04/11/15

De taxshift: sociale en fiscale gevolgen voor de werkgever

De regering heeft een akkoord bereikt over de begroting en de taxshift. Wat houdt dat in ?

De regering heeft zaterdag 10/10/2015 een akkoord bereikt over de begroting en de taxshift. Premier Charles Michel vatte de resultaten van de onderhandelingen samen als een daling van de lasten voor de werkgevers, stijging van de koopkracht van de werkenden en stijging van de competitiviteit van onze economie.

Welke wijzigingen brengt dit met zich mee voor u? We zetten de sociale en fiscale gevolgen voor u op een rij.

Vermindering van de bijdragen aan de sociale zekerheid

1. Werkgeversbijdragen dalen geleidelijk van 32,4 % naar 25 %

Er is een akkoord om de werkgeversbijdragen geleidelijk te verminderen naar 25 % (in 2018). Voor de lage lonen zal het tarief nog lager zijn via de versterking van de structurele vermindering.
Voor het algemene stelsel zou de kostenverlaging als volgt moeten plaatsvinden: zie tabel.

2. Geen werkgeversbijdrage op de aanwerving van een eerste werknemer in de komende vijf jaar

Alle werkgevers die vanaf 2016 tot eind 2020 een eerste werknemer aanwerven zullen vrijgesteld zijn van sociale werkgeversbijdragen voor deze werknemer. Deze vrijstelling zal gelden voor onbepaalde duur.

3. Vermindering van de sociale bijdragen voor de aanwerving van de tweede tot zesde werknemer

De huidige voordelen met betrekking tot de aanwerving van de eerste tot vijfde werknemer zullen vanaf 2016 toegepast worden voor de aanwerving van de tweede tot zesde werknemer. Deze verminderingen kunt u ook toepassen bij de aanwerving van de tweede tot vijfde werknemer in 2015.

  Kwartaal 1 t.e.m. 5 Kwartaal 6 t.e.m. 9 Kwartaal 10 t.e.m. 13 Tweede werknemer 1.550 EUR 1.050 EUR 450 EUR Derde werknemer 1.050 EUR 450 EUR 450 EUR Vierde werknemer 1.050 EUR 450 EUR 0 EUR Vijfde werknemer 1.000 EUR 400 EUR 0 EUR Zesde werknemer 1.000 EUR 400 EUR 0 EUR

Een bijkomende versterking van dit voordeel voor de derde tot zesde aanwerving is voorzien voor 2017.

Fiscale maatregelen

1. Verhoging van de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en/of nachtarbeid naar 22,80 %, voor continuarbeid naar 25 %

De ondernemingen waarin ploegen- en/of nachtarbeid wordt verricht, die een ploegen- en/of een nachtpremie betalen of toekennen en die bedrijfsvoorheffing verschuldigd zijn op die premie, worden vrijgesteld van doorstorting van een gedeelte van de bedrijfsvoorheffing. Die vrijstelling wordt vanaf 1 januari 2016 verhoogd naar 22,8 % van de ingehouden bedrijfsvoorheffing. In het geval van continuarbeid zal dit percentage 25 % gaan bedragen. Deze verhoging treedt in werking vanaf 1 januari 2016.

2. Nieuwe verhoging van de gedeeltelijk vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en/of nachtarbeid in geval van productie van hoogtechnologische producten

De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en/of nachtarbeid wordt verhoogd met 2,2 procentpunten voor ondernemingen die hoogtechnologische producten produceren. Deze vrijstelling wordt enkel toegekend voor de werknemers in de mate dat zij effectief tewerkgesteld zijn aan de productie van hoogtechnologische producten. Indien zij slechts gedeeltelijk aan de productie van die producten worden tewerkgesteld, wordt de vrijstelling pro rata berekend.

De voorziene datum van inwerkingtreding van deze nieuwe maatregel is 1 januari 2016. Het nieuwe begrip ‘hoogtechnologische producten’ zal nog bij KB moeten worden verduidelijkt.

3. Gedeeltelijke afschaffing van de IPA-korting

De algemene vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing (IPA-korting) van 1 % ten voordele van de profitsector wordt opgeheven. Deze vrijstelling zou worden omgezet in de vermindering van het basistarief van de werkgeversbijdragen (zie hierboven).

Voor de werkgevers van de privésector wordt evenwel een uitzondering voorzien indien zij als kleine vennootschappen worden beschouwd (op grond van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen) ofwel als natuurlijke personen die eveneens beantwoorden aan de criteria voorzien in dit artikel 15. Wanneer deze voorwaarden voldaan zijn, zal de werkgever toch genieten van een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing gelijk aan 0,12 % van de bezoldigingen. Deze vrijstelling geldt ook voor  de erkende uitzendondernemingen die uitzendkrachten ter beschikking stellen van deze werkgevers.

Voor de werkgevers die behoren tot de Sociale Maribelsectoren blijft de vrijstelling van doorstorting gelijk aan 1 % van het bruto bedrag van de bezoldigingen (vóór inhouding persoonlijke socialezekerheidsbijdragen) bestaan.

Deze aanpassingen van de IPA-kortingen zouden van toepassing zijn op de bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 1 april 2016.

Andere maatregelen met het oog op de verhoging van het nettoloon van werknemers

De regering heeft tot nu toe al een aantal inspanningen geleverd die hebben geleid tot een verlaging van de belastingdruk op werknemers. Via een combinatie van een verhoging van de forfaitaire aftrek van de beroepskosten, een verlaging van het belastingtarief en een verhoging van de belastingvrije som wil men ervoor zorgen dat alle werknemers in de komende jaren een hoger nettoloon zullen overhouden. De mate waarin het nettoloon zal verhogen zal afhankelijk zijn van het inkomen (vb. 100 EUR netto per maand tegen 2019 voor werknemers met maandloon tot 2.800 EUR).

Maatregelen nog uit te voeren

Deze maatregelen moeten nog uitgevoerd worden. Wij houden u hiervan op de hoogte.

dotted_texture