25/09/20

Beroepsgeheim advocaten: Grondwettelijk Hof vernietigt deel van de nieuwe antiwitwaswet

Het Grondwettelijk Hof herhaalde op 24 september 2020 zijn rechtspraak dat het beroepsgeheim van de advocaat essentieel is voor de bescherming van het privéleven en het recht op een eerlijk proces.

Het Hof vernietigt gedeeltelijk de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. De Orde van Franstalige en Duitstalige balies (OBFG) en de Orde van Vlaamse balies hadden de vernietiging gevraagd van verschillende bepalingen van de nieuwe wet, met als reden dat ze een schending zijn voor het verplichte beroepsgeheim van advocaten.

Het Grondwettelijk Hof oordeelde nu dat zelfs de wetgever een advocaat niet kan verplichten om een witwasvermoeden te melden aan de Cel voor financiële informatieverwerking (CFI) wanneer zijn cliënt, op zijn advies, van de verdachte verrichting afziet: het beroepsgeheim is van een hogere orde en zo’n beperking is “zonder redelijke verantwoording”. Voorts kan een persoon die buiten de vertrouwensrelatie tussen de advocaat en zijn cliënt staat, zoals een bediende of medewerker van het kantoor, zelfs wanneer hij advocaat zou zijn, geen door het beroepsgeheim gedekte informatie melden aan de CFI. De rol van de advocaat in de rechtsstaat is bijzonder, wijkt af van deze van andere beroepsgroepen en dit nieuwe arrest bevestigt dat.

Link naar het arrest: https://www.const-court.be/public/n/2020/2020-114n-info.pdf

dotted_texture