29/06/15

Hiërarchie van de remedies onder het consumentenrecht

De regeling inzake consumentenkoop voorziet in een hiërarchie tussen de verschillende sancties die toepassing vinden wanneer een consument bij een professionele verkoper een consumptiegoed heeft gekocht dat "niet conform is aan de overeenkomst". Wat is het gevolg indien de consument deze hiërarchie niet respecteert

Er moet allereerst een onderscheid gemaakt worden tussen twee situaties. De verplichting voor de consument om, voor alle andere nagestreefde remedies (passende prijsvermindering of ontbinding van de overeenkomst), eerst een oplossing in natura (herstelling of vervanging van het niet-conforme goed) na te streven geldt voor zoverre "één en ander niet onmogelijk of buiten verhouding zou zijn" (artikel 1649quinquies, § 2 B.W.). De eerste vraag die zich aldus stelt is de vraag naar het redelijke karakter van de eis van de consument te verlangen dat hij eerst een oplossing in natura nastreeft. Wat de verkoop van dieren betreft, is bijvoorbeeld door veschillende rechtbanken en hoven van beroep aanvaard dat van de consument die gehecht is aan een dier niet kan verlangd worden dat het (ziek verkochte) dier wordt teruggeven. Consumenten die bij een professioneel verkoper een ziek dier hebben gekocht kunnen dus wel degelijk een beroep doen op een alternatieve remedie. Wanneer het dier nog leeft zal dit gebruikelijk de passende prijsvermindering zijn aangevuld met een schadevergoeding onder gemeen recht (artikel 1649quinquies, § 1 B.W. samengelezen met artikel 1382-1383 B.W.). 

Andere hypothese zijn die situaties waarbij geacht moet worden dat het niet onredelijk is te eisen van de consument dat hij eerst een oplossing in natura nastreeft. Als voorbeeld kan een zaak behandeld voor de rechtbank van eerste aanleg van Tongeren dienen (vonnis uitgesproken op 14 juni 2010). In deze zaak had een echtpaar een mobilhome gekocht die beschikte over een koelkast van het merk Electrolux die niet koelde op gasstand of op 12 volt (weliswaar deed de koelkast het wel op 220 volt). Het echtpaar had echter de beslissing genomen de koelkast te laten herstellen zonder deze eerst aan te bieden aan de verkoper met het oog op een herstelling of zonder aan de verkoper de vraag te stellen om een (nieuw en werkend) vervangtoestel te krijgen. Omdat er geen dringende noodzaak tot herstelling was en omdat de rechter het niet onredelijk achtte om van de consument te eisen dat deze eerst bij de verkoper een remedie in natura (herstelling of vervanging) zou nastreven zonder meteen het heft in eigen handen te nemen, wees de rechtbank de vordering in prijsvermindering af.

Welke lessen kunnen nu getrokken worden uit het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van Tongeren? Ten eerste, wanneer een herstelling niet (buitengewoon) dringend is en wanneer het niet gaat over een consumptiegoed dat de consument niet graag vervangen zou zien (bvb. een oldtimer) of dat de consument niet graag zou afgeven (bvb. een dier), dan is de consument verplicht om de verkoper eerst in gebreke te stellen en hem de kans te bieden namens hem over te gaan tot vervanging of tot herstelling. Slechts wanneer de verkoper hier niet op ingaat, kan aan de rechtbank - tenminste wanneer er inderdaad voldaan is aan het bewijs dat het consumptiegoed behept was met conformiteitsgebreken - gevraagd worden om de verkoper tot de herstelkosten te veroordelen, hetzij de verkoper te veroordelen een passende prijsvermindering toe te staan. Heeft de consument de stage van de ingebrekestelling overgeslagen (terwijl die wel een nuttig effect kon hebben omdat herstelling in natura nog mogelijk was) dan dreigt de vordering van de consument ongegrond te worden verklaard door de rechter, hoezeer ook het bewijs van de aanwezigheid van een conformiteitsgebrek is geleverd. Een gewaarschuwd consument is er twee waard!

Van het consumentenrecht wordt soms gedacht dat het "eenvoudig" is, doch bovenstaande "mobilhome-zaak" toont aan dat er best niet over één nacht ijs wordt gegaan.

dotted_texture