31/03/11

The Belgian statute of 19 December 2005 on pre-contractual information does not apply to agency agreements

Er bestond discussie in de Belgische rechtsleer of de wet precontractuele informatie en de zware administratieve verplichtingen die deze wet oplegt, ook van toepassing zijn bij het afsluiten van agentuurovereenkomsten. Het Hof van Beroep te Gent beslist op 3 november 2010, dat dit niet het geval is.

vyIn het geschil dat werd voorgelegd aan het Hof te Gent, verkocht een onderneming haar handelszaak aan een andere vennootschap. Gelijktijdig engageert de onderneming zich, in hoofde van de gewezen zaakvoerder, om nog enige tijd actief te blijven in deze nieuwe vennootschap als free lance verkoper, die vergoed wordt op basis van een commissie. Deze overeenkomst wordt door partijen een “samenwerkingsovereenkomst” genoemd.

Op basis van deze kwalificatie als “samenwerkingsovereenkomst” probeert de onderneming de nietigheid van deze overeenkomst te bekomen wegens een gebrek aan precontractueel informatiedocument, zoals opgelegd door de wet van 19 december 2005 op precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten.

Volgens de onderneming vormen de overeenkomst tot overdracht van de handelszaak en de samenwerkingsovereenkomst één geheel, zodat er een commerciële samenwerkingsovereenkomst is, waarbij een recht verleend wordt op een commerciële formule. De overdracht van handelszaak verleent volgens de onderneming een recht op een commerciële formule zoals gedefinieerd in artikel 2 van wet precontractuele informatie, nu de overdracht van de handelszaak gepaard gaat met een ‘commerciële en technische bijstand’.

Het Hof van Beroep verwerpt terecht deze argumentatie en stelt dat de twee overeenkomsten te onderscheiden zijn. De overdracht van een handelszaak is geen samenwerkingsoverenkomst in de zin van de wet precontractuele informatie nu er geen recht op een commerciële formule wordt verleend, maar integendeel een eigendomsoverdracht tot stand komt van vaste bestanddelen. Deze overeenkomst is dus niet onderworpen aan een verplichting van precontractuele informatie.

Het Hof van Beroep kwalificeert daarnaast de “samenwerkingsovereenkomst” met de free lance verkoop op commissie terecht als een agentuurovereenkomst. De agentuurovereenkomst is evenmin een “samenwerkingsovereenkomst” in de zin van de wet precontractuele informatie, nu deze wet enkel van toepassing is op overeenkomsten waardoor de rechtsverkrijger “in eigen naam en voor eingen rekening” zal werken.

In bepaalde rechtsleer, waren verschillende auteurs van mening dat de voorwaarde “werken in eigen naam en voor eigen rekening” enkel betrekking had op het sluiten van de samenwerkingsoverenkomst, en niet op het uitvoeren ervan.

Het Hof van Beroep te Gent stelt nu duidelijk dat het de bedoeling van de wetgever was enkel overeenkomsten waarbij de rechtsverkrijger de commerciële formule zal gebruiken voor een activiteit waarvoor hij zelf het economisch risico draagt aan precontractuele informatie te onderwerpen.

De wet is dus niet van toepassing op agentuursovereenkomsten.

dotted_texture