13/03/19

Het nieuwe vennootschapsrecht hervormt de gehele werking van je vennootschap vanaf mei 2019

Le nouveau droit des sociétés est arrivé…  

Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad de voorbije jaren en even zag het ernaar uit dat een finale tekst niet meer voor 2019 zou zijn, maar enigszins bij verrassing is afgelopen vrijdag, 28 februari toch uiteindelijk het wetsontwerp betreffende het nieuwe vennootschapsrecht en verenigingsrecht goedgekeurd.

De nieuwe wet hervormt het bestaande vennootschapsrecht op de meest ingrijpende wijze sinds Napoleon ons het Burgerlijk Wetboek schonk begin 19de eeuw.   Meer flexibiliteit en meer concurrentievermogen zijn de uitgangspunten, die moeten leiden tot méér starters en vooral ook méér buitenlandse investeerders in België.

We maken hieronder een eerste samenvatting van de belangrijkste wijzigingen van het nieuwe vennootschapsrecht.


Minder vennootschapsvormen

In de nieuwe vennootschapswet blijven 7 hoofdtypen van ondernemingen met rechtspersoonlijkheid bestaan. De nv, de bv (ter vervanging van de bvba), de cv (coöperatieve vennootschap) zijn hiervan de drie belangrijkste.  

De bv moet de standaard vennootschapsvorm in het Belgische ondernemingsrecht worden. De nv zal enkel bedoeld zijn voor vennootschappen die een publiek beroep op het spaarwezen doen (aandelen uitgeven) en de cv wordt in de toekomst beperkt tot echt coöperatieve samenwerkingsverbanden, zoals bijvoorbeeld coöperatieve melkbedrijven of fruitveilingen.  Dat betekent dat heel wat bestaande cv’s zullen moeten omgevormd worden naar een nieuwe bv.

Daarnaast blijven ook 4 minder gangbare vennootschapsvormen bestaan: “de maatschap” (de huidige vennootschap onder firma of vof), de “comm v” (commanditaire vennootschap), de “se” of Europese vennootschap en de “sce” of Europese coöperatieve vennootschap (SCE).

Andere vennootschapsvormen die momenteel vaak worden gebruikt, zoals de commanditaire vennootschap op aandelen (Comm.VA/SCA) en de tijdelijke handelsvennootschap (société momentanée) verdwijnen. De flexibiliteit die wordt geboden aan de interne organisatie van de bv, de nv en de cv moet het echter mogelijk maken om de belangrijkste kenmerken van deze afgeschafte vennootschapsvormen te behouden binnen één van de drie overblijvende vennootschapsvormen.


De bv als hoeksteen van het nieuwe stelsel

De vervanging van de bvba door de bv is zowat de hoeksteen van het nieuwe vennootschapsrecht. De bedoeling is om van de bv de ‘default’ vennootschapsvorm te maken.

Om dat mogelijk te maken heeft men ervoor gezorgd dat er maximale vrijheid en flexibiliteit gecreëerd wordt voor de organisatie van het bestuur, de financiering en de winstverdeling:

  • Het is vanaf nu mogelijk dat een bv slechts één aandeelhouder heeft (dat kan een andere rechtspersoon zijn). Die enige aandeelhouder-rechtspersoon is daarbij niet hoofdelijk aansprakelijk voor verplichtingen en aansprakelijkheden van de bv.
     
  • De bv hoeft niet langer een minimumkapitaal te hebben (al zal dat de facto wel nodig zijn voor wie financiering wil bekomen bij zijn of haar bank, zoals de vroegere starters-bvba destijds al heeft geleerd…).
     
  • Dividenduitkeringen zullen op elk moment mogelijk zijn (maar zijn altijd onderworpen aan een nettovermogenswaarde-test en een liquiditeitstest).
     
  • Er komt maximale flexibiliteit bij de organisatie van stemrechten op aandelen (aandelen zonder stemrecht, aandelen met meerdere stemrechten, …). Dit kan overigens aanzienlijke fiscale gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor wat betreft de deelnemingsvrijstelling op ontvangen dividenden. Het Wetboek Inkomstenbelastingen zal met het oog hierop nog aangepast moeten worden en een wetsontwerp hiervoor ligt op dit ogenblik bij het parlement.
     
  • De overdraagbaarheid van de aandelen van een bv kan vrij worden bepaald in de statuten en de vroegere beperkingen op de overdraagbaarheid van aandelen binnen de oude bvba vallen dus volledig weg. Dit vergt de nodige aandacht bij het omvormen van uw bvba naar een bv om onverwachte verkopen van aandelen door mede-vennoten te voorkomen…


De nv is in de toekomst bedoeld voor grote ondernemingen

Het gebruik van de nv zou in de toekomst de uitzondering op de regel moeten worden en zou beperkt moeten zijn tot grote ondernemingen en beursgenoteerde ondernemingen. De nv zal daarom niet dezelfde mate van flexibiliteit hebben als de bv.

Dit zijn enkele belangrijke veranderingen in vergelijking met de oude nv:

  • De mogelijkheid voor een nv om slechts één aandeelhouder te hebben zonder dat die aandeelhouder hoofdelijk aansprakelijk is voor de verplichtingen en aansprakelijkheden van de nv.
     
  • De introductie van een grote mate van flexibiliteit met betrekking tot het bestuur van een nv.  De nv zal de keuze hebben om te kiezen voor een drietal bestuursvormen:
    • één enige bestuurder
    • een raad van bestuur bestaande uit meerdere bestuurders zoals we die vandaag kennen
    • een dualistisch systeem met enerzijds een raad van bestuur of directiecomité en anderzijds een raad van toezicht die toezicht houdt op de raad van bestuur
       
  • De ‘ad nutum’-regel die ervoor zorgt dat een bestuurder op elk ogenblik ontslagen kan worden zal niet langer van openbare orde zijn en het wordt dus mogelijk om opzegtermijnen en/of opzegvergoedingen te voorzien bij beëindiging van een bestuurdersmandaat.
     
  • Het wordt mogelijk om aandelen met meerdere stemrechten uit te geven. Voor beursgenoteerde ondernemingen is deze flexibiliteit beperkt tot een ‘dubbel stemrecht’ voor aandeelhouders die hun aandelen gedurende ten minste twee jaar in bezit hebben gehad.


Beperkte aansprakelijkheid voor alle vennootschapsbestuurders

Voor vennootschapsbestuurders (en feitelijke bestuurders) geldt in de toekomst een aansprakelijkheidslimiet voor de verplichtingen die ze aangaan in het kader van hun mandaat. De nieuwe wet voorziet in drempelbedragen, variërend tussen 125.000 euro en 12 miljoen euro, afhankelijk van de omvang en activiteiten van het bedrijf. Deze limieten gelden op geaggregeerde basis voor alle bestuurders van het bedrijf samen.  De drempels gelden niet bij herhaalde kleine nalatigheid, bij grove nalatigheid en zware fout en in geval van bedrieglijk opzet of oogmerk om te schaden.

De Raad van State heeft overigens grote bedenkingen bij de grondwettelijkheid van bovenstaande en het is niet uitgesloten dat een en ander binnenkort nog juridisch aangevochten zal worden.

Voor de volledigheid voegen we nog even toe dat het verboden is voor de vennootschap om ten voordele van haar bestuurders een vrijwaringsverplichting of schadeloosstellingsgarantie op te nemen, waardoor de bestuurder de facto geen aansprakelijkheid meer zou kunnen oplopen. De bestuurder kan zich vanzelfsprekend wel verzekeren voor de risico’s verbonden aan zijn mandaat.


Ook wijzigingen voor VZW’s en verenigingen

De nieuwe vennootschapswet zal niet alleen van toepassing zijn op Belgische handelsvennootschappen, maar ook op non-profit organisaties en vzw’s. Bijgevolg zal de huidige vzw-wet van 27 juni 1921 ingetrokken worden.

Het verschil tussen een handelsvennootschap en een vzw ligt niet langer in de vraag of ze winst mogen maken, zoals vroeger het geval was, maar wel in de vraag of die winst uitgekeerd mag worden aan de aandeelhouders.  Een vzw mag dus in de toekomst onbeperkt winst maken, maar mag de gemaakte winst niet uitkeren, ook niet indirect door bijvoorbeeld een onevenredige verloning van de leden.


Territoriale werking van de nieuwe vennootschapswetgeving

De nieuwe vennootschapswet is van toepassing op elk bedrijf met statutaire zetel in België. Hierdoor kan België het eigen vennootschapsrecht in het buitenland toepassen en kunnen buitenlandse bedrijven kiezen voor een Belgische rechtsvorm door hun statutaire zetel in België te vestigen, zonder de noodzaak om zaken te doen op het Belgische grondgebied.


Timing…

De nieuwe vennootschapswet zal van kracht zijn vanaf 1 mei 2019. Vennootschappen die vanaf die datum zijn opgericht, zijn onderworpen aan de nieuwe vennootschapswet.

Bestaande bedrijven zullen vanaf 1 januari 2020 onderworpen zijn aan de nieuwe vennootschapswet. Ze zullen hun statuten moeten aanpassen aan de nieuwe vennootschapswet naar aanleiding van de eerste (andere) wijziging van hun statuten na 1 januari 2020 of in elk geval uiterlijk op 1 januari 2024.

Bestaande bedrijven kunnen echter ook kiezen voor ‘opt-in’ en ervoor kiezen de nieuwe vennootschapswet vóór 1 januari 2020 toe te passen.

De afgeschafte vennootschapsvormen moeten uiterlijk op 1 januari 2024 worden geconverteerd naar een bv, nv of cv, anders gebeurt dit automatisch naar de meest gerede vennootschapsvorm, afhankelijk van de bestaande vennootschapsstructuur.


Wat moet u concreet doen?

Bestaande vennootschappen kunnen best zo snel mogelijk nadenken over:

  • de meest gepaste vennootschapsvorm voor hun activiteiten in de toekomst (in se bv, nv of cv).
     
  • de toekomstige organisatie van hun aandeelhoudersstructuur (meervoudig stemrecht, verschillende categorieën van aandelen, …).
     
  • de overdraagbaarheid van aandelen, met name in bv’s waar de regels plots veel soepeler worden en de vroegere “bescherming” tegen plots verdwijnende vennoten dus weg dreigt te vallen.
     
  • de organisatie van het bestuur in de toekomst (hoeveel bestuurders, raad van toezicht of niet, taken van elkeen, ….).
     
  • de eventuele ontslagregeling van bestuurders in de toekomst (opzegtermijnen- en vergoedingen).

In functie hiervan dringt een tijdige aanpassing zich op van:

  • statuten.
     
  • aandeelhoudersovereenkomsten.
     
  • management- en bestuurdersovereenkomsten.

Laat een en ander niet aanslepen.  De default regelingen onder de nieuwe wet zijn érg liberaal opgevat en kunnen als puntje bij paaltje komt en bij gebrek aan duidelijke contractuele en statutaire afspraken intern voor érg onaangename verrassingen zorgen!

dotted_texture