27/02/20

Een alcoholverslaving is geen vrijgeleide bij tuchtmaatregelen

De Raad van State heeft een ambtshalve ontslag wegens herhaalde tekortkomingen ten gevolge van een alcoholverslaving aanvaard. Voor een eerste keer diende de Raad deze problematiek te onderzoeken in het licht van het verbod op discriminatie op basis van de “huidige of toekomstige gezondheidstoestand”. 

De feiten

Door een alcoholverslaving vertoont een ambtenaar zeer problematisch gedrag: te laat komen, afwezigheden, een negatieve werkhouding, enz. De overheid heeft jarenlang pogingen ondernomen om de ambtenaar hierin te begeleiden en bewust te maken van de problematiek. Er werden verschillende individuele voorstellen gedaan om de situatie te verbeteren zoals regelmatige evaluaties en gesprekken, verwittigingen, voorstellen om het uurrooster aan te passen en deeltijds te werken, enz. Maar zonder resultaat. 

Naar aanleiding van een incident van agressie op het werk in dronken toestand, werd uiteindelijk een tuchtprocedure opgestart, met een ambtshalve ontslag tot gevolg. 

De beslissing was gesteund op het incident, alsook op de algemene negatieve attitude ten aanzien van zijn collega’s en de overheid en het gebrek aan enige verbetering bij de ambtenaar.

De beslissing van de Raad van State 

De ambtenaar betwist het ontslag op grond van een ongeoorloofde discriminatie op basis van zijn gezondheidstoestand. Bovendien verwijt hij de overheid dat het proportionaliteitsbeginsel geschonden werd doordat de straffen niet gradueel opgebouwd werden en dat meteen de zwaarste sanctie werd opgelegd. De overheid zou dus het beginsel van “gradatie van de straffen” niet gerespecteerd hebben.

Volgens de Raad van State is er geen sprake van enige discriminatie, daar uit het dossier blijkt dat:

  • de alcoholverslaving een negatieve invloed had op de prestaties;
  • de overheid getracht heeft om de ambtenaar te helpen door individuele voorstellen te doen;
  • de ambtenaar zelf geen initiatieven genomen had om zich te herpakken.

Het feit dat er sprake is van een verslaving, maakt de betrokkene dus niet immuun tegen tuchtmaatregelen.

De Raad van State benadrukt verder dat ook feiten die op zich genomen niet heel zwaarwichtig zijn, wel aanleiding kunnen geven tot een zware sanctie, wanneer er sprake is van voortdurend en herhaaldelijk gedrag, zonder enige verbetering.

Ook het feit dat de overheid zich gedurende een zekere periode tolerant getoond heeft, sluit niet uit dat er later nog een tuchtprocedure volgt. De herhaling van tekortkomingen is immers schadelijk voor de reputatie van de dienst en van de collega’s, waardoor het vertrouwen geschonden is.

Tot slot aanvaardt de Raad van State dat de overheid in haar beslissing verwees naar feiten van meer dan 6 maanden voordien, aangezien er sprake was van een “voortdurende tekortkoming”, waarvoor de verjaringstermijn van 6 maanden pas begon te lopen naar aanleiding van het laatste feit.

Te onthouden? 

Een alcoholverslaving op zich leidt niet tot straffeloosheid. Wederkerend wangedrag ten gevolge van een verslaving kan het voorwerp uitmaken van een tuchtsanctie.

Dergelijke sanctie is niet discriminerend wanneer kan aangetoond worden dat de overheid zich ingespannen heeft om de ambtenaar te begeleiden en te helpen, maar dat de ambtenaar hier niet op ingegaan is. Een initieel tolerante houding sluit bovendien niet uit dat in een latere fase toch een tuchtsanctie opgelegd wordt, op grond van de voortdurende aard van de vastgestelde tekortkomingen en nalatigheden.

Bron: Raad van State, 5 november 2019, nr. 245.981, Meurice 

dotted_texture