05/07/18

Het nieuwe wetboek van vennootschappen en verenigingen zet eindsprint in

Het nieuwe wetboek van vennootschappen en verenigingen (afgekort, het “WVV”) beoogt het vennootschaps-en verenigingsrecht moderner, eenvoudiger en coherenter te maken. Daarbij worden een zeer veel wijzigingen doorgevoerd die een impact hebben op de werking van zowel bestaande als nieuw op te richten vennootschappen.

Gelet op de omvang en aard van de in het WVV opgenomen wijzigingen, zal het bovendien noodzakelijk zijn om ook reeds bestaande statuten, aandeelhoudersovereenkomsten, investeringsovereenkomsten, optieregelingen, corporate governance charters, familiecharters, etc. opnieuw tegen het licht te houden.

De geplande wijzigingen zullen m.a.w. ook voor uw vennootschap het één en ander veranderen.

Het WVV: een langverwacht project

Het wetsontwerp tot invoering van het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen werd na enkele jaren van voorbereiding op 25 mei 2018 goedgekeurd door de federale ministerraad en op 4 juni 2018 ingediend in het federale parlement.

Hierdoor komt de invoering van het langverwachte nieuwe wetboek van vennootschappen en verenigingen in zicht. Het wetsontwerp zal nu immers worden behandeld in het parlement en de finale goedkeuring ervan wordt verwacht in het najaar van 2018. In dat geval mag de inwerkingtreding van het WVV worden verwacht in het voorjaar van 2019.

Omvang

Het WVV voorziet in een groot aantal wijzigingen. Hierna worden er alvast enkele uitgelicht.

Wij volgen de invoering van het WVV verder op en zullen u via bijkomende nieuwsbrieven en opleidingen nader informeren over de geplande wijzigingen en hun gevolgen.

1. Beperking van het aantal vennootschapsvormen: verdwijnen van een aantal frequent gebruikte vennootschapsvormen

Het aantal vennootschapsvormen wordt gereduceerd en herleid naar enkele basisvormen: de maatschap, de BV (d.i. de nieuwe naam voor de BVBA), de NV en de CVBA. Zodoende verdwijnen o.m. de stille vennootschap, de tijdelijke vennootschap, de landbouwvennootschap, de éénpersoons-BVBA, de starters-BVBA, de CVOA en de Comm.VA. Dergelijke vennootschappen zullen na de invoering van het WVV derhalve moeten worden omgevormd in één van de resterende vennootschapsvormen. Wel wordt het mogelijk om varianten op voornoemde basisvormen te creëren (zoals bijvoorbeeld de stille maatschap en de tijdelijke maatschap).

2. Wijziging en versoepeling van het regelenarsenaal in de NV en de BV

De werking van de huidige BVBA wordt met de nieuwe BV versoepeld. De wetgever streeft daarbij naar een maximale flexibiliteit en contractuele vrijheid. Het WVV voorziet voor de BV in een bijzonder groot aantal wijzigingen en een set van regels die van toepassing zullen zijn indien de statuten geen uitdrukkelijke bepalingen bevatten.

De wijzigingen aan de NV zijn van minder verregaande aard, doch bevatten niettemin een groot aantal wijzigingen.

3. Éénhoofdigheid: niet langer 2 aandeelhouders vereist in de BV en de NV

De BV en de NV zullen door één enkele oprichter kunnen worden opgericht. Ook na hun oprichting is slechts 1 aandeelhouder vereist. De gebruikelijke techniek om een restaandeel te verhangen bij een familielid of lid van de vennootschapsgroep wordt voor de BV en de NV dus overbodig.

4. Aandelen kunnen in de BV en de NV nu één stem, geen enkel stemrecht of zelfs een veelvuldig aantal stemmen hebben

In de BV en de NV wordt het mogelijk om aandelen met één stem of met meervoudig stemrecht te creëren.

In de niet genoteerde BV en NV kan het aantal stemrechten dat aan een aandeel wordt toegekend vrij worden bepaald. Zo kunnen bijvoorbeeld aandelen met 1, 3, 5 of meer stremrechten worden gecreëerd. In de genoteerde vennootschappen zal daarentegen (enkel) een dubbel stemrecht kunnen worden gecreëerd: dit voor zover dergelijke mogelijkheid statutair is voorzien en de aandeelhouder gedurende 2 jaar onafgebroken eigenaar is geweest van de aandelen. Dit betreft de introductie van de zgn. ‘loyauteitsaandelen’.

Ook de regeling inzake aandelen zonder stemrecht wordt sterk versoepeld.

5. Het kapitaal(begrip) verdwijnt in de BV

Het kapitaal(begrip) verdwijnt voor de BV. Dit impliceert dat vele vennootschapsrechtelijke regels die rechtstreeks of onrechtstreeks verband hielden met het concept ‘maatschappelijk kapitaal’ worden gewijzigd. De ene al ingrijpender dan de ander.

Zo verdwijnt bijvoorbeeld de vereiste om bij oprichting minimaal 6.200 EUR te volstorten. Een BV zal in beginsel kunnen worden opgericht met 1 EUR. Daarentegen wordt de inhoud van het financieel plan nu wettelijk beschreven. Het eigen vermogen zal bij oprichting ook nog steeds ‘toereikend’ moeten zijn voor de werking van de vennootschap in de oprichtingsjaren.

Ook een reeks andere regels, die allen rechtstreeks of onrechtstreeks gebruik maken van het kapitaalconcept (zoals bijvoorbeeld inzake het toereikend kapitaal, het uitkeren van dividenden, het bepalen van de stemrechten, de alarmbelprocedure, kapitaalverhogingen en -verminderingen, etc) zullen wijzigingen ondergaan.

6. Inbreng van arbeid wordt mogelijk in de BV

Het zal in de BV voortaan mogelijk zijn om (toekomstige) arbeid in te brengen in ruil voor aandelen. Het WVV bevat daarbij ook een regeling die verduidelijkt wat moet gebeuren bij ziekte of overlijden van de aandeelhouder die een inbreng van arbeid had beloofd. Dit is uiteraard een grote wijziging voor (bijvoorbeeld) startende ondernemingen en oprichters/starters met ideeën en tijd, maar zonder kapitaal.

7. Vrije overdracht van aandelen kan nu ook in de BV

Een aandelenoverdracht in een BVBA is op heden in beginsel onderworpen aan de goedkeuring door (i) de helft van de vennoten, die (ii) ¾ van de aandelen bezitten, en dit na aftrek van de aandelen die overgaan. Deze wettelijke beperking impliceert dat bepaalde overdrachtsbeperkingen (zoals voorkooprechten, volgrechten, volgplichten, optieregelingen, etc) op heden niet altijd verenigbaar zijn met de specificiteit van de BVBA.

Het WVV laat toe om van deze principiële overdrachtsbeperking af te wijken en te opteren voor een principieel vrije overdraagbaarheid van aandelen, zoals in de NV. De contractuele bepalingen voor de NV die hieromtrent gebruikelijk worden opgenomen in een aandeelhoudersovereenkomst, zullen m.a.w. nu ook in dezelfde mate voor de BV kunnen worden vastgelegd.

8. Overname van aandelen door de vennootschap (uittreding en uitsluiting lastens het vennootschapsvermogen) wordt mogelijk

In de CVBA is het vandaag mogelijk dat een aandeelhouder uittreedt (of wordt uitgesloten) ‘lastens’ het vennootschapsvermogen. De aandelen worden in dergelijk geval niet overgedragen aan een andere aandeelhouder (die ervoor moet betalen), maar aan de vennootschap (en op haar kosten).

Dergelijk mechanisme zal nu ook in de BV kunnen worden voorzien.

9. Uitgifte van converteerbare obligaties en warranten nu ook mogelijk in de BV

In de nieuwe BV zal het voortaan mogelijk zijn om alle mogelijke effecten uit te geven, zolang de uitgifte van dergelijke effecten niet bij wet is verboden. Zo kunnen in de BV naast aandelen nu ook converteerbare obligaties en warranten (inschrijvingsrechten) worden uitgegeven.

10. In de BV kan de winst soepeler worden verdeeld

Aangezien de rechten verbonden aan aandelen in de BV vrij moduleerbaar worden, kunnen aan de aandelen nu ook diverse winstrechten worden verbonden. Zo kan tussen de diverse aandeelhouders worden gediversifieerd wat betreft een bevoorrecht dividend, een bevoorrechte uitbetaling van reserves, een preferentieel recht op liquidatieboni, etc.

11. Het toepassingsgebied van het dagelijks bestuur wordt verruimd – dagelijks bestuur wordt ook mogelijk in de BV

Het dagelijks bestuur, zoals op heden gekend in de NV, wordt uitgebreid naar de BV. De wettelijke definitie van het ‘dagelijks bestuur’ wordt ook verruimd, zodat het beter wordt afgestemd op het gebruik in de praktijk.

12. Winstuitkeringen in de BV nu ook afhankelijk van liquiditeit

In de BV wordt elke uitkering aan aandeelhouders (bijvoorbeeld bij een dividenduitkering, een inkoop van eigen aandelen, financiële bijstand, uittreding of uitsluiting lastens het vennootschapsvermogen) onderworpen aan een dubbele test:

Een netto-actief of balanstest: deze test impliceert dat geen uitkering kan geschieden indien het nettoactief negatief is of zal worden door de beoogde uitkering.

De liquiditeitstest verplicht het bestuursorgaan vast te stellen dat de vennootschap ook na de beoogde uitkering haar opeisbare schulden zal kunnen (blijven) voldoen, en dit over een periode van minstens 12 maanden.

Een dividend zal in de BV m.a.w. slechts kunnen worden uitgekeerd indien de bestuurders verklaren dat dergelijke dividenduitkering de vennootschap niet zal beletten haar opeisbare schulden te voldoen over een periode van – minstens – 12 maanden.

13. Één bestuurder kan volstaan in de NV

De NV zal voortaan kunnen worden bestuurd door één bestuurder. Om het verdwijnen van de Comm.VA op te vangen, wordt het tevens mogelijk deze ene bestuurder een ontslagbescherming te bieden. Aan deze bestuurder kunnen tevens bepaalde statutaire vetorechten worden toegekend, zoals bijvoorbeeld voor een statutenwijziging, beslissingen inzake winstuitkeringen aan aandeelhouders of beslissingen over zijn eigen ontslag.

14. Directieraad en raad van toezicht kan als alternatief voor de raad van bestuur in de NV

Het WVV staat toe om de traditionele raad van bestuur te vervangen door een nieuw bestuursmodel, m.n. het zogenaamd duaal bestuursmodel. Een dergelijk model bestaat uit een directieraad en een raad van toezicht. De bevoegdheden worden daarbij verdeeld tussen beide organen. In het algemeen kan worden gesteld dat het operationele beleid aan de directieraad toekomt en het vastleggen van de strategie en het uitoefenen van toezicht aan de raad van toezicht. Ook de bevoegdheden die door het wetboek zijn voorbehouden aan de raad van bestuur (in geval van het traditionele bestuursmodel) behoren toe aan de raad van toezicht.

15. Bestuurders kunnen nu worden beschermd tegen een eventueel ontslag

De principiële ad nutum afzetbaarheid van bestuurders in de NV wordt optioneel: de statuten kunnen nu voorzien in een ontslagbescherming voor deze bestuurders. De statuten kunnen ook net het tegendeel vastleggen. Bij stilzwijgen van de statuten kan de algemene vergadering n.a.v. een ontslag zelf bepalen of en in welke mate toch een opzegtermijn of opzegvergoeding wordt toegekend.

16. Enkel echte coöperatieven mogen nog als een CVBA fungeren

De wetgever wil de populaire coöperatieve vennootschappen terugbrengen naar hun historische bestaansreden, m.n. het nastreven van het coöperatieve gedachtengoed. De talrijke coöperatieve vennootschappen die niet beantwoorden aan dergelijke coöperatieve gedachte zullen moeten worden omgevormd. Dit zal een verregaande impact hebben voor de talrijke coöperatieve vennootschappen waarmee vrije beroepers hun activiteiten uitoefenen.

17. Principiële toelaatbaarheid van put-opties aan vaste prijs

Het WVV verbiedt nog steeds om alle winst toe te kennen aan één enkele vennoot (of een aandeelhouder te ontzeggen van enige deelname in de winst). Het actuele verbod om een aandeelhouder vrij te stellen van elke bijdrage in het verlies (bv. door het toekennen van een putoptie aan vaste prijs) verdwijnt evenwel.

18. Plafond voor bestuurdersaansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van bestuurders wordt in het WVV in beginsel beperkt tot een maximumbedrag. Dit bedrag wordt bepaald naargelang de omvang van de vennootschap. Dit zou tot een betere verzekerbaarheid van het bestuurdersrisico moeten leiden.

Daarentegen zullen exoneratie- en vrijwaringsbedingen (zgn. ‘hold harmless’) niet langer geldig zijn.

19. Onthoudingsplicht voor bestuurder met belangenconflict

Op heden is het de bestuurder met een belangenconflict (van een niet-genoteerde vennootschap) toch toegestaan deel te nemen aan de beraadslaging én de stemming. Met het WVV krijgt dergelijke bestuurder een onthoudingsplicht.

Het belang om deze vennootschapsrechtelijke verplichting na te leven wordt ook groter: in het WVV zullen ook derden de nietigheid van het besluit kunnen vorderen dat werd genomen met miskenning van de belangenconflictenregeling.

20. Vrije verhuis van vennootschappen binnen EU nu wettelijk geregeld

Het WVV bevat nu ook een uitdrukkelijke wettelijke regeling voor de grensoverschrijdende zetelverplaatsingen. Zodoende wordt een wettelijk kader gecreëerd voor een courante praktijk. Van die gelegenheid wordt tevens gebruik gemaakt om bepaalde beschermingsmaatregelen voor de schuldeisers en aandeelhouders in te bouwen.

De plaats van de “werkelijke zetel” bepaalt op heden overigens het recht dat van toepassing is op een vennootschap. Met het WVV zal dit toepasselijk recht worden bepaald door de plaats van de statutaire zetel van de vennootschap.

21. Enkele wijzigingen voor de verenigingen (VZW’s, IVZW’s en stichtingen)

Het vennootschaps- en verenigingsrecht wordt geïntegreerd in één wetboek. De algemene regels voor rechtspersonen worden hierdoor ook van toepassing op de verenigingen.

Verenigingen kunnen krachtens het WVV bovendien zonder enige beperking economische (winstgevende) activiteiten uitvoeren. Het vroegere criterium van de “bijkomstigheid” is niet langer relevant. Zij mogen in de toekomst m.a.w. ongebreideld winst maken, zolang deze echter maar niet wordt uitgekeerd.

Het WVV maakt het tevens mogelijk dat een vennootschap wordt omgevormd tot een VZW. De omzetting van een VZW in een vennootschap wordt eveneens voorzien, doch enkel naar een erkende CVSO of een CV erkend als SO.

22. Modernisering van communicatie

Vennootschappen en verenigingen zullen, onder bepaalde voorwaarden, met hun aandeelhouders of leden kunnen communiceren via moderne communicatiekanalen (zoals bv. via website en e-mail). Dit impliceert bijvoorbeeld dat de uitnodigingen voor de algemene vergaderingen voortaan ook per e-mail kunnen worden verzonden.

dotted_texture