kan worden toegepast om de omvang van de huidige ontslagbescherming te beoordelen, onder voorbehoud van een andere interpretatie door de feitenrechters.

Bron: Cass. 20 januari 2020, S.19.0019.F/1.

dotted_texture