08/11/22

Meten is weten. Bij beleid inzake Justitie horen cijfers. De vergelijking met andere landen levert verrassingen op

Weinig internationale instellingen blijven zo discreet onder de radar als de Raad van Europa. Het brede publiek weet nauwelijks van zijn bestaan af. Verwarring met de Europese Raad of de Raad van de Europese Unie is snel gebeurd en wat de Raad van Europa doet is voor velen in nevelen gehuld.  Dat is jammer, want zijn functie bij de bescherming van de rule of law valt moeilijk te overschatten.

Een van zijn bezigheden is de opmaak van een barometer van de gerechtelijke instellingen in de – tegenwoordig, na het vertrek van Rusland in maart van dit jaar – 46 lidstaten. Het orgaan dat zich daarmee inlaat is de CEPEJ. Die afkorting staat voor Europese Commissie voor de Efficiëntie van Justitie. Eerder deze maand bracht die instelling haar verslag 2022 uit.

Dat verslag, het tiende in zijn soort, is gebaseerd op data van 2020. Het vergelijkt de werking van Justitie in de besproken landen, vanuit een waaier aan invalshoeken. Ik beperk mij tot enkele saillante vaststellingen.

Vooreerst de bedragen die de besproken landen besteden aan hun gerechtelijk apparaat. Om precies te zijn, het gaat hier over de uitgaven voor de hoven en rechtbanken, de parketten en de rechtsbijstand. België spendeert hieraan €87 per burger of 0,22% van het BBP. Het scoort hiermee beter dan Frankrijk (€72,53 of 0,21%) maar aanzienlijk slechter dan onze andere buurlanden Nederland (€125,31 of 0,27%), Duitsland (€140,73 of 0,35%) of Luxemburg (€176,73 of 0,17%). Het Luxemburgse percentage valt lager uit dan het onze, maar als men weet dat het BBP per burger in België €39.160 bedroeg tegenover €101.056 in het Groothertogdom, dan is onzerzijds enige bescheidenheid gepast.

Natuurlijk zeggen cijfers niet alles. Noorwegen bijvoorbeeld, geen arm land en geen bananenrepubliek, komt uit op een uitgave voor Justitie van 78,79€ per burger of 0,13% van het BBP. Maar dat belet niet dat de vergelijking met de ons omliggende landen in het oog springt. En misschien zijn de uitgaven in Noorwegen beter benut, of spelen er demografische of andere factoren die een lagere investering verantwoorden.

Hoe zit het dan met de uitgaven voor juridische bijstand? België spendeerde hieraan in 2020 €9,43 per burger of 0,024% van het BBP. In absolute bedragen gerekend is dat meer dan het gemiddelde van alle geanalyseerde landen (€8,61) maar in percentage van het BBP zitten wij onder het gemiddelde van 0,03%. Wij doen zeer aanzienlijk minder dan Nederland (€26,06 of 0,057%). Maar de vergelijking met Frankrijk (€6,91 of 0,02%) of Duitsland (€7,10 of 0,018%) kunnen wij doorstaan.

Hebben wij meer rechters dan andere landen, of precies minder? Een relevante vraag, want vertragingen in de rechtsgang worden gemakshalve vaak toegeschreven aan een gebrek aan beroepsrechters. België moet het stellen met 13,2 rechters per 100.000 inwoners. Dat is meer dan Frankrijk (11,2), maar minder dan Nederland (14,9) en veel minder dan Duitsland (25) of Luxemburg (36,1). Maar ook hier is het gevaarlijk overhaaste conclusies te trekken. Zo hebben pakweg Griekenland (36), Servië (38,1) en Montenegro (49,8) in verhouding tot hun bevolking beduidend meer rechters dan België, maar of dat impliceert dat de gerechtelijke overheden in die landen efficiënter en inhoudelijk beter werken lijkt een enigszins boude stelling.

Verdienen rechters veel of weinig? Voor België meldt het verslag een bruto jaarverloning, voor een beginnend rechter, van afgerond €68k. De best betaalde (parket)magistraat verdient €125k. U verwacht het allicht niet, maar dat is gevoelig meer dan in Duitsland (€53k-€91k) en ook meer dan in Frankrijk (€49k-€123k). Een beginnende rechter in Nederland (€84k) of Luxemburg (€92k) verdient bruto dan weer aanzienlijk meer dan haar of zijn Belgische collega. Netto salariscijfers zijn niet voorhanden, maar zijn natuurlijk minstens even relevant.

En dan de hamvraag die veel advocaten zich stellen: zijn er teveel of te weinig advocaten? België telt 163,8 advocaten per 100.000 inwoners. Dat is meer dan de mediaan van de onderzochte landen (134,51), veel meer dan Nederland (102,8) of Frankrijk (104), maar aanzienlijk minder dan Duitsland (199,2) en het financiële centrum Luxemburg (485,2), dat voor een klein land disproportioneel veel advocaten aantrekt. De Zuid-Europese landen Spanje (303,6), Portugal (321,6) en Italië (398,2) tellen traditioneel zeer veel advocaten, maar niet alle advocaten die de titel voeren, oefenen daar ook het beroep van advocaat uit. En, niet te vergeten, advocaten vormen een zeer duidelijk afgelijnde categorie in België, terwijl in andere landen advocaten ook als bedrijfsjurist werkzaam kunnen zijn.

Waar je als land heen wilt met Justitie is een kwestie van beleidskeuzes en doorzettingsvermogen, maar dat wist u al. En dus van politieke moed, gedurende meer dan de spreekwoordelijke vijf minuten. Is het nodig in herinnering te brengen hoe belangrijk Justitie is in de ogen van de burger? Gezonde ambitie stoort nooit, niet alleen cijfermatig trouwens. Maar de cijfers kennen is alvast een goed begin. Meten is weten.

Met genegen groeten,

Peter Callens
Voorzitter Advocaat.be
(dit artikel verscheen op 28/10/2022 op advocaat.be)

dotted_texture