02/01/20

Ontslag om dringende reden van een beschermde werknemer: opgelet met het adres!

De feiten

Een werkgever bekomt van het Arbeidshof van Bergen de machtiging om tot het ontslag om dringende reden van een beschermde werknemer over te gaan, zoals bedoeld in de wet van 19 maart 1991. In dat geval bepaalt artikel 12 van deze wet dat de werkgever binnen de 3 werkdagen volgend op de 3de werkdag na de kennisgeving van het arrest, de werknemer bij aangetekend schrijven in kennis moet stellen van het ontslag om dringende reden.

In deze zaak respecteert de werkgever deze termijn, maar hij stuurt de brief per vergissing naar het adres met de vermelding van de oude straatnaam van de woonplaats van de werknemer. De gemeenteraad had immers (enkele maanden eerder) de straatnaam van de woonplaats van de werknemer gewijzigd, en de werknemer had dit aan zijn werkgever meegedeeld. De werkgever realiseerde zich zijn vergissing toen bpost de brief terug naar afzender stuurde. Vervolgens stuurde de werkgever de aangetekende brief opnieuw naar het juiste adres, ditmaal nadat de termijn reeds verstreken was.

De werknemer beroept zich op een schending van de procedure van de wet van 19 maart 1991 en vordert de betaling van de bijzondere beschermingsvergoeding.

De werkgever voert aan dat er sprake was van een "onoverwinnelijke dwaling": in de maanden daarvoor had bpost immers verschillende brieven aan de werknemer afgeleverd die verstuurd werden naar het adres met de vermelding van de oude straatnaam.


Beslissing van het Arbeidshof

Het Arbeidshof erkent dat de nogal verwarrende situatie rond de wijziging van de straatnaam van de woonplaats van de werknemer, misleidend was voor de werkgever.

Het Hof merkt evenwel op dat de werknemer de werkgever tijdig geïnformeerd had over de nieuwe straatnaam. Bovendien hadden de partijen en de griffie de nieuwe straatnaam in alle voorgaande fasen van de gerechtelijke procedure reeds gebruikt.

In geval van twijfel had een normale, voorzichtige en zorgvuldige werkgever de kennisgeving naar de beide adressen moeten sturen, binnen de termijn van drie werkdagen.

Het Hof is van oordeel dat de onregelmatige kennisgeving van het ontslag om dringende reden niet het gevolg is van een "onoverwinnelijke dwaling", maar wel van de nalatigheid van de werkgever.

Aangezien de kennisgeving aan het juiste adres laattijdig is, is de beschermingsvergoeding verschuldigd, zelfs wanneer de dringende reden in eerste aanleg en in beroep erkend werd.


Te onthouden?

In de eerste plaats dient eraan herinnerd te worden dat wanneer een arbeidsrechtbank het bestaan van een dringende erkent in toepassing van de procedure bedoeld in de wet van 19 maart 1991, de werkgever nog niet te gauw "victorie moet kraaien".... Een cruciale formaliteit moet immers nog worden vervuld: die van de kennisgeving van het ontslag om dringende reden die door de rechtbank werd aanvaard.

Deze kennisgeving moet alle formele vereisten respecteren, met name het versturen ervan binnen de wettelijke termijn en naar het juiste adres. 

In geval van twijfel over het exacte adres (om welke reden dan ook), dan moet een zorgvuldige werkgever deze gegevens, bijvoorbeeld via zijn raadsman, laten nakijken of, indien nodig, de kennisgeving versturen naar beide mogelijke adressen. Doet hij dit niet, zoals in dit geval, dan kan de rekening gepeperd zijn ....


Bron: Arbh. Bergen, 21 juni 2019, A.R. 2018/AM/400, geraadpleegd op www.terralaboris.be

dotted_texture